HC 10.1 Kinderpsychiatrische stoornissen Flashcards
(29 cards)
Wat zijn de 3 subtypes van ADHD?
- aandachtstekort EN hyperactiviteit-impulsiviteit
o 6 of meer symptomen uit een lijst van 9, voor beide kerndimensies - overwegend aandachtstekort
o alleen voldoende symptomen wijzend op aandachtsproblemen - overwegend hyperactiviteit-impulsiviteit
o alleen voldoende symptomen betreffende hyperactiviteit-impulsiviteit
De symptomen moeten ook aanwezig zijn op meerdere plekken bijv. zowel thuis als op school.
Wat zijn de 9 symptomen die duiden op aandachtsproblemen?
- onvoldoende aandacht voor details of achteloos fouten maken
- moeite om de aandacht bij taken of spel te houden
- niet lijken te luisteren
- aanwijzingen niet opvolgen of opdrachten niet kunnen afmaken
- moeite met organiseren van taken
- vermijden of afkeer hebben van taken die langdurige geestelijke inspanning vragen
- dingen kwijt raken die nodig zijn voor taken
- gemakkelijk afgeleid worden
- vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Wat zijn de 9 symptomen die duiden op hyperactiviteit-impulsiviteit?
Hyperactiviteit
- onrustig bewegen met handen en voeten of draaien op zijn of haar stoel
- opstaan als zitten blijven verwacht wordt
- rondrennen of overal op klimmen als dit ongepast is
- moeilijk rustig kunnen spelen of ontspannende activiteiten uitvoeren
- in de weer zijn of maar doordraven
- aan een stuk door praten
Impulsiviteit
- het antwoord eruit gooien voordat de vragen afgemaakt zijn
- moeite hebben met op de beurt wachten
- verstoren van bezigheden van anderen
Komt ADHD altijd alleen voor?
Nee, ADHD komt meestal voor in combinatie met andere problematiek. In 30% van de gevallen is er sprake van alleen ADHD. Het komt voor met autisme, dyspraxie (handelingen niet goed kunnen uitvoeren), depressie, dyslexie en dyscalculie, angst, depressie, tics.
Wat is de prevalentie van ADHD?
- 3 - 5% kinderen op basisschoolleeftijd
- 1,5% jeugdigen
- 1% volwassenen
Man-vrouw ratio (kinderen): 3:1, klinisch veel meer jongens dan meisjes
Wat is het beloop van ADHD?
- soms in remissie op volwassen leeftijd (in 30% van de gevallen)
- afname van aandachtsproblemen < afname van hyperactiviteit/impulsiviteit (mensen houden dus meer last van het aandachtsprobleem.
Wat is de etiologie van ADHD?
Het is een multicausale, heterogene stoornis
- Genetische factoren
o erfelijkheid (65-90%): meerdere genen betrokken, meestal is genetische diagnostiek bij alleen ADHD niet zo zinvol, zitten er nog andere aandoeningen bij dan heeft het meer nut.
o kandidaat-genen, o.a.:
dopamine-D4-receptorgen (DRD4)
dopaminetransportergen (DAT1)
N.B.: verklaarde variantie is klein!!
- omgevingsinvloeden
o maternaal roken of alcoholgebruik in de zwangerschap
o laag geboortegewicht
o psychosociale risico-omgeving
- gen-omgevingsinteracties
- neuropsychologische mechanismen:
o executieve functies
- neurofysiologisch: trage hersengolven, verhoogde theta/beta-ratio (passend bij immature corticale ontwikkeling): hierdoor verminderde remmende invloed vanuit de cortex.
Wat zie je aan de hersenen bij ADHD?
- structureel:
o kleiner globaal hersenvolume
o kleinere specifieke structuren:
nucleus caudatus, cerebellum, orbitofrontale cortex
o cortexrijping 1,5 - 2 jaar vertraagd - functioneel:
o prefrontale cortex verminderde activiteit (frontostriataal)
o hyperactivatie bijv. pariëtaal
Wat is de behandeling van ADHD?
- Ouders
o psycho-educatie: informeren
o ouderbegeleiding (gedragstherapeutische interventies) - Kind
o psycho-educatie
o zelfregulatietraining (stop-denk-doe) (in combinatie met ouders)
o neurofeedback?
o planning- en organisatietrainingen/’serious games’?
o voedingssupplementen/eliminatiedieet?
o medicatie: methylfenidaat, dexamfetamine, atomoxetine, guanfacine, clonidine - School
o psycho-educatie
o gedragstherapeutische interventies
Over de jaren zien we afname van de behandeling met methylfenidaat onder de kinderen, maar onder volwassenen blijft het gebruik hoog. Missen we hierdoor kinderen met ADHD?
Wat zijn voorbeelden van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen?
- autismespectrumstoornis
- stoornis van Gilles de la Tourette
- persisterende motorische- of vocale-ticstoornis
- voorlopige ticstoornis
- stereotiepe-bewegingsstoornis
- aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis
- specifieke leerstoornis met beperkingen in lezen (dyslexie)
- specifieke leerstoornis met beperkingen in rekenen (dyscalculie)
- specifieke leerstoornis met beperkingen in schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden
- taal(ontwikkelings)stoornis (TOS)
- stoornis in spraakvloeiendheid (stotteren)
- spraakklankstoornis
- sociale communicatiestoornis: lichte vorm van autisme, pragmatische taalstoornis: oogcontact en gebaren gestoord
- coördinatieontwikkelingsstoornis (DCD, dyspraxie)
- globale ontwikkelingsachterstand
- verstandelijke beperking
Wat zijn voorbeelden van angststoornissen?
- paniekstoornis
- agorafobie
- gegeneraliseerde-angststoornis (GAD)
- sociale-angststoornis (sociale fobie)
- specifieke fobie
- separatieangststoornis (SAD)
- selectief mutisme: op school niet praten maar bijv. thuis wel.
Wat zijn voorbeelden van obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen?
- obsessieve-compulsieve stoornis (OCD): extreme dwanghandelingen en dwanggedachten
- verzamelstoornis: bijv. een huis vol met kranten, ze willen niks weggooien
- morfodysfore stoornis
- trichotillomanie: haren uittrekken, huidpulkstoornis
- excoriatiestoornis (huidpulkstoornis)
Het is niet erg om dingen te checken maar als je daardoor wordt beperkt in je dagelijks leven dan heet het een stoornis.
Wat zijn voorbeelden van trauma- en stressorgerelateerde stoornissen?
- acute stressstoornis
- aanpassingsstoornis
- posttraumatische-stressstoornis (PTSS)
- reactieve hechtingsstoornis
- ontremd-sociaalcontactstoornis (ook een hechtingsstoornis)
Bij hechtingsstoornissen heb je traumatisering, slechte opvoeding meegemaakt later zie je dan dat de kinderen of met iedereen contact maken of juist heel timide worden.
Wat zijn voorbeelden van somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen?
- conversiestoornis (functioneel-neurologisch-symptoomstoornis): o.a. PNEA: gedragingen uiten zich op neurologisch gebied maar de neuroloog vindt geen uitkomsten (kinderen met epilepsie hebben soms naast de epilepsie pseudoepilepsie: aanvallen waarbij er op de EEG geen afwijkingen worden gevonden). Verbetering mogelijk met oefentherapie en hypnotherapie
- nagebootste stoornis
- morfodysfore stoornis: afwijkingen aan het lichaam veel groter ervaren dan ze zijn.
- somatisch-symptoomstoornis: ALK
Wat zijn de voorbeelden van voedings- en eetstoornissen?
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
- eetbuistoornis
- pica: eten van oneetbare dingen
- ruminatiestoornis
- vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID): vermijden van bepaalde voedingsmiddelen
Wat zijn de voorbeelden van genderdysforie?
- genderdysforie bij kinderen
- genderdysforie bij adolescenten en volwassenen
Ervaren en biologische geslacht zitten niet op 1 lijn.
Wat zijn de voorbeelden van disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen?
- normoverschrijdend-gedragsstoornis (conduct disorder, CD)
- oppositionele-opstandige stoornis (ODD)
Wat zijn voorbeelden van depressieve-stemmingsstoornissen?
- disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis (DMDD): driftbui stoornis.
- depressieve stoornis
- dysthyme stoornis
Wat zijn voorbeelden van ernstige psychiatrische aandoeningen EPA?
- bipolaire stoornissen
- psychotische stoornissen
Wat kun je zeggen over de diagnostiek naar psychiatrische stoornissen bij kinderen en jeugdigen?
- kinderen zijn in ontwikkeling
- gedrag van kinderen varieert per context en moment
- nog onvoldoende in staat om over zichzelf te vertellen
- meer dimensioneel dan categoraal bepaald
- Dus nodig:
o verschillende informanten voor onderzoek: ouders, leerkrachten en het kind zelf
o verschillende methoden van onderzoek: bijv. vragenlijsten
o vanuit verschillende invalshoeken/disciplines kijken:
Je kunt kijken naar internaliserende problemen: waar het kind zelf last van heeft en naar de externaliserende problemen: waar heeft de omgeving last van.
Wat vraag je uit in de ouderanamnese?
- Klachtenanamnese (hoofdklacht; vanuit differentiaal-diagnose)
- Ontwikkelingsanamnese en huidig functioneren
o zwangerschap, perinatale complicaties, groei, slaap- en voedingsproblemen, temperament, motoriek, taal, zindelijkheid, contacten, schoolverloop, life-events - Tractusanamnese
o medicatiegebruik, hersenaandoeningen, gehoors- en visusproblemen, atopie/voedselintolerantie - Familieanamnese
Wat zijn de gespreksonderwerpen waar je het over kunt hebben bij de anamnese bij het kind?
- Klachtenanamnese: hangt af van de leeftijd en of het kind een verstandelijke beperking heeft.
- Activiteiten/hobby’s
- School/werk
- Vrienden
- Gezin
- Lichamelijke klachten
- Trauma’s/ingrijpende gebeurtenissen
- Emoties/gevoelens/zelfbeleving
- Projectievragen
- Reden van komst, specifieke problemen
Wat voor observaties kun je doen tijdens het kindinterview?
- Algemene indruk en uiterlijk
- Bewustzijn en oriëntatie
- Contact met ouders en contact met onderzoeker
- Geschatte intelligentie
- Grove en fijne motoriek
- Spraak en taal
- Waarneming en denken
- Aandacht en concentratie
- Impulsiviteit
- Activiteit
- Frustratietolerantie
- Stemming en affect
- Gewetensfunctie
- Spel
Wat voor aanvullende diagnostiek doen we bij kinderen met psychiatrische problematiek?
- Psychologisch onderzoek
o IQ, diagnostiek van leerproblemen en taalstoornissen
o aandacht, geheugen, planning - Somatisch onderzoek (er is geen diagnose binnen de psychiatrie die op basis van somatische testen kan worden gesteld)
o screening, verwijzing
o op indicatie nader onderzoek
o medicatie