artikel Wampold, how important are the common factors in psychologie? Flashcards

(27 cards)

1
Q

common factors

A
  • de elementen van therapie die voorkomen in verschillende benaderingen en positief bijdragen bij cliënten
  • de therapeutische relatie, de verwachtingen van cliënt en therapeut en toewijding aan volgen behandelplan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

contextuele model

A
  • 3 paden via verschillende mechanismes
  • psychotherapie geen uniforme invloed, maar werkt wel via verschillende mechanismes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

initiële therapeutische relatie

A

band tussen de therapeut en patiënt voor begin therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eerste ontmoeten bepaald patiënt

A

of de therapeut
1. betrouwbaar is
2. over de juiste deskundigheid beschikt
3. de tijd en moeite al nemen om klachten en context te begrijepn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vorming therapeutische relatie is combinatie 2 verwerkingen

A
  • bottom-up
  • top-down
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bottom-up

A

op basis van het gezicht bepaalt de patiënt snel of de therapeut betrouwbaar is of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

top-down

A

je baseert je oordel ook op kleding, inrichting kamer etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de 3 paden

A
  1. echte relatie
  2. verachtingen
  3. specifieken ingrediënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. de echte relatie
A

echte relatie = de persoonlijke relatie tussen therapeut en patiënt, gekenmerkt door oprechtheid en gepaste waarneming
- bestaat uit algemene sociale processen maar is toch ongewone sociale situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. verwachtingen
A
  • veel patienten die psychotherapie ondergaan zijn gedemoraliseerd
  • psychotherapie ook gericht remoraliseren
  • tijdens therapie leert patiënt te geloven dat deelname en voltooien nuttig zal zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

therapeutische alliantie

A

zowel de therapeuten als de patiënten moeten het eens zijn over de doelstellingen van de therapie en de taken die hierbij horen
- sterke alliantie betekend dat de patient de behandeling accepteert en samenwerkt met de therapeut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. specifieke ingrediënten
A

= elke behandeling bestaat uit bepaalde therapeutische handelingen
1. scheppen van verwachtingen
2. teweegbrengen van aantal heilzame acties
- ook effect leefstijl op geestelijke gezondheid wordt onderschat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

heilzame acties

A

therapeut begeleid patiënt tot het uitvoeren van aantal gezonde handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

alliantie

A

bestaat uit 3 componenten
1. band
2. overeenstemming over doelen therapie
3. overeenstemming taken therapue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bewijs

A
  • meest onderzochte common factor en wordt vaak vroeg in de therapie gemeten want is gecorreleerd aan therapie-uitkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kritiek alliantie

A
  • vroege symptoomverlichting veroorzaakt sterke alliantie
  • goede gehechtheid voorspelt sterkte alliantie
  • halo-effect = als patient zowel de alliantie als de uitkomst waardeerd
17
Q

empathie en gerelateerde constructien

A

empathie = proces waarbij een individu kan worden beïnvloed door de emotionele toestand van de ander en zich kan identificeren in zijn of haar perspectief
- cruciaal pad 1, vergroot ook effect van pad 2

18
Q

kritiekpunten empathie

A
  • makkelijker voor therapeut om empathisch te zijn tegen gemotiveerde en openhartige patienten dan tegenover iemand die interpersoonlijk agressief is
  • gemotiveerde patienten zullen waarschijnlijk beter resultaat geven dan agressieve, waardoor de correlatie tussen empathie en uitkomst groter wordt
19
Q

verwachtingen kritiek

A

de verwachtingen worden vaak gemeten vóór de therapeut uitleg geeft, terwijl deze uitlef vaak juist de verwachtingen aanpast en duidelijk maakt

20
Q

culturele aanpassing van evidence-based behandelingen

A

culturele aanpasing = een behandeling waarbij er rekening wordt gehouden met de overtuigingen van de patiënt

21
Q

therapeutische effecten

A

wanneer therapeuten consequent betere resultaten behalen met patienten van andere therapeuten, ongeacht de aard van patient of geleverde behandeling

22
Q

therapeutische effecten:

A
  • effect groter is naturalistische settings dan klinische trials
  • effectieve therapeuten hebben de volgende kenmerken:
  • sterktere allianties
  • hoger niveau interpersoonlijke vaardigheden
  • meer professionele zelftwijfel
23
Q

specifieke effecten als extra bewijs voor common factors

A
  1. behandeling sverschillen
  2. ontmanteling studies
  3. naleving en bekwaamheid
24
Q

behandelingsverschillen

A

de verschillen tussen welke behandeling effectiever is, is klein

25
ontmanteling studies
ontmantelingsopzet = een specifiek ingrediënt wordt uit de behandeling gehaald om vast te stellen hoeveel effectiever de totale behandeling is in vergelijking met behandeling zonder dat ene ingrediënt
26
naleving en bekwaamheid
bekwaamheid = aspecten van de therapie die de uitkomst voorspellen en die de effectieve therapeuten lijken te onderscheiden van de minder effectieve therapeuten
27
probleem naleving en bekwaamheid
de resultaten zijn niet per se beter als therapeut strak protocol volgt, dit kan zelfs de alliantie verzwakken en weertstand tegen behandeling bieden