VO ruggenmerglaesie Flashcards

(26 cards)

1
Q

Witte stof doornemen?

A

Uitval onder laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grijze stof doornemen?

A

Uitval alleen op niveau van de laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat als laesie dorsale kolom?

A

Geen gnostische sens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zit parasympatische centrum?

A

S2-S4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zorgt voor blaaslediging?

A

Parasympaticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dus bij dwarslaesie boven S-niveau?

A

Uitgevallen blaaslediging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke informatie komt binnen in de dorsale hoorn (grijze stof)?

A

Vitale sensibiliteit (pijn, temperatuur).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Via welke vezels komt vitale info de dorsale hoorn binnen?

A

A-delta en C-vezels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met vitale info na binnenkomst in de dorsale hoorn?

A

Maakt synaps en kruist daarna direct naar de anterolaterale baan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke informatie wordt vervoerd via de dorsale kolom (witte stof)?

A

Gnostische sensibiliteit (fijne tast, vibratie, proprioceptie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met gnostische info in de dorsale kolom?

A

Loopt zonder te schakelen omhoog en maakt pas synaps in de medulla.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er na de synaps in de medulla met gnostische info?

A

Kruist daarna en stijgt verder via de mediale lemniscus naar de thalamus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de pijnlokalisatie bij een L4 hernia (wortel L4 uitval)?

A

Voorzijde bovenbeen en mediaal onderbeen.

18
Q

Welke reflex is aangedaan bij een L4 hernia?

A

Kniepeesreflex verlaagd.

19
Q

Wat is de pijnlokalisatie bij een L5 hernia (wortel L5 uitval)?

A

Laterale bovenbeen en onderbeen, dorsum voet, grote teen.

20
Q

Welke reflex is aangedaan bij een L5 hernia?

A

Geen duidelijke reflexafwijking.

21
Q

Wat is de pijnlokalisatie bij een S1 hernia (wortel S1 uitval)?

A

Achterzijde bovenbeen en onderbeen, laterale voetrand, hiel.

22
Q

Welke reflex is aangedaan bij een S1 hernia?

A

Achillespeesreflex verlaagd.

23
Q

Wat is de pijnlokalisatie bij een S2 hernia (wortel S2 uitval)?

A

Achterzijde dij en kuit (meestal minder specifiek dan S1).

24
Q

Welke reflex is aangedaan bij een S2 hernia?

A

Geen duidelijke specifieke reflex, mogelijk deel van achillespeesreflex.

25
Welke motorische uitval past bij een L5 hernia?
Zwakke dorsiflexie voet en tenen.
26
Welke motorische uitval past bij een S1 hernia?
Zwakke plantairflexie voet en tenen.