Reisorganisatie Marktvormen en prijsvorming

Question 1

Wat is een markt?

Answer 1

Een plaats waar vraag en aanbod samenkomen. Kan fysiek of abstract zijn.

Question 2

Wat is een concrete markt? Geef een voorbeeld.

Answer 2

Een tastbare plek waar kopers en verkopers fysiek aanwezig zijn.
-> bv. Maandagmarkt

Question 3

Wat is een abstracte markt? Geef een voorbeeld.

Answer 3

Niet gebonden aan locatie, verwijst naar alle handel in een product of dienst.
📱 Voorbeeld: markt van de GSM’s.

Question 4

Welke vier kenmerken bepalen het type markt?

Answer 4

Aantal marktpartijen
Transparantie
Toetredingsmogelijkheden
Mate van productdifferentiatie

Question 5

Wat betekenen B2C, B2B, C2C, G2C?

Answer 5

B2C: Business to customer
B2B: Business to business
C2C: Customer to customer (bv. Airbnb)
G2C: Government to customer

Question 6

Geef voorbeelden van volkomen concurrentie.

Answer 6

Groenteveilingen, wisselmarkten, kunstveilingen, marktdag op maandag.

Question 7

Wat zijn de 4 voorwaarden voor volkomen concurrentie?

Answer 7

Veel vragers en aanbieders
Volledige transparantie
Vrije toegang
Homogeen product

Question 8

Hoe komt een evenwichtsprijs tot stand?

Answer 8

Door de wisselwerking tussen vraag en aanbod

Question 9

Wat is een vraagoverschot? Geef voorbeelden.

Answer 9

Vraag > aanbod.
📌 Voorbeelden:

Crèches in grootsteden
Tickets voor Tomorrowland
Westvleteren 12°
Kotmarkt in Kortrijk

Question 10

Wat is een aanbodoverschot? Geef voorbeelden.

Answer 10

Aanbod > vraag.
📌 Voorbeelden:

Huizenmarkt Spanje (2013)
Reizen naar Egypte/Tunesië tijdens terreuraanslagen

Question 11

Geef een voorbeeld van schaarste creëren als marketingstrategie.

Answer 11

Clouseau plant 2 optredens, maar als die snel uitverkopen komen er ineens 2 extra bij. (Waren al gepland, maar creëren schijn van exclusiviteit.)

Question 12

Wat zijn andere voorbeelden van schaarste creëren?

Answer 12

Limited editions, nieuwste iPhones, Harry Potter-boeklanceringen.

Question 13

Waarom grijpt de overheid soms in op markten?

Answer 13

Om gedrag te sturen of toegankelijkheid te verhogen.

Question 14

Geef een voorbeeld van overheidsingrijpen en de bijhorende doelstelling.

Answer 14

Sigarettenprijs verhogen ➝ ontmoedigen van roken
Prijs busabonnement laag houden ➝ openbaar vervoer stimuleren

Question 15

Wat zijn BADT-producten?

Answer 15

Benzine, Alcohol, Diesel, Tabak – vaak zwaarder belast.

Question 16

Wat is een monopolie?

Answer 16

Eén aanbieder, veel vragers. Geen transparantie, geen vrije toegang, homogeen product.

Question 17

Geef voorbeelden van overheidsmonopolies.

Answer 17

NMBS, notarisdiensten, drinkwater, brievenpost (deels).

Question 18

Wat is een natuurlijk monopolie?

Answer 18

Monopolie door schaarste of hoge instapkosten, bv. diamantmijnen, krabvisserij.

Question 19

Wat is een quasimonopolie?

Answer 19

Bijna-monopolie, beperkt aantal spelers.

Question 20

Wat is een feitelijk monopolie? Geef voorbeelden uit de taal.

Answer 20

“Geef je bic” i.p.v. balpen
“Doe hem een pamper aan”
“Maak een kopie met de Xerox”

Question 21

Wat is de rol van een octrooi/patent in monopolie?

Answer 21

Tijdelijk exclusief recht op productie of verkoop. Vervalt na enkele jaren.

Question 22

Geef voorbeelden van verlopen patenten.

Answer 22

Nespresso capsules, Quick Step laminaat – nu concurrentie.

Question 23

Wat is een oligopolie?

Answer 23

Enkele aanbieders, veel vragers.

Question 24

Wat is het verschil tussen homogeen en heterogeen oligopolie?

Answer 24

Homogeen: producten zijn identiek (bv. benzine, staal)
Heterogeen: verschillen per merk (bv. auto’s, wasmiddelen)

Question 25

Waarom komt oligopolie vaak voor in industriële markten?

Answer 25

Hoge investeringsdrempels, B2B-markt, weinig spelers.

Question 26

Wat is het effect van prijzenspel tussen oligopolisten?

Answer 26

Prijsverlaging door één ➝ andere volgen ➝ risico op prijzenoorlog.

Question 27

Wat is kartelvorming?

Answer 27

Afspraken tussen bedrijven over prijzen ➝ verboden door antitrustwetgeving.

Question 28

Wat is benedenwaartse prijsstarheid?

Answer 28

Prijzen dalen zelden, omdat concurrenten niet mee volgen

Question 29

Geef voorbeelden van oligopolisten.

Answer 29

Pakketjes: PostNL, FedEx, UPS Auto-verhuur: Europcar, Avis, Sixt Besturingssystemen: Windows, Apple, Linux Banken: KBC, ING, Belfius, BNP

Question 30

Wat is OPEC?

Answer 30

Kartel van olieproducerende landen.

Question 31

Wat zijn de risico’s voor OPEC op lange termijn?

Answer 31

Olievoorraden raken uitgeput Overschakeling naar andere energie (waterstof, hybride) ➡ Oplossing: toerisme & economische diversificatie

Question 32

Wat is een duopolie?

Answer 32

Slechts twee aanbieders op de markt.

Question 33

Wat is monopolistische concurrentie?

Answer 33

Veel aanbieders Producten zijn heterogeen Grote productdifferentiatie Meest voorkomende marktvorm

Question 34

Geef een voorbeeld van duopolie.

Answer 34

Radiozenders: VRT (Radio 1, Radio 2, MNM, StuBru) DPG (Qmusic, Joe, Nostalgie)

Question 35

Wat is het doel van bedrijven in deze marktvorm?

Answer 35

Hun product uniek maken en een stuk van de markt ‘monopoliseren’.