Les 9 - En el estanco Flashcards
(63 cards)
1
Q
negen
A
nueve
2
Q
negende
A
noventa
3
Q
de tabakswinkel
A
el estanco
4
Q
waarheen?
A
¿adónde?
5
Q
gaan
A
ir
6
Q
ander
A
otro
7
Q
de aansteker
A
el mechero
8
Q
dit, deze
A
éste
9
Q
de aanzichtkaart
A
la postal
10
Q
de enveloppe
A
el sobre
11
Q
hier in de buurt
A
por aquí
12
Q
naast
A
al lado de
13
Q
het pakje
A
el paquete
14
Q
Ik wil graag
A
Quería
15
Q
Heeft u / Verkoopt u …?
A
¿Tiene …?
16
Q
kijken
A
mirar
17
Q
tweehonderd
A
doscientas
18
Q
driehonderd
A
trescientas
19
Q
geeft u mij
A
déme
20
Q
geven
A
dar
21
Q
ik denk van …
A
creo que
22
Q
denken
A
creeer
23
Q
aan het kijken
A
mirando
24
Q
kijken
A
mirar
25
alles
todo
26
Ik denk (denken aan iets/iemand)
Pienso
27
está mirando
Zij is aan het kijken (kijkende)
28
Even kijken...
A ver ...
29
de banaan
el plátano
30
het zwembad
la piscina
31
het appartement
el apartamento
32
de film
la película
33
het dorp
el pueblo
34
het volk
el pueblo
35
rustig
tranquilo
36
klein
pequeño
37
de kaas
el queso
38
blijven
quedar
39
de trein
el tren
40
de boom
el árbol
41
de prijs
el precio
42
de slaapkamer
el dormitorio
43
rommelmarkt
rastro
44
cadeautje
regalo
45
restaurant
restaurante
46
kleding
ropa
47
de toren
la torre
48
de hond
el perro
49
de bergketen
la sierra
50
de vergissing
el error
51
een stokbrood
una barra de pan
52
Regelmatige werkwoorden op -ir
- o
- es
- e
- imos
- ís
- en
53
openen
abrir
54
schrijven
escribir
55
weglaten
omitir
56
ontvangen
recibir
57
toevoegen
añadir
58
de deur
la puerta
59
een brief
una carta
60
een letter
una letra
61
een briefkaart
una tarjeta
62
suiker
azúcar
63
De telwoorden van 0 tot 12
```
cero - uno
dos - tres
cuatro - cinco
seis - siete
ocho - nueve
diez - once - doce
```
