DutchPod101 Level 5 Adverbs & Adjectives Part 1 Flashcards
(42 cards)
1
Q
free-spirited
A
vrijgevochten
2
Q
impressive
A
indrukwekkend
3
Q
indeed
A
draadwerkelijk
4
Q
various, diverse
A
verscheiden
5
Q
urban
A
stedelijk
6
Q
plenty of
A
volop
7
Q
numerous
A
talloze
8
Q
actual, actually
A
feitelijk
9
Q
everything
A
van alles
10
Q
unusual
A
ongewoon
11
Q
in addition to
A
inaanvullig op
12
Q
shallow
A
ondiep
13
Q
unique
A
uniek
14
Q
private
A
prive
15
Q
infinite
A
oneindig
16
Q
only, merely
A
slechts
17
Q
favourite, elect, elected
A
uitverkoren
18
Q
in store
A
in petto
19
Q
prepared
A
voorbereid
20
Q
just as, as well as
A
evenals
21
Q
indigenous, native
A
inheems
22
Q
demolished, destroyed
A
vernield
23
Q
effervescent
A
bruisend
24
Q
full, complete, entire, thoroughly
A
volledig
25
through, throughout
doorheen
26
continual, continually
voortdurend
27
youthful
jeugdig
28
massive
massief
29
random
willekeurig
30
joint, together
gezamelijk
31
supposedly, so-called
zogenaamd
32
accessible
toegankelijk
33
tiny
uiterst klein
34
lively
levendig
35
presumably
vermoedelijk
36
contemporary
hedendaags
37
uninterrupted
ononderbroken
38
artificial
kunstmatig
39
depending on
afhankelijk van
40
reclaimed
terugeisen
41
in general
in het algemeen
42
in particular
in het bijzonder
