HC 13.7: Een patiënt met ‘schubben’ Flashcards

(36 cards)

1
Q

1 op de 5 psoriasis patiënten heeft artritis psoriasis.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psoriasis vulgaris is de hoofdbenaming van dit ziektebeeld.
maar je kan het ook vernoemen naar de lokalisatie op het lichaam. zoals dus artritis psoriasis.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de witte delen van de plaques bij psoriasis zijn hyperkeratose, toename van het stratum corneum. toename van het aantal cellen in de epidermis.
en dat zorgt voor die witte kleur.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

meestal is psoriasis een plaque en verheven, dus je kan die verheffing ook voelen op de huid.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

85% is psoriasis vulgaris (chronische plaque type). hoeveel mensen zijn er in Nl met psoriasis?

A

ongeveer 300.000 mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

naast op de benen, armen, romp en hoofd, kun je ook op handpalmen en voetzolen psoriasis krijgen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de voornaamste klacht van psoriasis patiënten?

A

schilfering
- maar daarnaast ook sociale problemen/onzekerheden, omdat het natuurlijk duidelijk te zien is.
- pijn kan ook optreden, als het de gewrichten bereikt, maar de plaques opzich doen geen pijn.
- jeuk is meer iets wat bij eczeem voorkomt en minder bij psoriasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

is psoriasis besmettelijk?

A

NEE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

85% van de psoriasis patiënten heeft dus de vulgaris, de plaque variant. maar wat heeft die andere 15% dan?

A
  • pustulair psoriasis, dus een huid vol met pustels. het lijkt soms net op een bacteriële infectie.
  • erythrodermisch psoriasis: waarbij de huid helemaal rood is
  • guttata psoriasis: druppelvormige psoriasis plekken, vaak in aansluiting op een luchtweginfectie, een streptokok. dit zien we dan ook vaker in de winter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cijfers van de verschillende vormen van psoriasis:

A
  • 80-90% heeft de plaque vorm
  • < 10% heeft de guttata vorm
  • < 5% heeft de inversa vorm (alleen psoriasis in de plooien van het lichaam)
  • < 5% heeft pustulaire psoriasis
  • < 2% heeft de erythrodermische vorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zo’n psoriasis guttata komt dus voor in aansluiting na een luchtweginfectie. maar om uberhaupt die psoriasis te ontwikkelen, moet je wel bepaalde genen hebben. niet iedereen krijgt psoriasis.
hoeveel genen zijn voor psoriasis bekend?

A

ongeveer 70 genen die betrokken zijn bij het krijgen/het ontstaan van psoriasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

als je de pustulaire vorm van psoriasis ziet, denk je als eerste aan een bacteriële infectie. de patiënt heeft ook koorts, is erg ziek.
maar bij koorts moet je denken aan IL-1 en IL-6, die de thermostaat in de hersenen aanzet, waardoor iemand koorts krijgt. dat kan dus bij een bacteriële infectie optreden, maar ook bij een auto-inflammatoire aandoening.
–> dit is ook eigenlijk een soort auto-inflammatoire variant van psoriasis

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

belangrijkste anamnese punten bij iemand die je verdenkt op psoriasis?

A
  • komt het in de familie voor?
  • hoe lang heeft u het al?
  • gaat het beter in de zon? (bij psoriasis gaat het meestal beter in de zon)
  • heb je gewrichtsklachten?
  • wat gebruik je voor medicijnen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

als je psorias hebt, heb je meer kans op comorbiditeiten, zoals hart-en vaatziekten, metabool syndroom, angststoornissen, depressie en soms leverafwijkingen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij lichamelijk onderzoek bij psoriasis:

A
  • kaarsvetfenomeen
  • als je met je vinger over een plaque schraapt, en de plaque wordt witter, dan positief kaarsvetfenomeen
    –> en dat is typisch voor psoriasis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Koebner fenomeen:

A

is het ontstaan ​​van nieuwe huidletsels op voorheen onaangetaste huid als gevolg van trauma.

17
Q

als er twijfel is over de diagnose, dan is de vervolgstap:

18
Q

wat zie je op een biopt bij psoriasis?

A
  • verlengde retelijsten
  • toename van het aantal cellen in de epidermis
  • soort filevorming van cellen in de epidermis
  • hyperkeratose
  • in de dermis zie je een influx van allerlei immuuncellen, voornamelijk lymfocytair
  • ook neutrofiele granulocyten die hoog in de epidermis zitten
  • verwijde bloedvaten en toename van het aantal bloedvaten in de dermis
19
Q

ook altijd kijken naar de nagels van een patiënt. als iemand daar een soort putjes in heeft, het olievlekfenomeen (alsof je een druppel olie onder de nagel doet) dat is iets wat je niet bij de meeste andere huidaandoeningen ziet, en wat dus duidt op psoriasis.

20
Q

de huid herstelt zich bijna altijd weer. dus zelfs bijv. een rug die vol met psoriasis plaques zit, kan zich weer helemaal herstellen.
dat is anders voor gewrichten die zijn aangedaan door psoriasis, en je hebt dus artritis, kan je erosies krijgen. en het reparatievermogen van gewrichten is gewoon best wel laag.
–> dus daarom belangrijk om dit op tijd te signaleren en te diagnosticeren

21
Q

comorbiditeiten die je ziet bij iemand met psoriasis:

A
  • obesitas
  • metabool syndroom
  • cardiovasculaire ziekten/aandoeningen
  • psoriasis artritis
  • hypertensie
  • nonalcoholic fatty liver disease
22
Q

prevalentie psoriasis wereldwijd:

A
  • het komt overal te wereld voor, maar niet overal even veel
  • het komt veel voor in: Australië, Norwegen, Israël, Denemarken
  • het komt het minst voor in: Taiwan
23
Q

wat is het ‘psoriasis gevoeligheidsgen’?

A

HLA Cw6
–> dat is in Nl, maar in andere landen kan het weer een ander gen zijn, maar het zijn wel allemaal HLA C genen

24
Q

als we kijken naar genen, dan is dat overal ter wereld min of meer gelijk. daarom moet er een andere verklaring zijn voor het verschil in gevoeligheid voor psoriasis.
het microbioom is wereldwijd heel verschillend, door de verschillende diëten die we hebben.
daarom heeft iedereen een verschillend microbioom, en dat heeft dus weer een verschillend effect op je immuunsysteem.

A

maar er is ook een verschil in het microbioom van de huid.
zo douchen mensen in warmere landen vaker, waardoor hun microbioom van de huid anders is dan van mensen in Nl.
- maar ook het microbioom in de vagina speelt een rol bij het ontstaat van bijv. een candida infectie in de vagina

25
om een plaque op de huid te krijgen, moeten de immuuncellen de huid aanvallen. psoriasis is een auto-immuunziekte waarbij een heleboel cellen betrokken zijn. inmiddels zijn 36 type cellen geïdentificeerd die daarbij betrokken zijn.
26
bij auto-immuunziekten bijna altijd:
- Th1 - Th17 - Th22 --> je immuunsysteem gaat bijna bij alle auto-immuunziekten tekeer tegen je eigen lichaam met deze drie 'generalen' --> de Treg zijn juist de goede generalen die de boel stoppen ---> dus bij auto-immuunziekte zijn Th1, Th17 en Th22 overactief, en Treg is juist onderdrukt
27
om psoriasis te behandelen moet je dus die Th1, Th17 en Th22 remmen. 65-80% van de patiënten heeft een milde vorm van psoriasis, en dan is behandeling met zalf meestal voldoende. de beste behandeling met zalf op dit moment:
- een combi van corticosteroïden en vitamine D
28
bij hele uitgebreide psoriasis, kan lichttherapie gegeven worden.
29
als zowel de zalf als de lichttherapie niet werken, dan kom je bij de tabletten en injecties uit. conventionele systemische middelen, de tabletten:
- Acitretine - Ciclosporine - Fumaraten - Methotrexaat
30
de biologicals, de injecties, die grijpen dus in op die Th1, Th17 en Th22. dit zijn wel dure middelen, hoeveel kosten die middelen per jaar?
ongeveer 15.000 euro voor een psoriasis patiënt per jaar - we geven deze middelen dus niet zomaar
31
voor de pustulaire psoriasis, is er een nieuwe middel:
spesolimab, die op de dagbehandeling iv wordt toegediend
32
biologicals voor psoriasis:
- TNF-alpha inhibitors (Etanercept, Adalimumab, Infliximab, Certolizumab pegol) - IL-17 inhibitors (Secukinumab, Ixekizumab, Brodalumab, Bimekizumab) - IL-23 inihibitors (Guselkumab, Risankizumab, Tildrakizumab) - IL-12/23 inhibitors (Ustekinumab)
33
de Psoriasis Area Severity Index (PASI) is een index om duidelijk te maken wat de ernst is van de psoriasis. je kijkt hierbij naar/scoort punten op:
- hoeveel procent van het lichaam is aangedaan (ingedeeld naar: hoofd, armen, romp en benen) - daarnaast kijk je naar de roodheid, de dikte en de schilfering --> op basis daarvan krijg je een score. --> iemand zonder psoriasis heeft score 0 --> maximale score is 72
34
biologicals kunnen als bijwerking een luchtweginfectie geven. dus kan iemand als bijwerking van de behandeling een psoriasis guttata krijgen. --> maar dat gaat vanzelf weer over als je buiten het winter seizoen bent
35
triggers voor een verslechtering/opvlamming van psoriasis die behandeld wordt:
- infectie - leefstijl, dus slapen, dieet, roken, alcohol misbruik - medicatie - luchtvochtigheid, koud weer - luchtvervuiling - huid trauma
36