Integratietoets Flashcards
(349 cards)
Community aquired pneumonia
Buiten het ziekenhuis opgelopen
Typische verwekkers CAP
Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae, Staphylococcus aureus en Moraxella catarrhalis.
Atypische verwekkers CAP
Mycoplasma pneumoniae,
Chlamydophila pneumoniae, Legionella pneumophila, influenza, RSV, adenovirus, corona, Pneumocystis jirovecii en tuberculose
Beeld typische CAP
koorts, hoesten (met of zonder slijm) en kortademigheid
Beeld atypische infectie CAP
acuut, semi-acuut of chronisch koortsend ziektebeeld, hoofdpijn, een niet-productieve hoest en
diffuse infiltratieve afwijkingen op een X-thorax. Atypische pneumonie wordt ook vaker gezien bij
kinderen en jonge adolescenten.
Kleuren moeizaam op gramkleuring
Diagnostiek CAP
laboratoriumonderzoek, X-thorax (gouden standaard), CTthorax, sputumkweek en broncho alveolaire lavage (BAL) om de etiologische verwekkers te
identificeren en de ernst van de infectie te beoordelen
Risicofactoren atypische verwekker
vogelbezit (psittacosis, Chlamydia psittaci);
boerderijbezoek (Q koorts); seizoensgebonden (respiratoire virussen vooral in de winter); hotel- of
camping overnachting (Legionella pneumophila)
Risicofactor typische verwekker
Alcohol / roken geeft een verhoogd risico op een
typische pneumonie (Streptococcus pneumoniae infecties).
Wat kan optreden bij immuungecompromitteerde patiënten?
Pneumocystitis jiroveci pneumonie (PJP). Dit kan pneumothorax, droge hoest en cysteuze afwijkingen in de longen veroorzaken.
CURB 65 score
- Confusion, verwarring,
● ureum niveau > 7 mmol/L,
● Respiratory, Ademhalingsfrequentie ≥ 30,
● Bloodpressure, Systolische bloeddruk < 90 mmHg of diastolische bloeddruk ≤ 60 mmHg,
● leeftijd van 65 jaar of ouder.
Bij een score van 0 of 1 kan de patiënt thuis worden behandeld. Bij een score van 2 kan een
ziekenhuisopname overwogen worden. Bij een score van 3 of hoger moet de patiënt worden
opgenomen, eventueel op de ICU.
Behandeling pneumonie
- Mild: amoxicilline
- Bij overgevoeligheid doxycycline
- Streptococcen: s amoxicilline po of benzylpenicilline iv.
- Ernstig: cefalosporine, binnen 4 uur
worden toegediend
Risicofactoren longembolie
Aangeboren risicofactoren zijn antitrombine deficiëntie, proteïne C/S deficiëntie, factor V-Leiden
mutatie en een hyperhomocysteïnemie. Verworven risicofactoren zijn gebruik van orale
anticonceptie, roken, immobilisatie, adipositas, maligniteit, trombose in voorgeschiedenis, operatie,
zwangerschap en trauma.
LO longembolie
pleurawrijven, tachypneu, crepitaties en koorts, bij grote afsluiting shockverschijnselen
Letten op trombosebeen (dik, rood, warm)
Klachten longembolie
acute dyspnoe, pijn op de borst (zit vast aan de ademhaling), hoesten, zweten en soms
hemoptoë
YEARS beslisregel
● Klinische tekenen van trombosebeen
● Hemoptoë
● Longembolie meest waarschijnlijke diagnose
Afhankelijk van het aantal YEARS-items wordt de afkapwaarde van de D-dimeer bepaald. Indien er geen YEARS item is wordt er bij een waarde van ≥1 mg/L een CT-scan gemaakt, daaronder is een LE onwaarschijnlijk. Als er 1-3 YEARS items zijn, wordt een afkapwaarde van ≥0,5 mg/L gebruikt voor het
maken van een CT-scan.
Behandeling longembolie, acute fase
LMWH en zuurstofsuppletie.
Bij patiënten die hemodynamisch instabiel zijn, kan behandeld worden met
trombolytica (alteplase). Als trombolyse niet effectief is, kunnen embolieën chirurgisch met een katheter kapot gemaakt worden
Welke longtumoren geven eerder klachten?
centraal in de long
Klachten longcarcinoom
De eerste verschijnselen zijn een verandering van hoestpatroon (hardnekkige prikkelhoest), opgeven van (bloederig) slijm, kortademigheid gepaard gaande met een fluitend geluid (‘wheezing’), (terugkerende) longontsteking en zeurende pijn in de borst.
Diagnostiek longcarcinoom
CT van de thorax en een biopt. Daarna wordt een TNM-stagering gedaan wat de prognose grotendeels bepaalt.
Behandeling longcarcinoom
Kleincellige longcarcinomen worden meestal pas gevonden in het gemetastaseerd stadium,
waardoor deze een hoge sterfte kennen en weinig opties voor behandeling hebben. Meestal wordt palliatieve chemotherapie met radiotherapie gegeven.
Niet-kleincellige longcarcinomen hebben afhankelijk van de stadiëring nog baat bij chirurgie. In stadium I en II kan er chirurgie plaatsvinden met eventueel adjuvante radiotherapie, wanneer resectie niet volledig is. Stadium III en IV worden
behandeld met chemo- en/of radiotherapie.
Hodgkin lymfoom klachten
pijnloze lymfeklierzwelling (vaak in de hals), soms jeuk, soms alcoholpijn, een vreemd gevoel achter het borstbeen, een droge hoest en verminderde inspanningstolerantie. Daarnaast kunnen lokale klachten ontstaan, bijvoorbeeld een longontsteking
door afsluiting van een bronchus, en B-symptomen.
non Hodgkin klachten
pijnloze lymfeklierzwelling, vaak in de hals. Het kan echter overal in het
lichaam zitten, dus zowel in lymfeklieren als in een orgaan. Het is een erg agressieve vorm van het
NHL en groeit snel. Klachten komen door de lokalisatie (pijn, pneumonie, etc.) en er zijn Bsymptomen.
Burkitt lymfoom (non Hodgkin)
Alhoewel het een zeldzame ziekte is (2% van de
NHL), is het belangrijk dit niet over het hoofd te zien. Het Burkitt lymfoom komt voor bij oudere
kinderen en jongvolwassenen. De verdubbelingstijd van dit lymfoom is vaak <24 uur, waardoor het
een zeer snelle groei heeft en zeer agressief is
Hodgkin presentatie
Reed-Sternberg-cellen, jongvolwassenen, lymfogene verspreiding, betere prognose