Recap Tentamens Flashcards

(89 cards)

1
Q

Waar liggen de motoneuronen die de m.erector spinae activeren?

A

in het mediale deel van de ventrale hoorn van het cervicale, thoracale en lumbosacrale ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sinus cavernosus

A

abducens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De piriforme cortex bevat slechts drie lagen i.p.v. vijf tot zes.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ITD - MSO - Verschil in tijd - Excitatie beide orden - lage tonen

ventrale cochleaire kernen

A

ILD - LSO - Verschil in intensiteit - Excitatie ipsi, inhibitie contra - hoge tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Posterieure BPPD - epley manouvre - dix hallpick

Brandt-darhoff oefeningen

A

horizontale BPPD - bbq manouvre - suppine roll

Brandt-darhoff oefeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

myasthenia gravis

A

ptosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GABAA in hersenschors

A

Glycine in ruggenmerg

En strychnine -> glycine receptor

glycine: chloride kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Absence epilepsie door hyperventileren

A

reflexepilepsieën, zoals akoestisch geïnduceerde epilepsie = harde geluid

foto sensitieve / juveniele myoclonus epilepsie of primair gegeneraliseerde epilepsie = flitsen

focale epilepsie, JME, NREM-gerelateerde epilepsie = slaaptekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Landolt kaart correctie, lees vraag aub goed

A

(visus * (norm+ extra afstand)) / norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afplakbehandeling = geslaagd bij herstelde visus

A

Bij die gezichtsveld vragen, onthou:
Linker hemisfeer is dus rechter gezichtsveld. EN onderste cortex ding is bovenste kwadrant

Ook met kleur enz, rechterhelft wordt omgezet in linker LGN bv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar worden gezichten waargenomen?

A

Gyrus fusiforme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alle lagen van de cornea van buiten naar binnen?

A

Epitheel -> Bowman’s membraan -> Stroma -> Descemet’s membraan -> endotheel

Epitheel herken je aan dikkere wand in histologie, is regeneratief.

Endotheel herken je aan eenlagige structuur, niet regenratief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

afvoeren kamerwater?

A

Kanaal van Schlemm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aanmaak kamerwater?

A

Corpus cillaire, pars plicata

De andere pars is: pars plana (overgangsgebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

meest voorkomende suprasellaire tumoren bij kinderen (rondom chiasma?)

En bij wie komen Hypofyse-adenomen voor?

A

craniopharyngeoom

en Hypofyse-adenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

epitympanicus enz

A

peritympanicus: stapes
hypotympanicus: geen [jugularis]
epitympanicus: malleus en incus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

endolymfe - apicaal - hoge kalium

A

perilymfe - basolateraal - hoge natrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Noem vijf complicaties van een cholesteatoom. (5p)

A

Meningitis
Erosie van gehoorbeentjes
gehoor verlies C / P
mastoiditis
uitval n. VII
uitval cochlea
uitval labyrint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vanaf welke geluidintensiteit kan lawaaibeschadiging optreden?

A

80

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Stapes achter-boven

A

Hamerumbo - centrum
Hamersteel voor onder
Incus achter boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De pupil van het scheelziende oog is lichtrood, de pupil van het fixerende oog is donkerrood.

A

Visuele verwerking gaat per gezichtsveld, dus linker gezichtsveld via rechter hemisfeer. Rechter gezichtsveld linker hemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Cholesteatoom heeft geen oorpijn!!

A

wel perceptief en conductief verlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Beschrijf de onderdelen van een beengeleidingstoestel, ligt de werking toe en geef de indicatie voor het gebruik van een
beengeleidingstoetstel. (4p)

Onderdelen 1 punt
geluidprocessor die omgevingsgeluid omzet in trillingen
Bij implanteerbare toestellen 1 punt
titanium schroef die onder de huid in het schedelbot is geplaatst en die vastgroeit in het bot.
Een verbindingsstukje dat beide onderdelen transcutaan verbindt, en de trillingen van de processor doorgeeft aan de schroef in het bot.
Bij niet implanteerbare toestellen wordt het toestel op een beugel, haarband of op een bril gedragen, die het toestel op de hoofdhuid drukt. De trillingen
worden dan door de huid heen aan het bot doorgegeven, hierbij gaat energie verloren.
Werking 1 punt
De schedel, met de daarin gelegen cochlea, wordt in trilling gebracht. Deze trillingen worden waargenomen in het orgaan van Corti.
Indicatie 1 punt
Conductieve gehoorverliezen en gemengde gehoorverliezen. Wanneer de perceptie bij een gemengd gehoorverlies slechter is dan ong 50 dB is het
toestel niet krachtig genoeg mee

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Weber positief links?
kan 1 vd 2 betekenen: Linker oor geleidingsverlies Rechter oor percetief verlies weber: links positief, links geleidingsprobleem
26
wijstest, rombergtest en looptest
27
✅ 2. Bij zwakte van de buikspieren kan een toegenomen lendenlordose optreden.
28
Hoever kan het conductieve gehoorverlies oplopen bij patienten met een niet-functionerend middenoorsysteem?
50-60 dB
29
masseter reflex
1. de nervus trigeminus 3. de nucleus mesencephalicus 6. de nucleus motorius van de n. trigeminus
30
1. Utriculus → meet horizontale versnellingen (zoals vooruit in een auto)
 2. Sacculus → meet verticale versnellingen (zoals in een lift)
31
latente en manifeste parese?
Latente parese: Zwakte die alleen zichtbaar wordt bij inspanning of specifieke tests. Niet direct opvallend. Manifeste parese: Zwakte die duidelijk zichtbaar is in rust of bij eenvoudige bewegingen.
32
Welke niet-medicamenteuze behandelingen kunnen overwogen worden als het niet lukt een patient met anti-epileptica aanvalsvrij te krijgen? (3p)
ketogeen dieet, epilepsiechirurgie, nervus-vagusstimulatie en diepe hersenstimulatie.
33
Bij ALS (een voorhoornaandoening) kenmerken?
Perifere kenmerken: atrofie, fasciculaties, zwakte Centrale kenmerken: hyperreflexie, Babinski-reflex VOORHOORN, dus geen sensorische klachten
34
Typisch voor Myasthenia Gravis?
Ptosis EN spierzwakte bij inspanning TOV dystofia myotonica, altijd spierzwakte (progressief over tijd) Oogspieren zijn vaak als eerste aangedaan → ptosis & diplopie Pupillen zijn normaal → onderscheidend van nervus III-laesie
35
Duchenne (A)
Jonge jongens, proximale zwakte, Gowers, snel verloop
36
🔍 Neuritis vestibularis vs. labyrintitis
Gehoor verlies bij labyrinitis
37
HMSN type 1 (B) (hereditaire polyneuropathie )
Distale zwakte, atrofie onderbenen, pes cavus
38
Distale SMA (C) (spinale spieratrofie)
Fasciculaties, distale zwakte, geen sensibele uitval
39
Distale myopathie (D)
Zwakte in handen/voeten, meestal traag progressief
40
Repolarisatie = inactivatie = NA+
Depolarisatie = deactivatie = K+
41
In welk(e) van de drie delen van het corpus ciliare bevinden zich de kamervocht producerende cellen?
Pars plicata (ff extra ding yk, kanaal van schlemm)
42
Oculomotorius uitval?
Laterodown
43
👁️‍🗨️ 2. N. trochlearis (IV) verlamming
omhoog naar buiten (gedraaid)
44
abducens naar binnen
45
Laterale vestibulospinale banen
46
welke systemen draagt centrale verwerking van vestibulaire informatie bij? (3p)
Houding 2. Perceptie 3. Blikstabilisatie
47
LEMS
LEMS is een auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem antistoffen maakt tegen calciumkanalen (VGCC) op de presynaptische zenuwuiteinden bij de neuromusculaire overgang. Minder Ca²⁺-instroom bij zenuwimpuls inspanning maakt beter
48
n de ILAE is afgesproken dat er drie situaties zijn waarin je bij een patiënt de diagnose epilepsie mag stellen. Noem er hiervan tenminste twee.
1. Een patiënt die meer dan één niet acuut-symptomatische epileptische aanval heeft gehad met meer dan 24 uur tussentijd 2. Een patiënt heeft één acuut symptomatische epileptische aanval gehad met een ingeschatte hoge herhalingskans op een volgende aanval (>60% in de komende 10 jaar) 3. Als er sprake is van een epilepsiesyndroom
49
mi
extrafusale vezels = kracht, intrafusale vezels = sensoriek (lengtemeting)
50
ethosuximide
calciumkanaal remmer
51
mediale vestibulospinale banen (MVST)
- mediale vestibulaire kernen - halfcirculaire kanalen - ipsilateraal en voornamelijk nek/cervicale segment - hoofdstabilisatie door Vestibulo Collic Reflex
52
laterale vestibulospinale banen (LVST)
- laterale vestibulaire kernen - otolieten - ipsilateraal, thorcale en lumbale segment - Balans corrigeren voor hoofdbewegingen via anti-zwaartekracht spieren (extensoren)
53
Wat bepaald De overgang van scotopisch naar mesopisch zicht?
De stimulatie drempel van de kegeltjes
54
Endolymfe → in ductus cochlearis (scala media) Perilymfe → in scala vestibuli & scala tympani
oscillopsie = een schijnbare beweging van de visuele omgeving tijdens een hoofdbeweging
55
In welke drie hersendelen vindt centrale verwerking plaats van vestibulaire informatie? (3p)
Cerebellum Cortex Hersenstam
56
Ia-vezels: afferente (sensorische) vezels uit spierspoeltjes, die de lengteverandering van een spier registreren
Zoek in eigen flashcards nog naar de andere vezels, zonde om ze niet te leren nog
57
symmetrische spierzwakte van de schoudergordel (armgirdle) en bekkengordel (leg-girdle) = Limb-girdle patroon
Denk dan aan probleem van de spieren (myopathie)
58
Waarin onderscheidt gyrus cinguli aansturing van de facialis zich ten opzichte van gyrus precentralis aansturing van de facialis?
Gyrus precentralis is vrijwillig en gyrus cinguli is emotioneel. Precentralis: contralateraal Cinguli: bilateraal Cinguli: bovenste mimiek Precent: onderste mimiek unilateraal is de motorische schors
59
Q: Wat is het verschil tussen dystrofische myotonie (DM1) en myotonia congenita?
A: ✅ Dystrofische myotonie (DM1): - Begint op jongvolwassen leeftijd - Myotonie + progressieve spierzwakte - Aangezichtszwakte, cataract, hartritmestoornissen ❌ Myotonia congenita: - Begint in kindertijd - Myotonie zonder systemische klachten - Geen aangezichtsproblemen, geen hart- of oogafwijkingen - Vaak gespierde bouw - Door Cl⁻-kanaalmutatie (geen dystrofie)
60
Horner syndroom
Het Horner-syndroom is een klassiek neurologisch syndroom dat ontstaat door een onderbreking van de sympathische zenuwbanen naar het oog en het gezicht. Hieronder leg ik het duidelijk en toetsgericht uit. Een combinatie van verschijnselen die ontstaat door uitval van de sympathische innervatie naar het oog en de gezichtshuid aan één zijde. 3 kenmerken: ptosis, myosis en Anhidrosis(minder zweten in gelaat)
61
Welke vier soorten activiteit naar frequentie kennen we in het EEG? (4p)
Geef behalve de naam van de activiteit ook de frequentierange weer. Delta: 0,5 – 4 Hz Thèta: 4 – 8 Hz Alfa: 8 – 13 Hz Bèta: ≥ 13 Hz
62
helicotrema
scala tympani en scala vestibule
63
Nystagmus naar de gezonde kant bij evenwichtsorgaan issue en vallen naar aangedane zijde
NNN Nystagmus Naar Normale kant
64
fasciculus gracilis
linker spinale ganglia op lumbosacraal niveau Een opstijgende zenuwbundel in het dorsale deel van het ruggenmerg, die proprioceptieve en fijne tastzin vervoert uit het onderste deel van het lichaam (benen en onderlichaam).
65
Sensibele ataxie = verlies van proprioceptie (positiegevoel), leidt tot onzekere, slingerende gang
de negatieve Romberg en de gangvorm passen ook bij piramidebaanstoornis Babinski-reflex beiderzijds positief → wijst sterk op piramidebaanschade
66
Myasthenia Gravis
SPIERZWAKTE OF VERLIES, WEL! GEEN PIJN OF KRAMP, GEEN!
67
a. spinalis anterior ?
Ruggenmerg
68
a. vertebralis?
cerebellum en medulla oblongata
69
Inklemmingsgevaar?
Epiduraal
70
Bloedvaten bij hersenbloedingen
Epiduraal hematoom: a. meningea media Subduraal: Veneus Subarach: aneurysma in de circulus van Willis Intra: Perforerende arteriën
71
a. basilaris?
pons / hersenstam
72
kleincellig longcarcinoom - Lems
Myasthenia Gravis - thymoom
73
Mesencephalon is middenhersenen
Metencephalon = pons + cerebellum
74
ductus reuniens
Sacculus & Scala media
75
Frentzel-bril
Perifere zenuwstelsel
76
masseter reflex?
- de nervus trigeminus - de nucleus mesencephalicus - de nucleus motorius van de n. trigeminus
77
neuropathie?
MOET GEVOELSSTOORNIS ZIJN
78
Verhoogd CK
Spierafbraak
79
myositis
Proximaal spierzwakte
80
🧪 Wat zie je bij een myogeen EMG (dus bij spierziekte)?
- Minder spiervezels worden geactiveerd - Spiervezels geven kortere signalen - kleine en korte potentiale
81
🧠 Waar gaat de dorsale kolom over in de mediale lemniscus?
📌 In de medulla oblongata (verlengde merg)
82
Ruggenmerg
Hoe lager hoe groter
83
trigeminus
Aangezichtspijn via de trigeminus wordt verwerkt in de pons én medulla
84
🧠 Waar kruist de piramidebaan?
Hersenstam
85
✅ Twee juiste opties voor thuisgebruik bij recidief aanval (≥ 5 min):
Midazolam -> Intranasale toediening (neusspray) Eerste keus bij kinderen — snel, effectief, veilig Diazepam - >Rectiole (rectaal) Alternatief, wordt veel gebruikt bij jonge kinderen
86
Elke keer dat je het aantal geluidsbronnen verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met +3 dB (bij gelijke geluidsbronnen).
87
“De binnenste haarcellen zijn hoofdzakelijk afferent geïnnerveerd; de buitenste hoofdzakelijk efferent.”
88
2. Leg uit waarom er wordt gedacht dat de type I-cellen later in de evolutie zijn ontstaan dan type II-cellen? (2p)
De overgang van water naar land veroorzaakte bewegingen met een veel hogere frequentie (1 pt). Type I-cellen kunnen beter de hoog frequntie van bewegingen coderen
89
calorische test, calorische test