ZO 8.5 Psychiatrisch onderzoek Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat zijn de onderdelen van het psychiatrisch onderzoek?

A
  1. Personalia
  2. Speciële anamnese
  3. Status mentalis onderzoek
  4. Psychiatrische voorgeschiedenis
  5. Gebruik van middelen en geneesmiddelen
  6. Familieanamnese
  7. Biografie
  8. Tractus anamnese en lichamelijk onderzoek
  9. Heteroanamnese
  10. Eventueel aanvullend onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 hoofdgroepen van psychische functies?

A
  1. Cognitieve functies
  2. Affectieve functies
  3. Conatieve functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke 4 hoofdgroepen bestaat het status mentalis onderzoek?

A

Het status mentalis onderzoek als onderdeel van het psychiatrisch onderzoek wordt weergegeven in onderstaande 4 hoofdgroepen:
1. Eerste indrukken
2. Cognitieve functies
3. Affectieve functies
4. Conatieve functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noteer je de bevindingen van het status mentalis onderzoek?

A

Eerste indrukken:
- Uiterlijk
- contact en houding
- klachtenweergave
Cognitieve functies:
- bewustzijn, aandacht en oriëntatie; geheugen
- intellectuele functies (oordeelsvermogen, ziektebesef- en inzicht, abstractievermogen, executieve functies, geschatte intelligentie en taal)
- waarneming
- denken (vorm en inhoud)
Affectieve functies:
- stemming
- affect
- somatische symptomen van stemmingsstoornissen
- somatische angstequivalenten
- pseudoneurologische symptomen
- overige somatisch niet (geheel) verklaarde klachten
Conatieve functies:
- psychomotoriek (mimiek, gestiek en spraak)
- motivatie en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke stoornissen kan een verwaarloosd uiterlijk aanwezig zijn als onderdeel van een aandoening?

A

Dementie, alcoholverslaving, schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De cognitieve functies zijn een belangrijk onderdeel van het onderzoek van de status mentalis. Uit welke onderdelen bestaan de cognitieve functies?

A

Bewustzijn, aandacht, concentratie, oriëntatie, geheugen, intellectuele functies, waarnemen, vorm van het denken en inhoud van het denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt somnolent in?

A

De patiënt antwoord alleen nog adequaat na krachtig aanspreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt soporeus in?

A

De patiënt geeft geen antwoord, maar voert wel eenvoudige opdrachten uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt subcomateus in?

A

De patiënt reageert allee nog op pijnprikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor welke psychiatrische aandoening is de verhoogde afleidbaarheid een belangrijke aanwijzing voor het bestaan ervan?

A

Manie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je de concentratie eenvoudig testen?

A

Door de patiënt de rekensom 100-7 te laten doen en dit 5 keer. Het gaat niet om de uitkomst van het rekenproces maar of de patiënt blijft doorgaan met rekenen en weet waar hij is in dit rekenproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke drie onderdelen wordt de oriëntatie onderverdeeld?

A

Tijd, plaats en persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke drie fases van het geheugen onderscheiden we bij het onderzoek van de status mentalis?

A

Drie fases van het geheugen:
1. Inprenting: vragen naar 3 woorden om te onthouden en die naar 5 min weer vragen.
2. Het korte termijn geheugen
3. Het lange termijn geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent semantische geheugen?

A

Vragen naar belangrijke algemene feiten of interessegebieden van de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent episodische geheugen?

A

Het vragen naar de gebeurtenissen uit de levensgeschiedenissen van de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent procedurele geheugen?

A

Het herinneren en kunnen uitvoeren van impliciet geleerde vaardigheden.

17
Q

Wat is de MMSE en waarvoor wordt het gebruikt?

A

De Mini-Mental State Examination (MMSE) wordt gebruikt om te screenen en de ernst van cognitieve stoornissen vast te stellen. De MMSE bestaat uit 20 items gericht op oriëntatie in tijd en plaats, eenvoudige geheugentest, concentratie, taal, rekenen, praxis en visuoconstructie. De score loopt van 0-30. Een vaak gebruikt afkappunt is >24 (wel/niet cognitieve stoornissen).

18
Q

Welke intellectuele functies worden er onderscheiden bij het onderzoek van de status mentalis?

A

Abstractievermogen, executieve functies, intelligentie, oordeelsvermogen, ziekte-inzicht.

19
Q

Wat is een hallucinatie en wat zijn verschillende typen hallucinaties?

A

Hallucinatie is een waarneming zonder dat er een externe stimulus aanwezig is.
Vijf typen hallucinaties:
- Akoestische hallucinatie (het horen van geluiden of stemmen)
- Visuele hallucinatie (het zien van schimmen, mensen of voorwerpen)
- Olfactorische hallucinatie (het ruiken van geuren)
- Gustatoire hallucinatie (iets proeven of een smaak hebben in de mond)
- Haptische hallucinatie (iets aan of onder de huid voelen of in het lichaam)

20
Q

Hoe ontdek je akoestische en visuele hallucinaties bij een patiënt?

A

Door er naar te vragen, hoort u wel eens stemmen terwijl er niemand anders aanwezig is, ziet u wel eens dingen die er niet kunnen zijn of die andere mensen niet zien?

21
Q

Wat betekend de waarneemstoornis: derealisatie?

A

Een doorgaans, onaangename, subjectieve ervaring van vervreemding ten opzichte van de omgeving. Heeft u wel eens het gevoel alsof u in een film leeft, alsof de omgeving onwerkelijk is?

22
Q

Wat betekend de waarneemstoornis: depersonalisatie?

A

Een doorgaans, onaangename, subjectieve ervaring van vervreemding ten opzichte van zichzelf of het eigen lichaam. Heeft u wel eens het gevoel alsof u in een vreemd lichaam zit, alsof u naar u zelf kunt kijken?

23
Q

Wat betekend de waarneemstoornis: illusionaire vervalsing?

A

Kortdurende foutieve zintuigelijke waarnemen van een werkelijke externe prikkel.

24
Q

Wat betekend synesthesie?

A

Synesthesie is het verschijnsel dat wanneer een zintuig geprikkeld wordt, bijvoorbeeld men hoort de klank van een woord, men ook gewaarwordingen van een ander zintuig ervaart, men ziet bijvoorbeeld tegelijkertijd de kleur blauw. In dit geval ‘hoort men kleuren’ en dit noemt men kleurwoordsynesthesie.

25
Wat zijn voorbeelden van denkstoornissen in de vorm van denken?
- vertraagd denken - versneld denken - wijdlopig denken - gedachtevlucht - incoherentie - concretisme
26
Hoe vraag je stoornissen in de vorm van denken uit bij de status mentalis?
- Heeft u de indruk dat uw gedachten trager of sneller gaan dan normaal? (Versneld vertraagd denken). - Heeft u moeite bij het denken om hoofd en bijzaken te onderscheiden (Wijdlopig denken). - Merkt u dat u snel van het ene onderwerp naar het andere onderwerp overgaat? (Gedachtevlucht). - Heeft u moeite uw eigen gedachten te volgen? (Incoherentie).
27
Wat zijn betrekkingsideeën?
Patiënt kent aan gebeurtenissen een speciale betekenis toe, maar is corrigeerbaar.
28
Wat is een betrekkingswaan?
De inhoud van de waan is een onjuiste overtuiging van de relatie patiënt/buitenwereld
29
Wat zijn wanen?
Patiënt heeft een oncorrigeerbaar denkbeeld in strijd met werkelijkheid
30
Wat is een beïnvloedingswaan?
Patiënt is ervan overtuigd zijn autonomie over het eigen denken te hebben verloren. Varianten van een beïnvloedingswaan: Gedachte-inbrenging, gedachtebelemmering, gedachteluidworden, gedachte-uitzending en gedachteonttrekking.
31
Welke verschillende wanen zijn er?
Paranoide waan, beïnvloedingswaan, erotonome waan, godsdienstwaan, schuldwaan, zondewaan, armoede waan, nihilistische waan, somatische waan.
32
Wat valt er onder affectieve functies?
De affectieve functies betreffen de stemming, het affect en de lichamelijk klachten die passen bij een stemmingsstoornis of angststoornis of lichamelijke klachten die niet (geheel) verklaard kunnen worden. Vooral het onderscheid tussen affect en stemming kan soms lastig zijn. De stemming is de subjectief ervaren grondtoon van het gevoelsleven. Het affect is de zichtbare expressie van emoties.
33
Wat valt er onder conatieve functies?
De conatieve functies gaan over het willen, streven en handelen. Iedereen heeft wensen en verlangens. Of die wensen en verlangens realiteit worden hangt af van vele factoren die te maken hebben met de persoon zelf en de omgeving. De meeste mensen kunnen op adequate wijze omgaan met hun wensen en verlangens. Ze worden pas afwijkend als ze de gangbare normen en waarden overschrijden en/of leiden tot psychische en/of somatische klachten. Hierbij kan gedacht worden aan verslavingen, drangstoornissen (voyeurisme, exhibitionisme, etc.) en agressief gedrag.
34
Waar let je op bij het beoordelen van de psychomotoriek?
Mimiek, gestiek (houdingen en gebaren), spraak.
35
Bij welke stoornis kan de gestiek vertraagd, gering of afwezig zijn?
Depressie
36
Wat is het verschil tussen een dranghandeling en een dwanghandeling? Geef drie voorbeelden van dranghandelingen.
Dranghandelingen zijn egosyntoon, dus niet wezensvreemd voor de patiënt. Er bestaat een innerlijk verlangen om de handeling uit te voeren, uitstel geeft een gevoel van spanning of opwinding. Na het uitvoeren van de dranghandleing treedt een gevoel van opluchting, lust of voldoening op. Dwanghandelingen gaan gepaard met angstgevoelens en niet met spanning of prikkelbaarheid zoals bij de dranggedachten. De angst bij dwanggedachten wordt verminderd door dwanghandelingen, terwijl de spanning of prikkelbaarheid bij dranggedachten over gaan in lustgevoelens en ontspanning na het uitvoeren van de dranghandeling. Dwanghandelingen zijn egodystoon. Voorbeelden van dranghandelingen: Gokken, stelen, vreetbuien, brandstichten, middelen misbruik en parafilieen.
37
Geef drie voorbeelden van impulsieve handelingen.
1. Suïcidepoging 2. Woede-uitbarsting 3. Automutilatie.