oefen vragen alles Flashcards
(30 cards)
De zogeheten ‘comprehensiveness standard’ (volledigheidsstandaard) voor het evalueren van een persoonlijkheidstheorie stelt dat een goede theorie:
A. De meeste of alle feiten kan verklaren
B. Weinig aannames of assumpties bevat
C. Consistent is met wat bekend is in andere domeinen
A. De meeste of alle feiten kan verklaren
Iemand vertelt je dat hij vaak kippenvel krijgt als hij naar muziek luistert of naar een mooi schilderij kijkt. Op welke van de onderstaande eigenschappen scoort deze persoon waarschijnlijk hoog?
A. Conscientiousness
B. Honesty-Humility (Eerlijkheid-Betrouwbaarheid)
C. Openness
C. Openness
Hoe wordt onderzoek genoemd waarbij de onderzoeker zich richt op één enkele persoon?
A. Egocentrisch onderzoek
B. Nomothetisch onderzoek
C. Idiografisch onderzoek
C. Idiografisch onderzoek
Wat is kenmerkend voor mensen die hoog scoren op extraversie?
A. Deze personen zijn geremd en verlegen
B. Deze personen zijn spraakzaam en assertief
C. Deze personen zijn rustig en stabiel
B. Deze personen zijn spraakzaam en assertief
Welke vorm van validiteit wordt ondersteund als blijkt dat een extraversievragenlijst sterk samenhangt met andere vragenlijsten die vergelijkbare begrippen meten?
A. Discriminante validiteit
B. Convergerende validiteit
C. Externe validiteit
B. Convergerende validiteit
Onder welke vorm van data zou je een deeltoets zoals deze het beste kunnen scharen?
A. T-data
B. O-data
C. L-data
A. T-data
De lexicale benadering heeft twee duidelijke criteria opgeleverd om belangrijke eigenschappen (‘traits’) te identificeren. Welk criterium hoort daar NIET bij?
A. Het aantal emotiewoorden
B. Cross-culturele universaliteit
C. Synoniemfrequentie
A. Het aantal emotiewoorden
Welke term heeft betrekking op het gegeven dat de eigenschappen uit het interpersoonlijke circumplex van Wiggins NIET met elkaar samenhangen?
A. ‘Adjecency’
B. ‘Bipolarity’ (bipolariteit)
C. ‘Orthogonality’ (orthogonaliteit)
C. ‘Orthogonality’ (orthogonaliteit)
Ricardo is erg doelgericht, drinkt geen alcohol en zou nooit onbeschermde seks hebben met mensen die hij amper kent. Op welke van de onderstaande eigenschappen zal Ricardo dan vermoedelijk hoog scoren?
A. Openness to experience
B. ESTP (Extraverted, Sensing, Thinking and Perceiving)
C. Conscientiousness
C. Conscientiousness
In welke situaties zullen mensen de meeste verschillen in gedrag laten zien?
A. Als ze alleen zijn
B. In zwakke situaties
C. In sterke situaties
B. In zwakke situaties
Wat is volgens het boek één van de beste manieren om te controleren of mensen een vragenlijst slordig invullen (‘carelessness’)?
A. Een ‘infrequency scale’ opnemen in de vragenlijst
B. Een extraversieschaal opnemen in de vragenlijst
C. Een autonomieschaal opnemen in de vragenlijst
A. Een ‘infrequency scale’ opnemen in de vragenlijst
Waarop heeft het maturiteitsprincipe (‘maturity principle’) van persoonlijkheidsontwikkeling betrekking?
A. Structurele of ipsatieve consistentie
B. Beloningsstructuren die maken dat iemand een productieve en betrokken bijdrage aan de samenleving kan leveren
C. Rangorde instabiliteit in de volwassenheid
B. Beloningsstructuren die maken dat iemand een productieve en betrokken bijdrage aan de samenleving kan leveren
Voor personen in welke leeftijdsgroep is de persoonlijkheidsconsistentie doorgaans het sterkst?
vijftigers
Wat is kenmerkend voor mensen met lage niveaus van mono-amino oxidase (MAO)?
A. Deze mensen scoren hoog op neuroticisme
B. Deze mensen hebben een gevoelig BIS
C. Deze mensen scoren hoog op sensation seeking (sensatiezoeken)
C. Deze mensen scoren hoog op sensation seeking (sensatiezoeken)
Hoe zou je iemand met een hoge score op extraversie en neuroticisme omschrijven in termen van de reinforcement sensitivity theory van Gray?
A. Die persoon heeft een gevoelig BIS
B. Die persoon heeft een gevoelig BAS
C. Die persoon heeft een ongevoelig BAS
B. Die persoon heeft een gevoelig BAS
Freud beschreef ____ als “de koninklijke weg naar het onbewuste”.
A. Hypnose
B. Introspectie
C. Dromen
C. Dromen
Welke van de onderstaande onderzoeksonderwerpen heeft geen last van de aanname van gelijke omgevingen (‘equal environments assumption’)?
A. Tweelingstudies
B. Adoptiestudies
C. Selectief fokken
B. Adoptiestudies
n een discussie over erfelijkheid gebruikt iemand een argument waarvan je meteen weet dat het niet waar is. Het is het argument dat erfelijkheidsschattingen:
A. Niet toepasbaar zijn op individueel niveau en alleen zin hebben voor groepen
B. Verschillen in tijd en ruimte
C. Een maat voor de validiteit zijn
C. Een maat voor de validiteit zijn
Volgens het boek heeft de evolutionaire psychologie drie belangrijke uitgangspunten, namelijk:
A. Adaptations, random noise, sexual selection
B. Domain specificity, numerousness, functionality
C. Efficiency, precision, predictability
B. Domain specificity, numerousness, functionality
Wat is vaak het geval in culturen met relatief veel ziekteverwekkers, volgens Schaller?
A. Meer ongehoorzaamheid en minder vriendelijkheid
B. Hogere niveaus van extraversie en neuroticisme
C. Lagere niveaus van extraversie en minder openheid voor ervaringen
C. Lagere niveaus van extraversie en minder openheid voor ervaringen
Hoe worden verschillende versies van hetzelfde gen genoemd volgens het boek?
A. Allelen
B. SNiP’s
C. Chromosomen
A. Allelen
Welk brede persoonlijkheidskenmerk overlapt het sterkst met Gray’s Behavioural Activation System (BAS)?
A. Extraversie
B. Vriendelijkheid (Agreeableness)
C. Consciëntieusheid
A. Extraversie
Welk psychoanalytisch verdedigingsmechanisme vermindert angst door acceptabele verklaringen te genereren voor uitkomsten die anders sociaal onaanvaardbaar zouden kunnen lijken?
A. Projectie
B. Sublimatie
C. Rationalisatie
C. Rationalisatie
Volgens de behoefte-theorie van Murray kan elke situatie door verschillende mensen anders worden ervaren. De subjectieve waarneming wordt ____ genoemd, terwijl de objectieve werkelijkheid ____ wordt genoemd.
A. Alpha press; beta press
B. Dynamic press; static press
C. Beta press; alpha press
C. Beta press; alpha press