Les 8 Flashcards
(57 cards)
1
Q
tasty
A
eet smakelijk
2
Q
meal
A
maaltijd (de)
3
Q
different
A
anders
4
Q
definitely
A
zeker
5
Q
in the past
A
vroeger
6
Q
because
A
omdat
7
Q
more or less
A
ongeveer
8
Q
the same
A
hetzelfde
9
Q
ate
A
at (eten)
10
Q
world
A
wereld (de)
11
Q
number
A
aantal (het)
12
Q
meals
A
maaltijden (de maaltijd)
13
Q
first
A
eerste
14
Q
breakfast
A
ontbijt (het)
15
Q
Dutch people
A
Nederlanders (de Nederlander)
16
Q
cheese
A
kaas (de)
17
Q
drink
A
drinken
18
Q
(boy)friend
A
vriend (de)
19
Q
has/takes
A
neemt (nemen)
20
Q
cup
A
kop (de)
21
Q
black
A
zwarte (zwart)
22
Q
healthy
A
gezond
23
Q
gets
A
krijgt (krijgen)
24
Q
enough
A
genoeg
25
energy
energie (de)
26
think
denk (denken)
27
second
tweede
28
meat
vlees (het)
29
often
vaak
30
with it
daarbij
31
warm
warms (warm)
32
soup
soep (de)
33
there
er
34
food (meals)
eten (het)
35
little
weinig
36
third
derde
37
most important
belangrijkste
38
us
ons
39
evening meal
avondeten (het)
40
warm
warme (warm)
41
ate
aten (eten)
42
mostly
vooral
43
fish
vis (de)
44
chicken
kip (de)
45
pasta
pasta (de)
46
rice
rijst (de)
47
with it
daar…bij
48
water
water (het)
49
only
maar
50
surprises
verbaast (verbazen)
51
me
me
52
perhaps
misschien
53
typically
typisch
54
tell
vertel (vertellen)
55
just
eens
56
find
vind (vinden)
57
tasty
lekker
