Les 5 - Saludos Flashcards
(57 cards)
1
Q
vijf
A
cinco
2
Q
vijfde
A
quinta
3
Q
begroeting
A
saludo
4
Q
gesprek
A
diálogo
5
Q
op kantoor
A
en la oficina
6
Q
dat ben ik
A
soy yo
7
Q
erg goed
A
muy bien
8
Q
sorry
A
perdón
9
Q
goedenavond (vanaf donker)
A
buenas noches
10
Q
Hoe heet u?
A
¿Cómo se llama usted?
11
Q
heten
A
llamarse (ww)
12
Q
ik heet
A
me llamo
13
Q
Argentijnse
A
argentina
14
Q
wie?
A
¿quién?
15
Q
de camping
A
el camping
16
Q
het kind
A
el niño
17
Q
de kinderen
A
los niños
18
Q
heet jij
A
te llamas
19
Q
ze noemen mij
A
me llaman
20
Q
broer en zus
A
hermanos
21
Q
zussen
A
hermanas
22
Q
de broer
A
el hermano
23
Q
de zus
A
la hermana
24
Q
hebben
A
tener (ww)
25
ik heb
tengo
26
nog twee
otras dos
27
jouw
tu
28
de achternaam
el apellido
29
de vader
el padre
30
de moeder
la madre
31
ik begrijp het
lo entiendo
32
begrijpen
entender (ww)
33
tot ziens
hasta luego
34
Ik heet Marieke, maar ze noemen me Miek
Yo soy Marieke, pero me llaman Miek
35
Zijn jullie broers / broer en zus?
¿Sois hermanos?
36
Ik heb nog twee zussen
tengo otras dos hermanas
37
Wat is je achternaam?
¿Cuál es tu apellido?
38
Ach zo, ik begrijp het al.
Ah, sí, ya lo entiendo
39
Wilt u een kopje koffie?
¿Quiere usted un café?
40
Ober, een ander glas a.u.b. of Ober, nog een glas a.u.b.
Camarero, otro vaso, por favor.
41
de giro
el giro
42
de generaal
el general
43
logisch
lógico
44
de mensen
la gente
45
de kat
el gato
46
vrolijk
alegre [aLEkri]
47
de ballon
el globo
48
de oorlog
la guerra
49
de gitaar
la guitarra
50
onderscheiden
distinguir [distienKIER]
51
de ooievaar
la cigüeña [la szieKWEnja]
52
de schaamte
la vergüenza [la berKWENsza]
53
spreken, praten
hablar (ww)
54
het uur
la hora
55
het ei
el huevo [el webo]
56
vandaag
hoy
57
nu
ahora
