Efflorescenties Flashcards

(31 cards)

1
Q

macula

A

Vlek (kleurverandering zonder verhevenheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dyschromie

A

Verkleuring (pigmentstoornis van de huid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

erytheem

A

Roodheid (door vaatverwijding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

purpura

A

niet wegdrukbare roodheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Teleangiectasia

A

gesprongen bloedvaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

papula

A

Bultje (klein, stevig en verheven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

urtica

A

Galbult

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nodulus

A

Diep bultje (klein knobbeltje in de huid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nodus

A

Grotere knobbel (dieper en groter dan nodulus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

plaque

A

Platte verheven plek (samenvoeging van papels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vesicula

A

Blaasje (klein, gevuld met helder vocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bulla

A

Blaren (groter dan vesicula, met helder vocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pustula

A

Puistje (blaasje gevuld met pus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

squama

A

Schilfer (loslatende huidlaag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

comedo

A

mee-eter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

erosie

A

Oppervlakkige schaafwond (verlies van oppervlakkige huidlaag)

17
Q

excoriatie

18
Q

lichenificatie

A

Verdikte huid (door chronisch krabben, grover huidreliëf)

19
Q

rhagade

20
Q

Vlek (kleurverandering zonder verhevenheid)

21
Q

Verkleuring (pigmentstoornis van de huid)

22
Q

Bultje (klein, stevig en verheven)

23
Q

Blaasje (klein, gevuld met helder vocht)

24
Q

Blaren (groter dan vesicula, met helder vocht)

25
Puistje (blaasje gevuld met pus)
pustula
26
Schilfer (loslatende huidlaag)
squama
27
mee-eter
comedo
28
Oppervlakkige schaafwond (verlies van oppervlakkige huidlaag)
erosie
29
krabwond
excoriatie
30
Verdikte huid (door chronisch krabben, grover huidreliëf)
lichenificatie
31
kloofje
rhagade