HC 11.4: Een jonge man met koorts en malaise Flashcards

(42 cards)

1
Q

casus, deel 1:

A
  • man
  • 39 jaar
  • sinds 4 maanden klachten van algemene malaise
  • koorts
  • nachtzweten
  • gewichtsverlies (> 10%)
  • rode vlekjes aan de benen
  • beetje kortademig
  • geen diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor soort dingen staan in je DD?

A
  • infectie, zoals longontsteking of infectie van de darmen, maar ook ontsteking in de lever of nieren
  • maligniteit, zoals maligne lymfoom
  • meningitis, maar is heel erg onwaarschijnlijk gezien de duur van de klachten
  • misschien auto-immuunziekte zoals Lupus (maar wel vaker bij vrouwen dan bij mannen)
  • tuberculose
  • vasculitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

samenvattend 5 dd’s:

A
  • Tuberculose
  • Maligne lymfoom
  • Endocarditis
  • Vasculitis
  • HIV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bij de man in de casus zien we purpura, niet wegdrukbare rode vlekjes op de onderbenen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

daarnaast heeft meneer afwijkingen aan de huid op zijn handen, er zijn splinterbloedingen zichtbaar.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

onderzoek van de longen: vesiculair ademgeruis
–> tuberculose past hier dus minder bij

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hart auscultatie is bij deze meneer afwijkend. je hoort een souffle

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

na het lichamelijk onderzoek wil je aanvullend onderzoek gaan doen.
endocarditis is iets wat hoger in de dd is komen te staan. daarvoor wil je allereerst lab onderzoek doen.
uitslagen laboratorium onderzoek:

A
  • BSE is 65 (<12)
  • CRP is 54 (<20)
  • Hb is 4,8 (8,6 - 10,5)
  • Trombocyten 196 (150-370)
  • Leukocyten 15,8 (3,5 - 10)
  • Kreatinine is 163 (65-115)
  • Ureum 14,6 (2.5 - 7.5)
  • Albumine 27 (35-50)
  • Leverenzymen niet afwijkend
  • Urine: eiwit, ery’s, geen leuko’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ECG is normaal bij deze patiënt.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

maar na al deze bevindingen, zou de cardioloog nog steeds niet overtuigd zijn dat het om een endocarditis gaat, en zal dus nog geen echo willen maken. daarom als vervolgonderzoek eerst:

A

bloedkweek (maar de uitslag volgt nog), dus in de tussentijd nog verder onderzoek doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

om Tb aan te tonen of uit te sluiten, maak je een X-thorax. daarop niet echt afwijkingen te zien.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

we zitten dus nu eigenlijk een beetje vast, want de cardioloog wil niet komen, we moeten wachten op de bloedkweek en de andere onderzoeken zijn ook niet doorslaggevend.
uiteindelijk komt de uitslag van de bloedkweek:

A
  • die is positief voor Streptococcus Gallolyticus
    –> nu hebben we genoeg bewijs om de cardioloog te overtuigen om een echo cor te komen maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

die uitslagen van de nieren, dus dat er nierinsufficiëntie is, kan verklaard worden door een immuuncomplex vasculitis die secundair aan de initiële infectie is opgetreden.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

als er een echo gemaakt wordt bij iemand die verdacht wordt van een endocarditis, dan wordt in eerste instantie een transthoracale echo gemaakt.
dit omdat een transthoracale echo minder invasief is dan een transoesophagale echo.
uitslag transoesophagale echo bij deze man:

A
  • massa/vegetatie op/aan de mitralisklep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een vegetatie op de mitralisklep is nog niet genoeg om definitief de diagnose Endocarditis te stellen.

A

je moet er dus wel een positieve bloedkweek bij hebben en een klinisch beeld wat passend is voor endocarditis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

maar eigenlijk is het best apart dat deze man al 4 maanden klachten heeft, een endocarditis heeft en gewoon nog leeft, hoe kan dat?

A

dat kan wanneer je niet de acute, maar de sub-acute vorm van endocarditis hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe gaan we deze meneer nu behandelen?

A
  • antibiotica
  • de bacterie die deze man heeft, zit in een biofilm, wat maakt dat je een hoge dosering antibiotica moet geven en ook lang moet behandelen
18
Q

maar waar komt die verwekker, de streptokokken vandaan bij deze meneer?

A
  • streptokokken komt meestal uit het KNO gebied
  • maar de streptokokken die deze meneer heeft, komt uit de darm
  • en het is belangrijk om ook naar de bron van de bacterie te zoeken/kijken, omdat het kan duiden op een maligniteit van de darm
    –> bij deze meneer werd een tumor gevonden in zijn darm tijdens de scopie
19
Q

deze meneer werd behandeld met antibiotica. de behandeling zou eigenlijk 6 weken gegeven moeten worden.
maar na 3 dagen aan de ab, kon deze man zijn rechter lichaamshelft niet meer bewegen.
wat is hier aan de hand?

A
  • deze meneer had een CVA
20
Q

hoe komt deze meneer, met een endocarditis en behandeling met antibiotica, aan een CVA?

A
  • aan 1 van zijn hartkleppen hangt een vegetatie
  • door de turbulentie van het bloed, breken er stukjes van die vegetatie af
  • die stukjes worden meegevoerd en komen op een bepaalde plek terecht
  • bij hem dus in de hersenen
    –> hij kon na behandeling al snel weer zijn rechter lichaamshelft bewegen, maar als dit nog een keer zou gebeuren is er wel kans op blijvende schade
21
Q

bij deze meneer was er dus sprake van een gecompliceerde endocarditis. daarom is besloten om de klep te gaan vervangen.

A

dat wil je eigenlijk liever niet, omdat je dan moet opereren in een ontstoken gebied.
maar bij deze meneer is dat wel gedaan en is de klep vervangen door een metalen klep.

22
Q

uiteindelijk is deze meneer na de 6 weken antibiotica weer opgeknapt van de endocarditis.

A

maar de endocarditis is hem uiteindelijk wel fataal geworden.
als iemand een metalenklep heeft, moet je diegene namelijk behandelen met antistolling.
en hij heeft uiteindelijk als gevolg van de antistolling een massale hersenbloeding gekregen die hem fataal is geworden.

23
Q

het stellen van de diagnose endocarditis is lastig, omdat het kan lijken om meerdere verschillende beelden.

24
Q

endocarditis pathogenese:

A
  1. Schade aan endotheel van endocard
  2. Depositie trombo’s en fibrine (Niet-Bacteriële Trombotische endocarditis)
  3. (transiente) bacteriëmie
  4. Adherentie aan en kolonisatie van NBT-lesie
  5. Snelle bacteriële groei en toename depositie trombo’s en fibrine
    - een vegatatie kan dus ook al bestaan zonder die ontsteking en dan kunnen daar uiteindelijk wel bacteriën aan gaan hechten
25
risicofactoren voor endocarditis:
als iemand al schade heeft aan het endotheel door wat voor reden dan ook. mensen die hier dus het hoogste risico op hebben, zijn mensen die al schade/afwijkingen hebben, zoals: - afwijkende (aangeboren) hartklep - aanwezigheid van pacemaker - aanwezigheid van kunstklep - eerder endocarditis hebben doorgemaakt
26
incidentie:
- komt heel weinig voor - de incidentie verschilt heel erg per land - zeldzaam ziektebeeld
27
endocarditis - klinische presentatie:
ACUUT - Fulminant beloop - hoge koorts - systemische toxiciteit - snel levensbedreigend SUBACUUT - traag, indolent beloop - subfebriele temperatuur - nachtzweten - gewichtsverlies - vage systemische klachten (en dus 4 maanden hiermee rondlopen is niet ongewoon)
28
endocarditis - klinische manifestaties:
- koorts - souffle dit is wat we het vaakst zien, maar ook: - rillingen, kortademigheid, zwakte, nachtzweten, anorexie, malaise, hoesten, huidafwijkingen, hoofdpijn, etc.
29
aanvullend onderzoek bij verdenking endocarditis:
- positieve bloedkweken - anemie - proteïnurie - vegetatie/afwijkingen bij echo cor - verhoogd BSE
30
de afwijkingen in bijvoorbeeld het lab onderzoek, zijn verschillend per persoon. in welk percentage van patiënten afwijkingen gevonden worden, wisselt.
31
aandachtspunten mbt diagnostiek:
- tenminste 3 bloedkweeksets (van 2 flesjes) - patiënt hoeft geen koorts te hebben ten tijde van bloedkweekafname - verlengde incubatie van bloedkweek flessen bij patiënten met kunstklep endocarditis
32
hoofdcriteria voor endocarditis:
1. positieve bloedkweken 2. positief echocardiogram of hart CT (vegetatie, abces, loslaten kunstklep) of een nieuw klepgeruis 3. chirurgisch criterium (gezien bij directe inspectie van het hart)
33
nevencriteria bij endocarditis:
1. predispositie (hartafwijking of iv-drugsgebruik) 2. temperatuur > 38 3. vasculaire afwijkingen (embolie, bloedingen) 4. immunologische afwijkingen 5. overige microbiologisch/serologische aanwijzing 6. niet-karakteristieke echografische hartafwijkingen
34
wanneer kan je aan de hand van de hoofd- en nevencriteria de diagnose endocarditis stellen?
- 2 hoofdcriteria of - 1 hoofdcriteria en 3 nevencriteria of - 5 nevencriteria
35
endocarditis - meest voorkomende verwekkers bij een natieve klep (dus geen kunstklep)
ACUTE presentatie - Staphylococcus aureus SUBACUTE presentatie - vergroenende streptokokken (viridans streptokokken) - Enterococcus faecalis - HACEK groep - (Staphylococcus aureus)
36
endocarditis - meest voorkomende verwekkers bij een kunstklep
ACUTE presentatie - Staphylococcus aureus - Staphylococcus epidermidis SUBACUTE presentatie - Staphylococcus aureus - Staphylococcus epidermidis - Cutibacterium spp
37
je kan de endocarditis wel behandelen, maar de bacterie in de bloedkweek komt ergens vandaan. je moet dus altijd onderzoek doen naar de focus/oorsprong van de bacterie in het lichaam. je moet dus kijken naar de Porte d'entree:
- vergroenende streptokokken: mond/keelholte - hemolytische streptokokken: huid - streptococcus gallolyticus: darm (dus scopie maken) - enterococcen: darm, gal- en urinewegen - S. aureus: huidlaesies, intravasale lijn, iv drugsgebruik - coagulase negatieve staphylococcus: huid, intravasale lijn
38
emperische behandeling bij endocarditis:
- je gaat dus kijken: acuut of subacut beloop? - welke verwekkers verwacht ik dan? --> alle richtlijnen over de behandeling staan in de SWAB richtlijn
39
endocarditis - antibiotische behandeling:
in het algemeen: - langdurige therapie (gemiddeld 6 weken) - in hoge dosis - intraveneus toegediend - bij voorkeur bactericide middelen (bv bèta-lactam antibiotica) --> reden: micro-organisme in een vegetatie vaak in hoge dichtheid aanwezig in een metabool inactieve groeifase omgeven zijn door trombocyten, fibrine en in biofilm
40
eerste behandeling is dus ab, maar wanneer komt iemand in aanmerking voor een operatie?
1. Hartfalen: dus als de klep zo erg lekt dat hij niet meer goed functioneert, waardoor iemand hartfalen krijgt 2. Ongecontroleerde infectie: persisterende positieve bloedkweken ondanks adequate therapie, danwel ontstaan van cerebrale embolieën, aneurysmata 3. Preventie van embolisatie: bij grote of persisterende vegetatie na een of meer embolische episoden
41
endocarditis - profylaxe:
antibiotische profylaxe bij bepaalde tandheelkundige ingrepen bij patiënten met het hoogste risico voor endocadritis, zoals: 1. met kunstklep 2. met infectieuze endocarditis in de voorgeschiedenis 3. met een aangeboren hartafwijking - profylaxe bestaat uit amoxicilline 2 g - bij niet acute, ernstige allergie: clindamycine 600 mg, < 60 minuten voor de ingreep
42