tentamenvragen hoofdstuk 15 boek Flashcards
(32 cards)
Narcisten die zichzelf sterk ophemelen roepen vaak _____ op bij anderen.
A. Woede
B. Lachen
C. Wanhoop
D. Nederigheid
A. Woede
Narcisten gebruiken een voorspelbare reeks manipulatietactieken en zijn _____.
A. Heel gul en behulpzaam en zouden “helpers” genoemd worden
B. Erg agressief en vijandig
C. Erg uitbuitend en zouden als “gebruikers” worden omschreven
D. Ondersteunend en zorgzaam
C. Erg uitbuitend en zouden als “gebruikers” worden omschreven
Een vriendelijk persoon roept doorgaans een vriendelijke en beleefde reactie op van anderen; dit is een voorbeeld van:
A. Manipulatie
B. Sublimatie
C. Evocatie
D. Projectie
C. Evocatie
Het opzettelijk beïnvloeden van andermans gedrag heet:
A. Manipulatie
B. Selectie
C. Evocatie
D. Stilstand
A. Manipulatie
Een jongen die zijn broer overhaalt om snoep te stelen laat het concept van _____ zien.
A. Manipulatie
B. Selectie
C. Evocatie
D. Stilstand
A. Manipulatie
Volgens internationaal onderzoek is de meest gewenste eigenschap in een partner:
A. Extraversie
B. Wederzijdse aantrekking of liefde
C. Intellectuele openheid
D. Aardigheid
B. Wederzijdse aantrekking of liefde
Welke van de volgende speelt een centrale rol in wat mensen wereldwijd zoeken in een langdurige partner?
A. Politieke ideologie
B. Persoonlijkheidskenmerken
C. Gezondheid
D. Uiterlijk
B. Persoonlijkheidskenmerken
De theorie van complementaire behoeften stelt dat mensen zich aangetrokken voelen tot anderen die:
A. Een andere persoonlijkheid hebben dan zijzelf
B. Hen complimenteren
C. Op hen lijken qua karakter
D. Gerelateerd zijn aan huwelijksgeluk
A. Een andere persoonlijkheid hebben dan zijzelf
Francis, een slechte kok, zoekt een partner die goed kan koken. Dit ondersteunt de _____-hypothese over menselijke partnerkeuze.
A. Assortatieve paring
B. Complementaire behoeften
C. Wensdenken
D. Zelfbedrog
B. Complementaire behoeften
__ suggereert dat mensen trouwen met mensen die op hen lijken.
A. Langdurige partnerkeuze
B. Spiegelbeeld-huwelijk
C. Assortatieve paring
D. Matching-hypothese
C. Assortatieve paring
Botwin en collega’s ontdekten dat mensen partners prefereren met eigenschappen die:
A. Hun tekortkomingen aanvullen
B. Sterk positief gekleurd zijn
C. Lijken op hun eigen eigenschappen
D. Lijken op de ouder van het andere geslacht
C. Lijken op hun eigen eigenschappen
Mensen zijn tevredener als hun partner hoog scoort op alle onderstaande eigenschappen, behalve:
A. Vriendelijkheid
B. Extraversie
C. Emotionele stabiliteit
D. Openheid voor ervaring
D. Openheid voor ervaring
Vrouwen met een open/intellectuele partner waarderen vooral de:
A. Frequentie van lachen
B. Gezamenlijke tijdsbesteding
C. Seksuele tevredenheid
D. Liefde en genegenheid
D. Liefde en genegenheid
Volgens de ‘violation of desire’-theorie gaan mensen vooral uit elkaar als hun partner:
A. Niet meer romantisch aantrekkelijk is
B. Hun voortplantingswens ondermijnt
C. Niet aan hun wensen voldoet qua persoonlijkheid
D. Hun behoeften niet meer aanvult
C. Niet aan hun wensen voldoet qua persoonlijkheid
George Kelly & Conley (1987): meest consistente voorspeller van scheiding:
A. Emotionele instabiliteit
B. Introversie
C. Onvriendelijkheid
D. Lage consciëntieusheid
A. Emotionele instabiliteit
Mensen die hoog scoren op openheid gebruiken vooral de manipulatietactiek:
A. Redenering
B. Zelfvernedering
C. Hardball
D. Plezierinductie
A. Redenering
Mensen die laag scoren op openheid gebruiken vooral:
A. Redenering
B. Sociale vergelijking
C. Regressie
D. Stiltebehandeling
B. Sociale vergelijking
Volgens Baughman et al. (2012) gebruiken mensen met een hoge ‘dark triad’ vooral de tactiek van:
A. Charme
B. Dwang
C. Hardball
D. Regressie
C. Hardball
Verlegen mensen doen al het volgende behalve:
A. Nemen minder risico’s
B. Vermijden anderen
C. Gaan sneller scheiden
D. Creëren sociale isolatie
C. Gaan sneller scheiden
Actieve kinderen roepen vijandigheid op; dit is een voorbeeld van:
A. Manipulatie
B. Evocatie
C. Wanhoop
D. Provocatie
B. Evocatie
De neiging om negatieve bedoelingen te zien in onduidelijk gedrag heet:
A. Vijandige attributiebias
B. Zelfdienende bias
C. Extreme reacties
D. Non-content bias
A. Vijandige attributiebias
Jessica wordt gebotst en reageert agressief omdat ze denkt dat het expres was. Dit is:
A. Imaginatie-inflatie
B. Vijandige attributiebias
C. False negative
D. Richtingsprobleem
B. Vijandige attributiebias
Wat is géén voorbeeld van evocatie?
A. Iemand veroorzaakt emotionele reactie
B. Man roept woede op bij zijn vrouw
C. Vrouw zeurt om iets gedaan te krijgen
D. Charismatisch persoon maakt feestje levendig
C. Vrouw zeurt om iets gedaan te krijgen
Mensen die _____ scoren wekken vaker woede op bij hun partner.
A. Laag op vriendelijkheid
B. Hoog op vriendelijkheid
C. Laag op consciëntieusheid
D. Hoog op consciëntieusheid
A. Laag op vriendelijkheid