Begrippen hoofdstuk 1 - 3 Flashcards
(47 cards)
Wat hoort bij dit karakter (Galenus): Vrolijk, energiek en optimistisch?
Bloed/gal/slijm/zwart gal
-
aarde/water/lucht/vuur
Warm/koud vochtig/droog
Bloed, sanguinistisch, lucht, warm en vochtig
Wat hoort bij dit karakter (Galenus): Driftig, opvliegerig en impulsief?
Bloed/gal/slijm/zwart gal
-
aarde/water/lucht/vuur
Warm/koud vochtig/droog
Gele gal, cholerisch, vuur, warm en droog
Wat hoort bij dit karakter (Galenus): Zwaarmoedig, somber en zorgelijk?
Bloed/gal/slijm/zwart gal
-
aarde/water/lucht/vuur
Warm/koud vochtig/droog
Zwarte gal, melancholisch, aarde, koud en droog
Wat hoort bij dit temperament (Galenus): Onverstoorbaar, kalm en traag?
Bloed/gal/slijm/zwart gal
-
aarde/water/lucht/vuur
Warm/koud vochtig/droog
Slijm, Flegmatisch, water, koud en vochtig
Introverten hebben een hoger niveau van het Reticulair Activeringssysteem. Wat betekent dit?
Dat bij introverten prikkels als meer intens worden ervaren. Hoe meer hersenactiviteit –> hoe sneller “overprikkeld”.
Reticulair Activeringssysteem
Waar in de hersenen?
Wat gebeurt er als prikkels via deze weg de hersenen in komen?
In de hersenstam. De manier waarop prikkels via deze weg naar de hersenen worden gestuurd, is bepalend of je introvert of extravert bent.
Waar heeft Neuroticisme mee te maken? [
Met een lage drempel van het sympatisch zenuwstelsel/limbisch systeem (Fight or flight)
Hoe kan het dat neurotische personen sneller in de FFF komen en stress ervaren?
Neurotische personen hebben een lagere activeringsdrempel waardoor ze sneller in de FFF respons komen en stress ervaren
Verlies van realiteitszin en agressiviteit. De basis voor dit persoonlijkheidskenmerk is een verhoogd ….
Psychoticisme - testosteronniveau
Noem de 3 persoonlijkheidskenmerken van het PEN-model (Eysenck)
Psychoticisme, extraversie, neuroticisme
Evocaties
Reacties op mensen die vaak onbewust plaats vinden
Richt zich op het vinden van algemene principes door zich te richten op statistische vergelijkingen van groepen en individuen (niveau van de individuele uniekheid)
Nomothetisch onderzoek
Focust op ENKEL de persoon om op deze manier algemene principes te observeren die duidelijk zijn in een enkel leven (niveau van de individuele uniekheid)
Idiografisch onderzoek
Noem de drie niveau’s waarop persoonlijkheid kan worden geanalyseerd.
En waar was Freud heel erg bij betrokken?
- Niveau van individuele groepsverschillen
- Niveau van de menselijke natuur (hier zijn de meeste persoonlijkheidstheorieën op gebaseerd) Sigmund freud
- Niveau van de inidividuele uniekheid
Onderzoek naar persoonlijkheid kan in 6 domeinen worden opgedeeld. Hoe heet dit domein:
Dit domein focust zich op cognitie en subjectieve ervaringen. De drie belangrijke elementen in onze ervaring: Zelfconcept, intelligentie en onze emoties
Het cognitieve ervaringsdomein
Onderzoek naar persoonlijkheid kan in 6 domeinen worden opgedeeld. Hoe heet dit domein:
Dit domein kijkt naar hoe individuen van elkaar verschillen. Het belangrijkste doel in dit domein is het identificeren en het meten van de belangrijkste punten waarop individuen van elkaar VERSCHILLEN en de herkomst hiervan.
Het dispositionele domein
Onderzoek naar persoonlijkheid kan in 6 domeinen worden opgedeeld. Hoe heet dit domein:
In dit domein bestaat de aanname dat persoonlijkheid de sociale en culturele context beïnvloedt en andersom. Groepen verschillen enorm van elkaar door de invloed van verschillende culturen
Het sociaal en cultureel domein
Onderzoek naar persoonlijkheid kan in 6 domeinen worden opgedeeld. Hoe heet dit domein:
Dit domein focust zich op de mentale persoonlijkheidsmechanismen waarvan de meeste zich buiten ons bewust zijn afspelen. Hier staat de psychoanalyse van Freud centraal
Intrapsychisch domein
Onderzoek naar persoonlijkheid kan in 6 domeinen worden opgedeeld. Hoe heet dit domein:
Hier is de basisaanname dat mensen een verzameling van biologische systemen zijn. Er zijn hier 3 onderzoeksgebieden: genetica, psychofysiologie en evolutie
Het biologische domein
Onderzoek naar persoonlijkheid kan in 6 domeinen worden opgedeeld. Hoe heet dit domein:
Dit domein houdt zich bezig met dat persoonlijkheid een belangrijke rol speelt in de manier waarop wij met situaties in het dagelijkse leven omgaan. Persoonlijkheid is gekoppeld aan gedrag dat gerelateerd is aan gezondheid zoals roken, drinken etc.
Het aanpassingsdomein
S-data
+ nadeel
Zelfrapportage
(interviews, dagboeken, vragenlijsten)
ACL, Likert rating scale, NEO
Nadeel: Niet altijd eerlijk ingevuld, deelnemer moet gemotiveerd zijn en voldoende zelfkennis hebben.
O-data
nadeel
natuurlijke/kunstmatige observatie
Observeer-data
Worden vragen gesteld aan andere mensen dan de proefpersoon zelf. Hierdoor kom je achter extra informatie zoals de sociale reputatie.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid wordt verhoogd
Nadeel: selectiebias. Mensen die de proefpersoon kennen zijn geneigd om meer positievere dan negatieve reacties te geven.
Kan natuurlijke observatie (minder controle maar realistischer beeld)
Of kunstmatige observatie (Meer controle minder realistischer beeld)
T-data
3 verschillende manieren hoe het kan worden getest
Nadeel
Testdata. Wordt verkregen uit gestandaardiseerde testen.
Hoe reageren mensen op verschillende situaties?
Experimenten, fysiologische testen (hartslag) en projectieve technieken
TAT wordt gebruikt om T-data af te nemen (thematic apperception test)
Nadeel: deelnemers kunnen raden welk persoonlijkheidstrek wordt gemeten en zich daarop aanpassen, of de situatie anders interpreteren.
L-data
Triangulatie
Meta-analyse
Aggregatie
Levensloop data
Wordt verkregen door bijv. verkeersboetes, aantal huwelijken/scheidingen etc.
Triangulatie: Gebruik maken van verschillende datavormen om de nadelen van bepaalde data te verminderen
Meta-analyse: Het vergelijken van verschillende studies
Aggregatie: Verschillende enkele observaties worden bij elkaar opgeteld of wordt gemiddelde van berekend. –> uitkomst wordt betrouwbaarder