tentamenvragen hoofdstuk 15 boek Flashcards

(32 cards)

1
Q

Narcisten die zichzelf sterk ophemelen roepen vaak _____ op bij anderen.
A. Woede
B. Lachen
C. Wanhoop
D. Nederigheid

A

A. Woede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Narcisten gebruiken een voorspelbare reeks manipulatietactieken en zijn _____.
A. Heel gul en behulpzaam en zouden “helpers” genoemd worden
B. Erg agressief en vijandig
C. Erg uitbuitend en zouden als “gebruikers” worden omschreven
D. Ondersteunend en zorgzaam

A

C. Erg uitbuitend en zouden als “gebruikers” worden omschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een vriendelijk persoon roept doorgaans een vriendelijke en beleefde reactie op van anderen; dit is een voorbeeld van:
A. Manipulatie
B. Sublimatie
C. Evocatie
D. Projectie

A

C. Evocatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het opzettelijk beïnvloeden van andermans gedrag heet:
A. Manipulatie
B. Selectie
C. Evocatie
D. Stilstand

A

A. Manipulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een jongen die zijn broer overhaalt om snoep te stelen laat het concept van _____ zien.
A. Manipulatie
B. Selectie
C. Evocatie
D. Stilstand

A

A. Manipulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Volgens internationaal onderzoek is de meest gewenste eigenschap in een partner:
A. Extraversie
B. Wederzijdse aantrekking of liefde
C. Intellectuele openheid
D. Aardigheid

A

B. Wederzijdse aantrekking of liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke van de volgende speelt een centrale rol in wat mensen wereldwijd zoeken in een langdurige partner?
A. Politieke ideologie
B. Persoonlijkheidskenmerken
C. Gezondheid
D. Uiterlijk

A

B. Persoonlijkheidskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De theorie van complementaire behoeften stelt dat mensen zich aangetrokken voelen tot anderen die:
A. Een andere persoonlijkheid hebben dan zijzelf
B. Hen complimenteren
C. Op hen lijken qua karakter
D. Gerelateerd zijn aan huwelijksgeluk

A

A. Een andere persoonlijkheid hebben dan zijzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Francis, een slechte kok, zoekt een partner die goed kan koken. Dit ondersteunt de _____-hypothese over menselijke partnerkeuze.
A. Assortatieve paring
B. Complementaire behoeften
C. Wensdenken
D. Zelfbedrog

A

B. Complementaire behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

__ suggereert dat mensen trouwen met mensen die op hen lijken.
A. Langdurige partnerkeuze
B. Spiegelbeeld-huwelijk
C. Assortatieve paring
D. Matching-hypothese

A

C. Assortatieve paring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Botwin en collega’s ontdekten dat mensen partners prefereren met eigenschappen die:
A. Hun tekortkomingen aanvullen
B. Sterk positief gekleurd zijn
C. Lijken op hun eigen eigenschappen
D. Lijken op de ouder van het andere geslacht

A

C. Lijken op hun eigen eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mensen zijn tevredener als hun partner hoog scoort op alle onderstaande eigenschappen, behalve:
A. Vriendelijkheid
B. Extraversie
C. Emotionele stabiliteit
D. Openheid voor ervaring

A

D. Openheid voor ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vrouwen met een open/intellectuele partner waarderen vooral de:
A. Frequentie van lachen
B. Gezamenlijke tijdsbesteding
C. Seksuele tevredenheid
D. Liefde en genegenheid

A

D. Liefde en genegenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Volgens de ‘violation of desire’-theorie gaan mensen vooral uit elkaar als hun partner:
A. Niet meer romantisch aantrekkelijk is
B. Hun voortplantingswens ondermijnt
C. Niet aan hun wensen voldoet qua persoonlijkheid
D. Hun behoeften niet meer aanvult

A

C. Niet aan hun wensen voldoet qua persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

George Kelly & Conley (1987): meest consistente voorspeller van scheiding:
A. Emotionele instabiliteit
B. Introversie
C. Onvriendelijkheid
D. Lage consciëntieusheid

A

A. Emotionele instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mensen die hoog scoren op openheid gebruiken vooral de manipulatietactiek:
A. Redenering
B. Zelfvernedering
C. Hardball
D. Plezierinductie

A

A. Redenering

17
Q

Mensen die laag scoren op openheid gebruiken vooral:
A. Redenering
B. Sociale vergelijking
C. Regressie
D. Stiltebehandeling

A

B. Sociale vergelijking

18
Q

Volgens Baughman et al. (2012) gebruiken mensen met een hoge ‘dark triad’ vooral de tactiek van:
A. Charme
B. Dwang
C. Hardball
D. Regressie

19
Q

Verlegen mensen doen al het volgende behalve:
A. Nemen minder risico’s
B. Vermijden anderen
C. Gaan sneller scheiden
D. Creëren sociale isolatie

A

C. Gaan sneller scheiden

20
Q

Actieve kinderen roepen vijandigheid op; dit is een voorbeeld van:
A. Manipulatie
B. Evocatie
C. Wanhoop
D. Provocatie

21
Q

De neiging om negatieve bedoelingen te zien in onduidelijk gedrag heet:
A. Vijandige attributiebias
B. Zelfdienende bias
C. Extreme reacties
D. Non-content bias

A

A. Vijandige attributiebias

22
Q

Jessica wordt gebotst en reageert agressief omdat ze denkt dat het expres was. Dit is:
A. Imaginatie-inflatie
B. Vijandige attributiebias
C. False negative
D. Richtingsprobleem

A

B. Vijandige attributiebias

23
Q

Wat is géén voorbeeld van evocatie?
A. Iemand veroorzaakt emotionele reactie
B. Man roept woede op bij zijn vrouw
C. Vrouw zeurt om iets gedaan te krijgen
D. Charismatisch persoon maakt feestje levendig

A

C. Vrouw zeurt om iets gedaan te krijgen

24
Q

Mensen die _____ scoren wekken vaker woede op bij hun partner.
A. Laag op vriendelijkheid
B. Hoog op vriendelijkheid
C. Laag op consciëntieusheid
D. Hoog op consciëntieusheid

A

A. Laag op vriendelijkheid

25
Mensen met hoog Machiavellisme gebruiken meestal een: A. Tit-for-tat strategie B. Kortetermijnstrategie C. Langetermijnstrategie D. Wederkerige strategie
B. Kortetermijnstrategie
26
Machiavellisten verdienen meer geld in bedrijven met: A. Veel regels B. Weinig regels C. Veel beoordelingen D. Vergeleken met lage Machiavellisten
B. Weinig regels
27
Volgens Wilson et al. liegen mensen met hoog Machiavellisme eerder over: A. Hun voorkeur voor structuur B. Stelen van geld C. Het stelen van geld D. Financiële eerlijkheid
C. Het stelen van geld
28
Mensen met lage dominantie gebruiken eerder de tactiek van: A. Hardball B. Dwang C. Verantwoordelijkheidsoproep D. Stiltebehandeling
A. Hardball
29
Welke tactiek omvat vooral schreeuwen? A. Dwang B. Redenering C. Charme D. Verantwoordelijkheid
A. Dwang
30
___ is de enige tactiek met een klein sekseverschil. A. Geldbeloning B. Stiltebehandeling C. Regressie D. Dwang
C. Regressie
31
Wat is een voorbeeld van regressie? A. Niet praten B. Omkopen C. Zeuren D. Zich onderdanig opstellen
C. Zeuren
32
Wat is een voorbeeld van de hardball-tactiek? A. Omkopen B. Lief doen C. Zeuren D. Slaan
D. Slaan