ZO 8.1 Basale kernen en functiestoornissen Flashcards

(17 cards)

1
Q

Welke twee structuren kan je ook schalen onder de basale kernen?

A

Nucleus subthalamicus en de substantia nigra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke hersendelen bevinden zich de vier hoofddelen van de basale kernen?

A
  • Striatum en globus pallidus zijn gelegen in het telencephalon
  • De nucleus subthalamicus is gelegen in het diencephalon
  • De substantia nigra is gelegen in het mesencephalon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe karakteriseer je de input van de cerebrale schors naar de medium spiny neurons van het striatum?

A

Input van een aantal delen van de cortex convergeert op medium spiny neurons van een bepaald deel van het striatum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef per bewering aan of deze juist of onjuist is:
1. De output van de cerebrale schors is GABAerg.
2. De output van het striatum is GABAerg.
3. Het striatum bevat alleen medium spiny neurons.
4. Alleen het striatum bevat medium spiny neurons.
5. Medium spiny neurons vertonen veel spontane activiteit.
6. Medium spiny neurons zijn actief ten gevolge van het uitvoeren van een beweging.

A
  1. Onjuist, 2. Juist, 3. Onjuist (er zijn bijv. ook cholinerge neuronen), 4. Juist, 5. Onjuist (medium spiny neurons vertonen geen spontane activiteit), 6. Onjuist (medium spiny neurons zijn niet actief ten gevolge van beweging maar als voorbode of begeleider van bewegingen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf nu in eigen woorden het zogenaamde directe hoofdcircuit van de basale ganglia? Geef daarbij aan wat excitatoire en wat inhibitoire verbindingen zijn.

A

cortex 1 -> striatum 2 -> globus pallidus (interna) 3 -> VA/VL thalamus 4 -> motor cortex. 1: excitatoir – 2: inhibitoir – 3: inhibitoir – 4: excitatoir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee gebieden zijn verantwoordelijk voor de output van de basale ganglia? Wat kun je zeggen van de spontane activiteit van neuronen in deze twee outputgebieden? Wat zijn hun belangrijkste doelgebieden?

A

Globus pallidus pars interna (GPi) en de substantia nigra pars reticulata (SNr). Deze gebieden zijn overwegend tonisch (continue) actief en kunnen fasisch (tijdelijk) stil zijn om beweging toe te staan. Doelgebied van GPi is vnl. Thalamus (‘motor’ thalamus : VA/VL) ; doelgebied van SNr is vnl colliculus superior.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verklaar in je eigen woorden waarom deze studies aantonen dat de basale kernen een ‘permissive role …in the initiation of movement’ hebben?

A

activiteit van het striatum bepaalt wanneer en hoe de inhibitie van de thalamus door de globus pallidus wordt opgeheven. Het striatum staat dus toe dat er bewegingen kunnen gaan plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verklaar in je eigen woorden waarom het directe en het indirecte circuit elkaars antagonisten zijn (met andere woorden: elkaar tegenwerken).

A
  • Activiteit van medium spiny neurons in het directe circuit resulteert in inhibitie van globus pallidus output naar de thalamus.
  • Activiteit van medium spiny neurons in het indirecte cirtuit resulteert via inhibitie van globus pallidus pars externa in toename van activiteit van de nucleus subthalamicus die de inhibitie van globus pallidus output naar de thalamus juist activeert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke neuronen in welk deel van de basale kernen ontvangen een dopaminerge input? Waar ligt de neuronen die deze dopaminerge input verzorgen?

A

De medium spiny neurons van het striatum ontvangen een dopaminerge input van neuronen gelegen in de substantia nigra pars compacta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe beïnvloedt dopamine release het directe en het indirecte circuit? Hoe zou je dus het ‘netto’ effect van dopamine kunnen omschrijven?’

A

Dopamine stimuleert het directe circuit (vergroot de inhibitie op de globus pallidus output naar de thalamus) en inhibeert het indirecte circuit (met als resultaat een verminderde excitatie op de globus pallidus output naar de thalamus).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dopamine wordt gerelateerd met zogenaamde ‘reinforcement learning’. Wat wordt daarmee bedoeld?

A

Dopamine release wordt gestimuleerd als een ‘reward’ voor een geslaagde actie. Handelingen die profijt voor het individu opleveren worden op die manier gestimuleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verklaar in eigen woorden waarom bij de ziekte van Parkinson vooral hypokinetische symptomen voorkomen.

A

dopamine release resulteert via zowel het directe als het indirecte circuit in een verminderde inhibitie van de thalamus door de globus pallidus. Degeneratie van dopaminerge cellen resulteert dus in een afname van de dopamine release wat juist gepaard gaat met een toename van de inhibitie van de thalamus door de globus pallidus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verklaar in eigen woorden, gebruikmakend van Figuur 18.10, waarom bij de ziekte van Huntington vooral hyperkinetische symptomen voorkomen.

A

Bij de ziekte van Huntington degenereren in eerste instantie vooral de medium spiny neurons van het indirecte circuit. Hierdoor vermindert de excitatie van de globus pallidus door de n. subthalamicus, met als gevolg een vermindering van de inhibitie op de thalamus waardoor makkelijker bewegingen worden geïnduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verklaar de symptomen die optreden na een laesie van de rechter nucleus subthalamicus. Hoe wordt dit syndroom genoemd?

A

Snelle en grote, schoppende en slaande bewegingen van de ledematen aan de linkerkant van het lichaam. Deze worden veroorzaakt door het wegvallen van de excitatie van de globus pallidus, gepaard gaand met een sterkte terugval in de inhibitie van de thalamus door de globus pallidus. Dit syndroom staat bekend als hemiballisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

‘Deep brain stimulation’ (DBS) Is een techniek waarbij, door inbrengen van een elektrode, delen van de hersenen chronisch gestimuleerd kunnen worden. Het resultaat bij de ziekte van Parkinson is dat de activiteit van neuronen die onder invloed staan van de stimulatie wordt onderdrukt. Uitgaande van de hierboven beschreven werking van DBS, wat is dan het resultaat van DBS van de n. subthalamicus en van de globus pallidus, pars interna?

A

DBS van n. subthalamicus en globus pallidus resulteren allebei in meer beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk van de vier basale kern circuits genoemd in Box 18B wordt in verband gebracht met verslaving aan drugs.

A

het zgn. limbische circuit (limbic loop)

17
Q

Beschrijf in je eigen woorden op welke wijze een stof als cocaïne ingrijpt op het functioneren van het basale kern circuit.

A

Cocaïne versterkt de werking van dopamine in de nucleus accumbens