tentamenvragen hoofdstuk 12 boek Flashcards
(46 cards)
Welke van de volgende is GEEN belangrijk onderwerp binnen het cognitieve/ervaringsgerichte domein?
A. Het identificeren van de belangrijkste persoonlijkheidstrekken
B. De subjectieve ervaring van het zelf
C. Emoties
D. De manier waarop mensen hun omgeving waarnemen
A. Het identificeren van de belangrijkste persoonlijkheidstrekken
Wat is een belangrijk aspect van het zelf?
A. De manier waarop mensen hun eigenwaarde beoordelen
B. Sociale rollen
C. Identiteiten
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct
Volgens de rechtbank werd Amadou Diallo neergeschoten door politieagenten:
A. omdat hij hen als een bedreiging zag
B. omdat hij op hen schoot
C. vanwege cognitieve fouten in de waarneming van de agenten
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct
C. vanwege cognitieve fouten in de waarneming van de agenten
Iemand die een nieuwe gebeurtenis verbindt aan ervaringen uit zijn of haar eigen leven, vertoont:
A. personaliserende cognitie
B. objectiverende cognitie
C. causale attributie
D. defensief pessimisme
A. personaliserende cognitie
Iemand die feitelijke informatie herinnert naar aanleiding van een nieuwe gebeurtenis, vertoont:
A. personaliserende cognitie
B. objectiverende cognitie
C. causale attributie
D. defensief pessimisme
B. objectiverende cognitie
Een man die zich herinnert dat een glas melk 130 calorieën bevat terwijl hij het inschenkt, vertoont:
A. personaliserende cognitie
B. objectiverende cognitie
C. attributieve cognitie
D. interpretatie
B. objectiverende cognitie
_____ is een algemene term voor bewustzijn en denken, evenals specifieke mentale handelingen zoals waarnemen, interpreteren, herinneren, oordelen en anticiperen.
A. Strategie
B. Verklarende stijl
C. Cognitie
D. Perceptie
C. Cognitie
____ beschrijft de transformatie van zintuiglijke input naar mentale representaties en de manipulatie van die representaties.
A. Verklarende stijl
B. Levenstaak
C. Interpretatie
D. Informatieverwerking
D. Informatieverwerking
Mensen die de Necker-kubus anders zien, vertonen verschillen in:
A. objectiverende cognitie
B. personaliserende cognitie
C. perceptie
D. aangeleerde hulpeloosheid
C. perceptie
Het proces van het verklaren of betekenis geven aan gebeurtenissen in de wereld wordt genoemd:
A. interpretatie
B. perceptie
C. aangeleerde hulpeloosheid
D. versterken
A. interpretatie
Verschillen in antwoorden op de Thematic Apperception Test (TAT) zijn het gevolg van verschillen in:
A. perceptie
B. aangeleerde hulpeloosheid
C. geheugen
D. interpretatie
D. interpretatie
Individuele verschillen kunnen worden waargenomen in:
A. perceptie
B. interpretatie
C. overtuigingen en verlangens
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct
Volgens de Rod-and-Frame Test (RFT) van Witkin zullen veldafhankelijke mensen:
A. andere gloeiende vormen in het frame vinden
B. de staaf afstellen in de richting van het gekantelde frame
C. lichaamsinformatie gebruiken om de staaf recht te zetten
D. kleine staven in de gloeiende staaf niet zien
B. de staaf afstellen in de richting van het gekantelde frame
Welk studiegebied wordt het meest gekozen door veldafhankelijke studenten?
A. Wiskunde
B. Techniek
C. Sociale wetenschappen
D. Natuurwetenschappen
C. Sociale wetenschappen
Volgens Witkin & Goodenough zijn veldonafhankelijke mensen:
A. geneigd tot voorkeur voor niet-sociale situaties
B. vaak op zoek naar de mening van anderen
C. goed in het leggen van verbanden tussen informatiecategorieën
D. informatieverwerkers in blokken
A. geneigd tot voorkeur voor niet-sociale situaties
Welk instrument meet veldafhankelijkheid zonder complexe apparatuur?
A. Thematic Apperception Test
B. Rod-and-Frame Test
C. Embedded Figures Test (EFT)
D. Multi-Motive Grid
C. Embedded Figures Test (EFT)
Wat is een voordeel van de EFT t.o.v. de RFT?
A. EFT is nauwkeuriger
B. EFT is makkelijker in gebruik
C. EFT levert validere resultaten
D. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct
B. EFT is makkelijker in gebruik
Welke studie trekt vooral veldonafhankelijke mensen aan?
A. Journalistiek
B. Geschiedenis
C. Sociologie
D. Natuurkunde
D. Natuurkunde
_____ zijn doorgaans socialer dan _____.
A. Mensen met externe locus of control; mensen met interne
B. Mensen met interne locus of control; mensen met externe
C. Veldonafhankelijke mensen; veldafhankelijke
D. Veldafhankelijke mensen; veldonafhankelijke
D. Veldafhankelijke mensen; veldonafhankelijke
Veldonafhankelijke agenten zijn volgens Vrij et al. het best in:
A. slechtere beschrijvingen geven
B. accurater beslissen wanneer ze moeten schieten
C. letten op omgevingsgeluid
D. gezichtsuitdrukkingen negeren
B. accurater beslissen wanneer ze moeten schieten
Volgens Tamir & Nadler hebben veldafhankelijke mensen:
A. sterke sociale vaardigheden
B. hoge creativiteit
C. analytische vaardigheden
D. sneller succes bij taalverwerving
A. sterke sociale vaardigheden
Pijntolerantie wordt bestudeerd in relatie tot:
A. veldafhankelijkheid
B. verklarende stijl
C. levenstaken
D. reduceren of versterken van pijn
D. reduceren of versterken van pijn
Volgens Clapper zijn ‘reducers’:
A. sneller verveeld
B. minder geneigd tot druggebruik
C. luisteren zachter naar muziek
D. vermijden koffie
A. sneller verveeld
Wat is GEEN construct?
A. Zwaartekracht
B. Angst
C. Intelligentie
D. Alle bovenstaande zijn constructen
A. Zwaartekracht