boekhoofdstuk 2 Flashcards

(7 cards)

1
Q

de actualiserende neiging

A

organismen willen voortdurend hun potentieel actualiseren, zelfs onder ongunstige omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kernomstandigheden

A
  1. congruentie
  2. onvoorwaardelijke positieve waardering
  3. empatisch begrip voor het referentie kader van de cliënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

congruentie

A
  • staat van heelheid en integratie binnen de therapeut
  • aangenomen dat congruentie voortkomt uit zelfacceptatie en positieve zelfbeeld van therapeut
  • geeft de cliënt de kwaliteiten van echtheid en transparantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onvoorwaardelijke positieve waardering

A
  • gevoelens van warme zorg en acceptatie van de cliënt
  • je moet als therapeut je eigen denkwijze achter je laten bij de ontmoeting met een cliënt en zijn belevingswereld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

empatisch begrip voor het referentie kader van de cliënt

A

gevoelig zijn voor de veranderende gevoelens en emoties die de ander ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

non-directieve houding

A
  • respect en persoonlijke openheid naar cliënt toe
  • hij doet zijn uiterste best om in de huid te kruipen van de cliënt, therapeut geen tijd om te diagnosticieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 categoriën werden niet sterker aangepakt of versterkt door huiswerk

A
  1. seksueel misbruik
  2. leerstoornissen
  3. wanen en hallicunaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly