Les 2 - el mapa de España Flashcards
(63 cards)
1
Q
twee
A
dos
2
Q
tweede
A
segunda
3
Q
de tekst
A
el texto
4
Q
de kaart
A
el mapa
5
Q
van
A
de
6
Q
Spanje
A
España
7
Q
liggen, zich bevinden
A
estar (ww)
8
Q
op het Iberisch schiereiland
A
en la Península Ibérica
9
Q
scheiden van
A
separar de (ww)
10
Q
Frankrijk
A
Francia
11
Q
de straat van Gibraltar
A
el Estrecho de Gibraltar
12
Q
scheidt
A
separa
13
Q
van het
A
del (= de + el)
14
Q
het continent
A
continente
15
Q
Afrikaans
A
africano
16
Q
het noorden
A
el norte
17
Q
het zuiden
A
el sur
18
Q
het oosten
A
el este
19
Q
het westen
A
el oeste
20
Q
grenzen
A
limitar (ww)
21
Q
grenst
A
limita
22
Q
de Golf van Biskaje
A
el Mar Cantábrico
23
Q
de Atlantische Oceaan
A
el Océano Atlántico
24
Q
de Middellandse Zee
A
el Mar Mediterráneo
25
de hoofdstad
la capital
26
in het centrum
en el centro
27
het land
el país
28
de stad
la ciudad
29
de steden
las ciudades
30
belangrijke
importante
31
een eiland
una isla
32
ook
también
33
Spanje ligt op het Iberisch schiereiland.
España está en la Península Ibérica.
34
De Pyreneeën scheiden Spanje van Frankrijk.
Los Pirineos separan España de Francia.
35
De Straat van Gibraltar scheidt Spanje van het Afrikaanse continent.
El Estrecho de Gibraltar separa España del continente africano.
36
Frankrijk ligt in het noorden van Spanje.
Francia está al norte de España.
37
Spanje ligt ten zuiden van Frankrijk.
España está al sur de Francia.
38
Spanje grenst in het noorden aan de golf van Biskaje.
España limita al norte con el Mar Cantábrico.
39
Spanje grenst in het zuiden aan de Atlantische Oceaan, de straat van Gibraltar en de Middellandse Zee.
España limita al sur con el Océano Atlántico, el Estrecho de Gibraltar y el Mar Mediterráneo.
40
Spanje grenst in het westen aan Portugal en de Atlantische Oceaan.
España limita al oeste con Portugal y el Océano Atlántico.
41
Madrid is de hoofdstad van Spanje en ligt in het centrum van het land.
Madrid es la capital de España y está el centro de país.
42
Bilbao, Barcelona, Valencia, Sevilla en Malaga zijn belangrijke steden.
Bilbao, Barcelona, Valencia, Sevilla y Málaga son ciudades importantes.
43
Bilbao ligt in het noorden.
Bilbao está en el norte.
44
Barcelona en Valencia liggen in het oosten.
Barcelona y Valencia están en el este.
45
Sevilla en Málaga liggen in het zuiden.
Sevilla y Málaga están en el sur.
46
Mallorca is een eiland.
Mallorca es una isla.
47
Ibiza is ook een eiland.
Ibiza es también una isla.
48
Bij de douane
En la aduana
49
in de zomer
en verano
50
in het centrum
en el centro
51
Ser nooit in combinatie met 'en': Somos en España is onmogelijk!
Estar vaak in combinatie met 'en': Estamos en España.
52
ik ben (zich bevinden)
estoy
53
jij bent (zich bevinden)
estás
54
hij / zij is (zich bevinden)
está
55
wij zijn (zich bevinden)
estamos
56
jullie zijn (zich bevinden)estáis
estáis
57
zij zijn / u bent (zich bevinden)
están
58
België
Bélgica
59
Duitsland
Alemania
60
de Noordzee
el Mar del Norte
61
Den Haag
La Haya
62
de helft
la mitad
63
onder de zeespiegel
bajo el nivel del mar