Mind Flashcards
(33 cards)
1
Q
memory
A
de herinnering / het geheugen
2
Q
idea
A
het idee
3
Q
plan
A
het plan
4
Q
choice[s]
A
de keuze[s]
5
Q
dream[s]
A
de droom / de dromen
6
Q
knowledge
A
de kennis
7
Q
doubt[s]
A
de twijfel[s]
8
Q
imagination
A
de verbeelding
9
Q
reason
A
de reden
10
Q
mind
A
het verstand
11
Q
thought
A
de gedachte
12
Q
patience
A
het geduld
13
Q
common sense
A
[het] gezond verstand
14
Q
to change one’s mind
A
van gedachten veranderen
15
Q
motivation
A
de motivatie
16
Q
to memorize, remember
A
onthouden
17
Q
confusion
A
de verwarring
18
Q
personality
A
de persoonlijkheid
19
Q
sense of humour
A
het gevoel voor humor
20
Q
humour
A
de humor
21
Q
skill, quality
A
de eigenschap
22
Q
preference
A
de voorkeur
23
Q
conscience
A
het geweten
24
Q
way, manner
A
de manier
25
deliberate, deliberately
bewust
26
attention
de aandacht
27
get used to
wennen aan
28
I got used to it
ik ben er aan gewend
29
psychology
de psychologie
30
behaviour
het gedrag
31
intuition
de intuitie
32
self-control
de zelfbeheersing
33
know about / have knowledge of
hebben verstand van
