ZO 10.3 De suïcidale patiënt Flashcards
(20 cards)
Wat wordt verstaan onder suïcidaal gedrag?
Onder suïcidaal gedrag wordt het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen verstaan, die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden. De term gedrag verwijst dus zowel naar handelingen als naar gedachten.
Wat is het verschil tussen suïcidaal gedrag en automutilatie?
Automutilatie is drangmatig of impulsief zelfverwondend gedrag. Het verschil met suïcidaal gedrag zit vooral in het habituele en chronische karakter van automutilatie. Aanvullende informatie: Zeer mutilerende zelfbeschadiging, zoals het uitsteken van ogen, wijst bijna altijd op de aanwezigheid van een psychose.
De achterliggende factoren van suïcidaal gedrag worden in de multidisciplinaire richtlijn geordend in het model van Goldney en Williams. Wat houdt dit model in?
Het geïntegreerd model van Goldney en Williams van stress, kwetsbaarheid en entrapment voor suïcidaal gedrag is gebaseerd op het uitgangspunt dat suïcidaal gedrag voortkomt uit duurzame factoren die de individuele kwetsbaarheid verhogen, in combinatie met stressoren die suïcidaal gedrag losmaken en onderhouden. Kwetsbaarheid en stress kunnen leiden tot een situatie van entrapment, een toestand van wanhoop en uitzichtloosheid, waarin de persoon geen uitweg meer ziet.
Hoeveel suïcides en hoeveel suïcidepogingen komen er per jaar in Nederland voor?
Suïcides: ongeveer 2.000 per jaar. Suïcidepogingen: ongever 40.000 per jaar.
Welke fabels bestaan er over suïcides en suïcidepogingen? Noem er zeven.
Mensen die praten over suïcide plegen, doen het meestal niet; met mensen praten over suïcide is een slecht idee, omdat het ze kan aanmoedigen een poging te doen; suïcidaal gedrag is allemaal aandachttrekkerij; suïcidale patiënten hebben een absolute drang om te sterven; suïcide gebeurt plots en is altijd een impulsieve daad; suïcide plegen is een erfelijke ziekte; als iemand een suïcidepoging heeft gedaan, is het gevaar voorbij.
Wat zijn risicofactoren voor suïcide?
- Algemeen: suïcidepoging, letaliteit van de suïcidepoging, suïcidegedachten/intentie/plannen, beschikbaarheid van een middel, eerdere suïcidepoging.
- Persoonskenmerken: oudere leeftijd, mannelijk geslacht.
- Psychiatrische aandoening: stemmingsstoornis, angststoornis, psychotische stoornis, intoxicatie, verslaving, eetstoornis, persoonlijkheidsstoornis, psychiatrische behandeling in voorgeschiedenis, slaapstoornis (bij ouderen), suïcide in de familie.
- Psychologische factoren: wanhoop, negatief denken, gedachte een last te zijn voor anderen, angst, agitatie en/of agressie, impulsiviteit.
- Gebeurtenissen en verlies: verlieservaring, ingrijpende gebeurtenis, lichamelijke ziekte, pijn, werkloosheid, detentie.
- Overig: onvoldoende contact met patiënt bij onderzoek (te weinig informatie)
Wat zijn beschermende factoren voor suïcide?
Verantwoordelijkheid tegenover anderen bijvoorbeeld kinderen, goede sociale steun, actief betrokken zijn bij een religieuze gemeenschap, goede therapeutische relatie.
Hoe vraag je suïcidaliteit uit bij een patiënt? Beschrijf de vier onderdelen van de CASE methode en noem per onderdeel enkele voorbeeldvragen.
Bij het systematische onderzoek van de suïcidale toestand moet gebruik gemaakt worden van de CASE methode (Chronological Assessment of Suicide Events). Er worden vier onderdelen uitgevraagd, namelijk actuele gedachten en gebeurtenissen, recente voorgeschiedenis (4-8 weken), ruimere voorgeschiedenis van eerder suïcidaal gedrag, en toekomst.
Welke vragen kun je stellen over: Actuele gedachten en gebeurtenissen?
- Bij een indicatie om naar suïcidaal gedrag te vragen, oriënterende vragen stellen, oplopend van algemeen naar specifiek.
Hoe gaat het met u? Hoe ziet u de toekomst op dit moment? Ziet u voor zichzelf nog enige toekomst? Hebt u wel eens het idee dat het leven niet meer de moeite waard is? Denkt u wel eens aan de dood; wat zijn dat voor gedachten? Denkt u wel eens dat u een einde aan uw leven zou willen maken? - Bij aanwijzingen voor suïcidegedachten moet de inhoud zo concreet mogelijk worden nagevraagd.
Hebt u gedachten aan zelfmoord? Denkt u dat u dood beter af bent? Hebt u plannen om zelfmoord te plegen? Hoe zien die plannen er uit? Welke methoden hebt u overwogen? Welke voorbereidingen hebt u getroffen? Hoeveel haast hebt u om uw plannen uit te voeren? - Na een suïcidepoging vraagt je nauwkeurig na wat er precies is gebeurd. De onderzoeker maakt als het ware een videofragment van het moment waarop de suïcidepoging is uitgevoerd.
Hoe was de situatie? (doorvragen) Wat hebt u gedaan? (doorvragen) Wat waren uw gedachten daarbij? (doorvragen)
Welke vragen kun je stellen over: Recente voorgeschiedenis (4-8 weken)?
Hoe lang speelt dit al? Hoe was dit in de laatste weken? Hoe vaak had u deze gedachten? Hoe vaak per dag (Tienmaal? Honderdmaal? Meer nog?) Hebt u terugkerend kwellende gedachten? Wat denkt u op zo’n moment? Wat zijn aanleidingen voor u om zo te denken? Hoeveel tijd bent u per dag bezig met deze gedachten? (Vier uur? Acht uur? Meer nog?) Hebt u plannen gehad of gemaakt om u zelf iets aan te doen? Hebt u geprobeerd om een einde aan uw leven te maken?
Welke vragen kun je stellen over: Ruimere voorgeschiedenis van eerder suïcidaal gedrag?
Bent u wel eens eerder zo wanhopig geweest? Hebt u ooit eerder een periode gehad waarin u deze gedachten had? Wat was er toen aan de hand? Hebt u ooit eerder geprobeerd een einde aan uw leven te maken? Wat was er toen aan de hand? Wanneer was dat? Wat hebt u toen gedaan?
Welke vragen kun je stellen over: Toekomst?
Hoe is het nu voor u? Hoe ziet de toekomst? Ziet u nog enige toekomst? Wat gaat u doen als u straks weer thuis bent [of:] als ik weg ben?
Casus 1
Op de Spoedeisende Hulp wordt een 55-jarige man binnengebracht die geprobeerd heeft zichzelf op te hangen. Er wordt alleen een luxatie van een halswervel gezien. Het zuurstoftekort heeft niet lang genoeg geduurd om irreversibele schade aan de hersenen aan te richten. De psychiater wordt in consult gevraagd en het volgende komt naar voren:
Patiënt is loodgieter en heeft zijn hele leven als zelfstandige gewerkt. Zijn bedrijf liep goed en de winst heeft hij jarenlang geïnvesteerd in een aantal woningen, die hij verhuurt. Ook heeft hij veel aandelen gekocht. Vorig jaar is hij gestopt met zijn loodgietersbedrijf. Door een recente beursval heeft hij veel geld verloren. Hij maakt zich ernstige zorgen over zijn financiële situatie en denkt erover om weer als loodgieter aan de slag te gaan. Echter hij voelt zich moe, lusteloos, slaapt slecht, is 10 kilo afgevallen, kan zich moeilijk concentreren en piekert veel. De huisarts heeft hem onderzocht en laboratorium onderzoek laten verrichten, waarbij geen afwijkingen werden gevonden. Hij had vanochtend een vervolgafspraak met de huisarts, maar zag daar enorm tegenop. Zijn vrouw zou mee gaan, maar moest van tevoren nog even boodschappen doen.
Tijdens haar afwezigheid heeft hij geprobeerd zich te verhangen. Dit mislukte, omdat zijn dochter onverwacht terug kwam van haar tocht naar school, omdat zij een boek was vergeten. Zij trof haar vader hangend op de overloop van de eerste etage. Zij wist hem te bevrijden en belde de ambulance. Er lag een afscheidsbrief op de keukentafel.
Patiënt is somber en noemt zichzelf een mislukkeling. Hij vindt het jammer dat zijn suïcidepoging is mislukt, omdat hij ervan overtuigd is dat zijn vrouw en dochter beter af zijn zonder hem.
Van welke diagnose is er meest waarschijnlijk sprake?
Casus 1: ernstige depressieve stoornis.
Casus 1
Op de Spoedeisende Hulp wordt een 55-jarige man binnengebracht die geprobeerd heeft zichzelf op te hangen. Er wordt alleen een luxatie van een halswervel gezien. Het zuurstoftekort heeft niet lang genoeg geduurd om irreversibele schade aan de hersenen aan te richten. De psychiater wordt in consult gevraagd en het volgende komt naar voren:
Patiënt is loodgieter en heeft zijn hele leven als zelfstandige gewerkt. Zijn bedrijf liep goed en de winst heeft hij jarenlang geïnvesteerd in een aantal woningen, die hij verhuurt. Ook heeft hij veel aandelen gekocht. Vorig jaar is hij gestopt met zijn loodgietersbedrijf. Door een recente beursval heeft hij veel geld verloren. Hij maakt zich ernstige zorgen over zijn financiële situatie en denkt erover om weer als loodgieter aan de slag te gaan. Echter hij voelt zich moe, lusteloos, slaapt slecht, is 10 kilo afgevallen, kan zich moeilijk concentreren en piekert veel. De huisarts heeft hem onderzocht en laboratorium onderzoek laten verrichten, waarbij geen afwijkingen werden gevonden. Hij had vanochtend een vervolgafspraak met de huisarts, maar zag daar enorm tegenop. Zijn vrouw zou mee gaan, maar moest van tevoren nog even boodschappen doen.
Tijdens haar afwezigheid heeft hij geprobeerd zich te verhangen. Dit mislukte, omdat zijn dochter onverwacht terug kwam van haar tocht naar school, omdat zij een boek was vergeten. Zij trof haar vader hangend op de overloop van de eerste etage. Zij wist hem te bevrijden en belde de ambulance. Er lag een afscheidsbrief op de keukentafel.
Patiënt is somber en noemt zichzelf een mislukkeling. Hij vindt het jammer dat zijn suïcidepoging is mislukt, omdat hij ervan overtuigd is dat zijn vrouw en dochter beter af zijn zonder hem.
Wat was de luxerende factor voor de suïcidepoging?
Casus 1: verlies van geld door een recente beursval.
Casus 1
Op de Spoedeisende Hulp wordt een 55-jarige man binnengebracht die geprobeerd heeft zichzelf op te hangen. Er wordt alleen een luxatie van een halswervel gezien. Het zuurstoftekort heeft niet lang genoeg geduurd om irreversibele schade aan de hersenen aan te richten. De psychiater wordt in consult gevraagd en het volgende komt naar voren:
Patiënt is loodgieter en heeft zijn hele leven als zelfstandige gewerkt. Zijn bedrijf liep goed en de winst heeft hij jarenlang geïnvesteerd in een aantal woningen, die hij verhuurt. Ook heeft hij veel aandelen gekocht. Vorig jaar is hij gestopt met zijn loodgietersbedrijf. Door een recente beursval heeft hij veel geld verloren. Hij maakt zich ernstige zorgen over zijn financiële situatie en denkt erover om weer als loodgieter aan de slag te gaan. Echter hij voelt zich moe, lusteloos, slaapt slecht, is 10 kilo afgevallen, kan zich moeilijk concentreren en piekert veel. De huisarts heeft hem onderzocht en laboratorium onderzoek laten verrichten, waarbij geen afwijkingen werden gevonden. Hij had vanochtend een vervolgafspraak met de huisarts, maar zag daar enorm tegenop. Zijn vrouw zou mee gaan, maar moest van tevoren nog even boodschappen doen.
Tijdens haar afwezigheid heeft hij geprobeerd zich te verhangen. Dit mislukte, omdat zijn dochter onverwacht terug kwam van haar tocht naar school, omdat zij een boek was vergeten. Zij trof haar vader hangend op de overloop van de eerste etage. Zij wist hem te bevrijden en belde de ambulance. Er lag een afscheidsbrief op de keukentafel.
Patiënt is somber en noemt zichzelf een mislukkeling. Hij vindt het jammer dat zijn suïcidepoging is mislukt, omdat hij ervan overtuigd is dat zijn vrouw en dochter beter af zijn zonder hem.
Hoe beoordeel je het suïciderisico bij beide patiënten? Beargumenteer je antwoord.
Casus 1: het acute suïciderisico wordt hoog ingeschat. Patiënt heeft een ernstige depressieve stoornis, van waaruit hij de overtuiging heeft dat zijn vrouw en dochter beter af zijn zonder hem. Hij vindt het jammer dat zijn suïcidepoging is mislukt. Verder schreef hij een afscheidsbrief en gebruikte een potentieel letale methode. De kans op herhaling is groot.
Casus 2
Op de Spoedeisende Hulp wordt een 24-jarige vrouw binnengebracht die 12 tabletten paracetamol van 500 mg heeft ingenomen. Het afgelopen half jaar heeft zij dit twee maal eerder gedaan. Omdat een dergelijke dosis niet tot leverbeschadiging zal leiden, wordt haar maag niet gespoeld. Wel wordt de psychiater in consult gevraagd. Het volgende komt naar voren:
Patiënte is getrouwd en heeft een dochter van 4 jaar. Vanavond ontdekte zij dat haar gokverslaafde man voor de zoveelste keer zijn uitkering had verspeeld, waardoor het gezin de komende week geen geld heeft om van te leven. Zij kreeg ruzie met haar man en heeft daarna 12 tabletten paracetamol ingenomen. Haar moeder, die aan de overkant woont, kwam af op het geschreeuw en zag haar dochter de pillen innemen. Haar man had intussen de benen genomen. Verder blijkt dat patiënte op 14-jarige leeftijd seksueel misbruikt is en dat zij enkele jaren drugs heeft gebruikt. Zij heeft hiervoor met succes een behandeling ondergaan bij het consultatiebureau voor alcohol en drugs.
Patiënte heeft spijt van haar suïcidepoging en vertelt dat het haar bedoeling was om rust te krijgen en niet om dood te gaan. Zij wil graag zo snel mogelijk naar huis om voor haar dochter te zorgen en om haar favoriete TV programma niet te hoeven missen. Haar moeder zal met haar mee gaan naar huis.
Van welke diagnose is er meest waarschijnlijk sprake?
Casus 2: cluster B-persoonlijkheidsstoornis.
Casus 2
Op de Spoedeisende Hulp wordt een 24-jarige vrouw binnengebracht die 12 tabletten paracetamol van 500 mg heeft ingenomen. Het afgelopen half jaar heeft zij dit twee maal eerder gedaan. Omdat een dergelijke dosis niet tot leverbeschadiging zal leiden, wordt haar maag niet gespoeld. Wel wordt de psychiater in consult gevraagd. Het volgende komt naar voren:
Patiënte is getrouwd en heeft een dochter van 4 jaar. Vanavond ontdekte zij dat haar gokverslaafde man voor de zoveelste keer zijn uitkering had verspeeld, waardoor het gezin de komende week geen geld heeft om van te leven. Zij kreeg ruzie met haar man en heeft daarna 12 tabletten paracetamol ingenomen. Haar moeder, die aan de overkant woont, kwam af op het geschreeuw en zag haar dochter de pillen innemen. Haar man had intussen de benen genomen. Verder blijkt dat patiënte op 14-jarige leeftijd seksueel misbruikt is en dat zij enkele jaren drugs heeft gebruikt. Zij heeft hiervoor met succes een behandeling ondergaan bij het consultatiebureau voor alcohol en drugs.
Patiënte heeft spijt van haar suïcidepoging en vertelt dat het haar bedoeling was om rust te krijgen en niet om dood te gaan. Zij wil graag zo snel mogelijk naar huis om voor haar dochter te zorgen en om haar favoriete TV programma niet te hoeven missen. Haar moeder zal met haar mee gaan naar huis.
Wat was de luxerende factor voor de suïcidepoging?
Casus 2: ruzie met man over gokverslaving en daarmee samenhangende geldproblemen.
Casus 2
Op de Spoedeisende Hulp wordt een 24-jarige vrouw binnengebracht die 12 tabletten paracetamol van 500 mg heeft ingenomen. Het afgelopen half jaar heeft zij dit twee maal eerder gedaan. Omdat een dergelijke dosis niet tot leverbeschadiging zal leiden, wordt haar maag niet gespoeld. Wel wordt de psychiater in consult gevraagd. Het volgende komt naar voren:
Patiënte is getrouwd en heeft een dochter van 4 jaar. Vanavond ontdekte zij dat haar gokverslaafde man voor de zoveelste keer zijn uitkering had verspeeld, waardoor het gezin de komende week geen geld heeft om van te leven. Zij kreeg ruzie met haar man en heeft daarna 12 tabletten paracetamol ingenomen. Haar moeder, die aan de overkant woont, kwam af op het geschreeuw en zag haar dochter de pillen innemen. Haar man had intussen de benen genomen. Verder blijkt dat patiënte op 14-jarige leeftijd seksueel misbruikt is en dat zij enkele jaren drugs heeft gebruikt. Zij heeft hiervoor met succes een behandeling ondergaan bij het consultatiebureau voor alcohol en drugs.
Patiënte heeft spijt van haar suïcidepoging en vertelt dat het haar bedoeling was om rust te krijgen en niet om dood te gaan. Zij wil graag zo snel mogelijk naar huis om voor haar dochter te zorgen en om haar favoriete TV programma niet te hoeven missen. Haar moeder zal met haar mee gaan naar huis.
Hoe beoordeel je het suïciderisico bij beide patiënten? Beargumenteer je antwoord.
Casus 2: het acute suïciderisico wordt niet verhoogd ingeschat. Patiënte heeft een persoonlijkheidsstoornis, van waaruit zij impulsief handelde. Zij trof geen voorbereidingen, nam de tabletten paracetamol in op het moment dat haar moeder erbij was en de dosering paracetamol was een niet-letale dosering. Verder geeft zij aan spijt te hebben van haar suïcidepoging en niet dood te willen, maar rust te willen. Omdat patiënte twee maal eerder een soortgelijke suïcidepoging heeft gedaan, is de kans op een nieuwe suïcidepoging wel groot, maar dit is een niet-acuut risico.
Stel: de psychiater geeft de patiënt uit casus 1 het advies voor opname op een psychiatrische afdeling, echter de patiënt wil dit niet. Zou je de patiënt naar huis laten gaan? Beargumenteer je antwoord.
Nee, want het suïciderisico is hoog. Indien patiënt niet vrijwillig opgenomen wil worden, is een gedwongen opname middels een crisismaatregel aangewezen. Er is namelijk sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, dat voortkomt uit een psychiatrische stoornis. Bovendien is er op dit moment geen minder ingrijpend alternatief mogelijk en is patiënt niet bereid tot opname
Zou je de patiënte uit casus 2 naar huis laten gaan? Beargumenteer je antwoord.
Ja, want het suïciderisico is op dit moment niet verhoogd en bovendien gaat haar moeder met haar mee naar huis. Vanuit haar persoonlijkheidsstoornis, is de kans op een nieuwe suïcidepoging in de toekomst wel aanwezig. Daarom moet patiënte wel het advies krijgen om zich voor haar persoonlijkheidsstoornis te laten behandelen. Een dergelijke behandeling kan poliklinisch plaats vinden.