Artikel Harris Flashcards

(22 cards)

1
Q

eerste golf therapie

A
  • gedragsveranderingen en technieken als operante en klassieke conditionering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tweede golf therapie

A
  • cognitieve interventies domineerde deze golf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vier groepen van mindfulnessvaardigheden

A
  1. acceptatie
  2. cognitie van diffusie
  3. contact huidige moment
  4. het observerende zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uniek aan ACT

A
  • enige westerse psychotherapie ontiwkkeld in combinatie met relational frame theory
  • geen symptoom reductie als doel
  • ACT berust niet op aanname gezonde normaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gezonde normaliteit

A

mensen zijn van nature psychologisch gezond en van nature gelukkig
- psychisch lijden wordt als abnormaal gezien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom gezonde normaliteit onjuist volgens ACT

A
  • 30% van volwassenen lijdt aan psychiatrische stoornis
    -depressie is de vierde grootste, duurste en slopende ziekte ter wereld
  • 1/4 lijdt ergens is zijn leven aan een drugs- of alcoholverslaving
  • 1 op 2 mensen gaan fase foor waarin ze zelfmoord overwegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

destructieve normaliteit ACT

A
  • ACT gaat ervan uit dat normale geest vaak destructief kan zijn en op een punt ons psychologisch lijden veroorzaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wortel van destructieve normaliteit

A
  • taal: publiek en prive
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prive taalgebruik

A

denken, dagdromen, plannen ,visualiseren
- = cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 kanten van taal

A
  • positief: helpt ons te communiceren en plannen te maken, leren van verleden etc
  • negatief: gebruiken het om te liegen, bedriegen, zorgt voor geweld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

emotionele controle strategieën

A
  • als mensen zodanig veel vermijding gebruiken dat het kostbaar of levens verstorend wordt
  • ze proberen hiermee controle uit te oefenen op hoe we ons voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ACT concentreert op 2 hoofdprocessen

A
  1. het ontwikkelen van acceptatie van ongewenste privé ervaringen die buiten persoonlijke controle vallen
  2. betrokkenheid en actie om een gewaardeerd leven te leiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kern-ACT interventies

A
  • de agenda onder ogen zien
  • controle is het probleem, niet de oplossing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de agenda onder ogen zien

A
  • emotionele controle op een zachte manier ondermijnd
  • cliënten identificeren de manieren hoe ze van privé-ervaringen wilde of komen of vermijden
  • vervolgens moeten ze deze methode beoordelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

controle is het probleem, niet de oplossing

A
  • cliënten bewust maken dan emotionele controlegestrategieën deels verantwoordelijk zijn voor het probleem
  • zolang ze gefixeerd zijn met controle over hun voelen, blijven ze in vicieuze cirkel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

metaforen controle

A
  • drijfzand
  • strijdschakelaar
  • schoon ongemak
  • vuil ongemak
17
Q

drijfzand

A

hoe meer je worstelt in drijfzand, hoe meer je wordt meegenomen

18
Q

strijdschakelaar

A

in ons hoofd zit een schakelaar
- als hij aan staat, strijden we tegen alle pijn die op ons pad komt
- als schakelaar uit staat, geen moeite met alle emoties de we ervaren hoe onaangenaam ze ook zijn

19
Q

schoon ongemak

A

zonder strijd komen we op een natuurlijk niveau van fysiek en emotioneel ongemak, ACT noemt dit schoon ongemak

20
Q

vuil ongemak

A

zodra we met de ongemakken worstelen, nemen onze ongemakken snel toe. het extra lijden noemen we vuil ongemak

21
Q

6 kernprincipes ACT

A
  • defusie
  • acceptatie
  • contact met huidige moment
  • het observerende zelf
  • waarden
  • toegewijde actie
22
Q

therapeutische relatie ACT

A
  • compassie, acceptatie, empathie en respect
  • vermogen om psychologisch aanwezig te blijven en ontwikkelen