Les 28 - En la Oficina de Turismo Flashcards
(46 cards)
1
Q
de VVV
A
la Oficina de Turismo
2
Q
we zouden graag willen
A
nos gustaría
3
Q
Waar gaat uw belangstelling naar uit?
A
adónde les interesa?
4
Q
de folder
A
el folleto
5
Q
het gegeven
A
el dato
6
Q
bieden
A
presentar
7
Q
in het kort
A
en resumen
8
Q
essentieel
A
esencial
9
Q
het oogpunt
A
el punto de vista
10
Q
de toren
A
la torre
11
Q
de gewoonte
A
la costumbre
12
Q
dit alles
A
todo ello
13
Q
vergezellen
A
acompañar
14
Q
bijzonder mooi
A
bellísimo/a
15
Q
de plattegrond
A
el plano
16
Q
verschillend
A
diferente
17
Q
de bezienswaardigheid
A
el lugar de interés
18
Q
verblijven
A
quedarse
19
Q
adviseren, aanraden
A
recomendar (ie)
20
Q
groter, grootst
A
mayor
21
Q
de graftombe
A
el sepulcro
22
Q
de hoogte
A
la altura
23
Q
vergeten
A
olvidar
24
Q
misschien
A
quizás
25
de sfeer
el ambiente
26
de vrolijkheid
la alegría
27
de joodse buurt
el barrio judio
28
we vinden erg leuk
nos encantan
29
oude / antieke
antiguo
30
de bakermat
la cuna
31
het aardewerk
la cerámica
32
tocht, tour
la ronda
33
te voet
a pie
34
het is de moeite waard
vale la pena
35
met een koets
en coche de caballos
36
stoppen
parar
37
de kroeg
la tasca
38
vertellen
contar
39
het klinkt
suena
40
klinken
sonar
41
iemand
alguien
42
bestaan
existir
43
moeten
haber que
44
schilderen
pintar
45
zo is het!
eso!
46
Het verschil tussen
quedar
quedarse
```
quedar = afspreken
quedarse = (ver)blijven
```
