3.4 PD Een angstig kind Flashcards

(16 cards)

1
Q

Wat is de definitie van angst?

A
  • Onplezierig gevoel van beklemming of spanning
  • Motorische en fysiologische verschijnselen
  • Dysfunctionele gedachten
  • Angst is een normaal verschijnsel en heeft een nuttig functie

Angststoornis:
- Is het nog adaptief?
- Interfereert het met het dagelijks functioneren?
- Geeft het lijdensdruk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de normale ontwikkeling van angst over de jaren?

A

Gedurende de ontwikkeling is er een verschuiving:
- Begin: Angst voor concrete externe dingen (Dieren, onweer)
- Later: Geïnternaliseerde abstracte angsten (Afwijzing)

0-2 jaar: Angst voor geluiden, vallen, vreemde voorwerpen en personen
4-6 jaar: Angst voor dieren, donker en spoken
6-10 jaar: Angst voor lichamelijk letsel, dood, falen
10 jaar en verder: Angst met betrekking tot uiterlijk, kritiek van anderen, beoordeling (Examens), eigen gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de etiologische factoren van angst?

A
  • Tweelingonderzoek: 30-50% is verklaard door genetische invloeden
  • Risicofactoren voor het ontwikkelen van angst: Geinhibeerd temperament. Sterk genetisch bepaald
  • Negatieve ervaringen
  • Sociaal vermijdende gezinnen
  • Angstige, overprotectieve, weinig aanmoedigende opvoedstijl
  • Interactie tussen gen en omgeving: Overdracht van ouder op het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prevalentie van de verschillende angststoornissen?

A
  • Separatieangststoornis: 3%
  • Gegeneraliseerde angststoornis: 2%
  • Specifieke fobie: 3%
  • Sociale angststoornis: 1%
  • Paniekstoornis: 0.2%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van een separatieangststoornis?

A
  • Specifiek voor kinderleeftijd/adolescentie
  • Angst als reactie op scheiding van hechtingsfiguur
  • Niet passend bij ontwikkelingsfase
  • 75% van schoolweigeraars heeft separatieangststoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van gegeneraliseerde angststoornis?

A

Piekeren over diverse aspecten die in het dagelijks leven kunnen voorkomen en er niet mee kunnen stoppen (Familie, proefwerken, vrienden etc.)
Symptomen:
- Hoofdpijn
- Vermoeidheid
- Buikpijn
- Concentratieproblemen
- Belemmering in dagelijkse bezigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van een specifieke fobie?

A

Extreme irreële angst voor specifieke situatie/object resulterend in vermijding. Interfereert in dagelijks functioneren, bijvoorbeeld in het donker, bij dieren, bloed of dokters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van een sociale angststoornis?

A
  • Angst in sociale situaties
  • Irreële angst om bekritiseerd te worden
  • Zowel in contact met volwassenen als leeftijdsgenoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken van een paniekstoornis?

A
  • Zonder enige oorzaak te krijgen van paniekaanvallen
  • Met als gevolg vermijding van reizen of naar bepaalde plekken toegaan
  • Lichamelijke symptomen
  • Cognitieve symptomen
  • Anticipatieangst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van agorafobie?

A
  • Angst voor situaties waaruit weggaan moeilijk/onmogelijk is
  • Situatie wordt vermeden
  • Zijn in de situatie gaat gepaard met heftige angst of paniek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de nadelige gevolgen van angst op kinderleeftijd?

A

Heeft nadelige gevolgen op:
- Schools functioneren
- Zelfbeeld
- Sociale relaties
- Functioneren in de familie
- Depressie
- Kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt Cognitieve Gedragstherapie (CTG)?

A

CTG gaat uit van de relatie tussen gedachten, gedrag en gevoel.
Gevoel:
- Herkenning van lichaamssignalen
- Relaxatietechnieken

Gedachten:
- Negatieve gedachten uitdagen en vervangen door functionele, reële gedachten

Gedrag:
- Behandelen van vermijdend gedrag: Exposure -> Systemische desensitisatie, operante conditionering -> Jezelf belonen voor dapper gedrag
- Behandel van een gebrek aan copingsvaardigheden -> Probleemoplossende vaardigheden aanleren, modeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voorbeelden van exposure zoals spinnenfobie?

A

1) Naar spinnen in boeken kijken
2) Een film op discovery over spinnen kijken
3) Een spin in een potje bekijken
4) Spin uit het potje bekijken
5) Een kleine spin op je hand laten lopen
6) Een echt grote spin op je hand laten lopen
7) Meedoen met het tv-programma: Fear factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe gaat ouderbegeleiding voor ouders met een kind met angststoornis?

A
  • Psycho-educatie
  • Uitleg van behandeling
  • Actief betrekken van ouders bij huiswerk en exposureopdrachten
  • Opvoedingsstijl beïnvloeden (Modeling en operant conditioneren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kenmerken van Cognitieve Gedragstherapie (CGT)?

A
  • Behandeling van 1e keus
  • 65-70% behandelsucces
  • Langdurig effect
  • Medicatie pas bij onvoldoende effect en/of zeer ernstige problematiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van farmacotherapie?

A
  • Weinig dubbelblind placebogecontroleerd medicatieonderzoek bij kinderen
  • Terughoudendheid met medicatie onder de 6 jaar
  • Bij ernstige of therapieresistente angststoornis -> Eventueel in combinatie met CGT
  • Eerste keus -> SSRI’s