Pijninhibitie Flashcards

(20 cards)

1
Q

Aandoening van de perifere zenuw: anatomie

A
  • Degeneratie perifere projectie
  • Herstel treedt op indien mogelijk (hernieuwde uitgroei met functioneel contact)
  • Chemische veranderingen in ganglioncel tot herstel voltooid is
  • Echter: indien geen herstel optreedt/mogelijk is: kans op neuropathische pijn
    Regeneratie gaat gepaard met veranderingen in DNA afschrijvingen in DRGs.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

neuropathische pijn

A

Er ontstaat een neuroma. Die gaat AP generereren die wel leiden tot transmitter release leiden. Er is sprake van een pijnsensatie zonder pijnprikkel. Neuropathische pijn is het gevolg van spontane activiteit van beschadigde vezels en moet worden onderscheiden van nociceptieve = “normale” pijn door prikkeling van nociceptoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij het neuroma

A
  • Ectopische impuls generatie (spontaan of door mechanische prikkeling)
  • Groot aantal Na+ kanalen
  • Vezels die elkaar prikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaat nociceptie?

A

anterolateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe gaat aanraking etc?

A

dorsale kolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gnostische sensibiliteit (ipsilateraal)

A

o Fijne tast/aanraking
o Proprioceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vitale sensibiliteit (contralateraal)

A

o Nociceptie
o Temperatuur
o Jeuk
o Grove tast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Perceptie, limbisch systeem

A

De nociceptieve informatie naar de somato-sensibele cortex is belangrijk voor de lokalisatie van de pijnprikkel de discriminatieve component. Samen met touch in VPL, maar gescheiden circuits. De nociceptieve informatie naar de insula en gyrus cinguli is belangrijk voor de emotionele gevoelens bij de pijnprikkel: de affectieve component.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Insula, achterste deel

A

intrinsiek vanuit je lichaam: pijn etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Insula, voorste deel

A

boosheid, koele temp, walging in gezichtsuitdrukking, betrouwbaarheid in gezichtsuitdrukking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nociceptie: transductie tot perceptie

A

Als de pijnprikkel binnenkomt maakt deze eerst de emotionele reactie erop en de localisatie. Deze samen zorgen ervoor dat er een pijnervaring is. als je hier wat aan wil doen kan je dat doen met een pijnstiller. Die grijpt vroeg aan in het ontstaan van de pijnprikkel. Het hogere proces vervalt. Alternatief is dat je aangrijpt op het expectatie-center (verwachting van pijn, placebo-effect). Je gaat invloeden uitoefenen op de emotie  pijnervaring veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Factoren die een rol spelen bij perceptie

A
  • Karakteristieken van zorgprofessional en patiënt
  • Relatie met patiënt
  • Interventie kenmerken
  • Setting van gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pijninhibitie en pijnfacilitatie

A
  • Dorsaal medullaire reticulaire informatie: glutamaat facilitatie
  • Locus coeruleus: noradrenaline inhibitie
  • Parabrachiale nucleus: ???
  • Raphe nucleus: serotonine en GABA inhibitie

???

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

perifere theorie pijninhibitie

A

de poorthypothese. Pijn inhibitie door alfa-beta vezels.
o Door te wrijven: activeren van alfa-beta fibers zorgt voor activeren inhibitoire lokale interneuronen die inhibitie geven op het projectieneuron. Dit vermindert de pijnprikkel door een lokaal circuit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

centrale theorie pijninhibitie

A

afdalende inhiberende systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

controle van pijn, waar?

A

door het PAG
Flight respons zit hierin, maar ook iets voor het onderdrukken van pijnprikkels.

17
Q

pruritis, jeuk

A

Is een onplezierige sensatie van de huid die de drang oproept om te krabben. De functie van jeuk:
- Om ongewenste dingen te verwijderen
- Om weefsel beschadiging op te wekken om een genezingsproces te bevorderen/initieren

18
Q

Jeuk is gelijk aan pijn, want

A
  • Anatomische routes tot perceptie zijn vergelijkbaar
  • Patiënten die geen pijn voelen, hebben ook geen last van jeuk
  • Veel neuronen in dorsale hoorn reageren op zowel pijn als jeuk
  • Veel overeenkomsten in gebieden die geactiveerd wroden bij pijn en jeuk (fMRI)
19
Q

pijn en jeuk verschillen, want

A
  • Functie is anders
  • Opioiden remmen pijn maar kunnen jeuk induceren of versterken
  • Pijnlijke prikkels verminderen jeukgevoel
  • Jeuk treedt alleen op in de huid
    Verschillende soorten jeuk worden onderscheiden.