PD 9.1 en ZO 9.6 Psychiatrische ziekteleer Flashcards
(16 cards)
Wat zijn de belangrijkste functies van het psychiatrisch onderzoek?
- Algemene indruk: wat voor iemand heb ik voor me?
- Bewustzijn: is contact wel mogelijk? (hierbij speelt ook aandacht en concentratie een rol)
- Waarnemen: wat is de input van het denken? (hallucinaties)
- Denken vorm: kan iemand efficiënt denken? (als je patiënt niet kan volgen in de rode draad van het verhaal)
o Bij angststoornissen is er bijna nooit een probleem bij de vorm van het denken. - Denken inhoud: wat is de output van het denken? (wanen)
- Stemming: invloed van de output van de patiënt? (hoe je je voelt over de afgelopen week)
- Affect: hoe stabiel is die invloed? (hoe je emotie reageert op prikkels): kan bijv. sterk of weinig moduleren.
- Psychomotoriek: hoe beweegt de patiënt daarbij?
- Gedrag en motivatie: wat doet de patiënt daardoor? Of wat doet ze daardoor niet?
Wat is psychiatrie?
- Medisch specialisme dat zich bezighoudt met patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op het gebied van psychiatrische ziekten.
- Psychiatrische symptomen zijn gerelateerd aan verstoringen in de psychische functies van de hersenen. De psychische functies betreffen de complexe interacties tussen het individu en diens omgeving: het zich bewust worden van informatie uit de omgeving, en deze waarderen, wegen en toetsen aan eerdere ervaringen, leidend tot automatische spierbewegingen en tot op de omgeving gerichte handelingen.
- Van de meeste psychiatrische ziekten is er geen pathologisch-anatomisch substraat of pathofysiologisch proces bekend. De classificatie berust op het vaststellen van en syndroom: een kenmerkend patroon van klachten en symptomen. Daarom spreek je vaak van ‘psychiatrische stoornissen’ en niet van ‘psychiatrische ziekten’.
Wat is een psychiatrische ziekte?
- Een ziekte met psychische symptomen en/of door psychische oorzaken
- Leidend tot subjectief lijden en/of problemen in het functioneren.
Wat zijn psychische symptomen?
Symptomen van stoornissen in de psychische functies van de hersenen. Kunnen worden veroorzaakt door psychische problemen maar ook door lichamelijke problemen (zoals een hypothyreoïdie). De symptomen kunnen slaan op het psychische vlak maar ook op het lichamelijke vlak (zoals bij anorexia nervosa).
Wat is de trias psychica?
De drie hoofdfuncties:
1. Cognitieve functies (denken): bewustzijn, aandacht, concentratie, oriëntatie, geheugen, waarneming, denken
2. Affectieve functies (voelen): emoties
3. Conatieve functies (handelen): psychomotoriek, motivatie, gericht gedrag, mimiek, gestiek
Hoe doe je het psychiatrisch onderzoek?
Het exploreren van de klacht, observatie doe je al tijdens het luisteren van het gesprek. Daarnaast kun je nog eventueel aanvullende testen doen. Als je er niet uit komt met je autoanamnese dan moet je een heteroanamnese uitvoeren.
Wat zijn de verschillen tussen het psychiatrisch en neurologisch onderzoek?
- Accent op subjectieve symptomen dus op anamnese en exploratie
- Anamnese en onderzoek tegelijkertijd
- Anamnese uitgebreider o.a. biografie
- Geen aanvullend onderzoek meestal mogelijk (je kan niet op basis van een MRI of lab een psychiatrische diagnose stellen)
- Psychische functies zijn zowel object als subject van het onderzoek.
Wat zijn de verschillen tussen psychiatrie en overige specialismen?
- Ziekten worden meestal veroorzaakt door materiële oorzaken (zoals bacteriën), bij psych ook door psychische oorzaken
- Meestal is er een probleem in de complexe hersenfuncties en kun je het niet precies lokaliseren
- Naast fysieke ziekteprocessen zijn er ook psychologische ziekteprocessen.
- Er zijn vooral subjectieve klachten
- Naast somatische therapieën geven ze ook psychotherapieën.
Waardoor wordt een psychiatrische ziekte meestal veroorzaakt?
Door meerdere oorzaken dit noem je etiologische heterogeniteit. Je kunt pas spreken van een ziekte als de etiologie en de pathologie van een ziekte bekend is. Daarnaast vertonen psychiatrische ziektebeelden meerdere uitingen dit noemen we klinische heterogeniteit.
Welke twee typen psychiatrische diagnosen zijn er?
- Syndroom of descriptieve diagnose: alleen beschrijvend en geeft geen informatie over de reden en manier van ontstaan
- Structuurdiagnose: geeft naast een beschrijving van de symptomen, aan waardoor en op welke wijze het syndroom is ontstaan.
Waaruit bestaat de syndroom diagnose?
Syndroom diagnose of descriptieve diagnose
- Classificatie
- Beschrijvend
- Geen informatie over redenen en manier van ontstaan
- Lijstjes met criteria/symptomen waarvan de patiënt er een minimaal aantal moet hebben
- DSM 5
- Hiërarchie in de syndromen
- (ICD 11)
Wat is er belangrijk bij de structuurdiagnose?
- De etiologie: oorzaak/oorzaken die tot de aandoening leiden
- Pathogenese: wijze waarop de etiologische factoren tot de stoornis leiden
o Onderscheid tussen fysio- of psychopathogenese. Fysiopathogenese: neurobiologische factoren die bijdragen aan een psychiatrische aandoening. Stoornissen die ontstaan door afwijkingen in de vroege ontwikkeling van de hersenen zijn meestal genetisch bepaald (bijv. Autisme). Stoornissen die later in het leven optreden zijn met name bepaald door omgevingsfactoren (bijv. PTSS). - De verschillende etiologische factoren zijn onder te verdelen in:
o Predisponerend (draagkracht, kwetsbaarheid): waarom u? Wat maakt iemand kwetsbaar?
o Luxerend (draaglast, omstandigheden): waarom nu?
o Onderhoudend: waarom nog?
Op welke leeftijd beginnen bijna alle psychiatrische aandoeningen?
Bijna alle psychiatrische aandoeningen beginnen voor het 40e levensjaar. Als iemand daarna voor het eerst presenteert met psychiatrische symptomen dan moet je denken aan een lichamelijke oorzaak.
Je bent huisarts en een 63 jarige man komt op het spreekuur. Hij is somber en kan minder plezier beleven. Hij is afgevallen, slaapt slecht en hij zit voornamelijk de hele dag op de bank. De lichamelijke voorgeschiedenis is blanco. Hij is met vervroegd pensioen gestuurd door de recente crisis. Zijn werkanamnese kenmerkt zich door veel ziekteverzuim. Hij is een man die zijn hele leven al slecht tegen veranderingen kan, hij is erg perfectionistisch, koppig en gierig. In de familie komen geen depressieve stoornissen voor. De klachten zijn acht maanden geleden langzaam aan begonnen na zijn laatste werkweek. Hij heeft geen hobby’s, nauwelijks sociale contacten, is ongehuwd en heeft geen kinderen. Het lichamelijk onderzoek laat geen afwijkingen zien.
Vraag: Plaats de onderstaande cijfers in het juiste vak van de structuur diagnose.
1. Vervroegd pensioen
2. Moeilijk tegen veranderingen kunnen, perfectionistisch, koppig en gierig
3. Hij heeft geen hobby’s, nauwelijks sociale contacten, is ongehuwd en heeft geen kinderen.
Je bent huisarts en een 57-jarige vrouw komt op het spreekuur. Ze is moe, somber en kan minder plezier beleven. Haar gewicht is afgenomen en ze slaapt slecht. De lichamelijke en psychiatrische voorgeschiedenis zijn blanco. Haar huwelijk is al jaren slecht door seksuele problemen. In de familie komen depressieve stoornissen voor. De klachten zijn vier maanden geleden begonnen nadat haar jongste zoon als laatste kind het ouderlijk huis verliet om te gaan studeren. Ze heeft geen hobby’s, ze heeft haar hele leven alleen gezorgd voor de kinderen.
Bij lichamelijk onderzoek zijn er geen afwijkingen.
Vraag: Plaats onderstaande cijfers in het juiste vak van de structuur diagnose
1. In de familie komen depressieve stoornissen voor
2. jongste zoon als laatste kind het ouderlijk huis verliet
3. Ze heeft geen hobby’s
Een 58-jarige vrouw wordt op de SEH binnen gebracht door de ambulance. Zij heeft een suïcidepoging ondernomen met 10 tabletten lorazepam. De volgende dag wordt zij gezien door de consultatief psychiater. Zij vertelt dat ze alleen woont en financiële schulden heeft. Voorheen heeft zij vooral in de prostitutie gewerkt en daar “een aardige cent” mee verdient. Sinds enkele maanden heeft zij last van een carpaal tunnel syndroom. De laatste weken kan ze niet meer van “een wit wijntje” genieten. Zij heeft het gevoel dat het leven niet meer de moeite waard is. Ze kan niet meer werken, voelt zich eenzaam en heeft geen hobby’s of andere bezigheden. Een val van de trap zonder verder aantoonbaar letsel was de druppel die de emmer deed overlopen. Haar moeder is op 55 jarige leeftijd overleden door een suïcide, zij was regelmatig opgenomen in een psychiatrische instelling. Haar vader heeft ze nooit gekend.
Bij het psychiatrisch onderzoek is er sprake van een helder bewustzijn, het denken is coherent maar wat vertraagd, er zijn geen wanen of hallucinaties. Ze voelt zich somber, er is sprake van anhedonie, slaapstoornissen, gewichtsverlies, suïcidale gedachten, gebrek aan toekomstperspectief, libidoverlies, gevoelens van vermoeidheid. De psychiater komt tot de conclusie dat er een depressieve stoornis aanwezig is.
Vraag: Plaats onderstaande cijfers in het juiste vak van de structuur diagnose.
1. Een val van de trap
2. Haar moeder is op 55 jarige leeftijd overleden door een suïcide
3. Zij vertelt dat ze alleen woont en financiële schulden heeft.
Structuurdiagnose: depressieve stoornis