PD 13.2: De huid, meer dan een omhulsel, ulcera Flashcards
(16 cards)
1
Q
een wond = een ulcus, maar dat is nog geen diagnose:
A
- definitie wond: een onderbreking van de continuïteit van de huid
- waarbij de onderbreking zowel epidermis als dermis betreft
- een wond is geen diagnose, je weet nog helemaal niet wat de oorzaak is. je beschrijft alleen de situatie.
2
Q
hoe reageert het lichaam op een wond?
A
- met wondgenezing, onafhankelijk van hoe de wond is ontstaat.
- de 3 stappen van wondgenezing zullen altijd plaatsvinden, onafhankelijk van de oorzaak van de wond
3
Q
wat is het verschil in wondgenezing tussen een volwassene en een foetus/baby in de buik?
A
- volwassenen genezen met litteken vorming.
- baby’s in de buik hebben een regeneratief vermogen, waardoor er geen litteken vorming
–> waarschijnlijk speelt het immuunsysteem hierbij een rol
4
Q
waarom bij volwassenen geen regeneratief vermogen?
A
- het geeft een overlevingsvoordeel
- die litteken vorming is een overlevingsmechanisme, je wil zo snel mogelijk de wond dichtkrijgen, wat dat heeft de beste overleving.
5
Q
3 fasen in wondgenezing:
A
- inflammatoire fase
- proliferatieve fase
- remodelleer fase
6
Q
inflammatoire fase:
A
- duur: direct na ontstaan wond tot dagen/2 weken na ontstaan van de wond
- vasculaire respons: bloedstelping
- cellulaire respons:
- invasie in wond (leukocyten)
- fagocytose micro-organismen (macrofagen)
- débridement necrose (enzymen)
- aantrekken van fribroblasten (cytokines)
- vaatingroei/angioneogenese (groeifactoren)
7
Q
proliferatieve fase:
A
- duur: uren na ontstaan van de wond tot dagen/weken/maanden na ontstaan van de wond
- re-epithelialisatie huidoppervlak
- neoangiogeneze: nieuwe vaatvoorziening weefsels
- vorming van granulatie-weefsel en ECM (collageen)
- wondrand-contractie
8
Q
remodelleer fase:
A
- duur: begint 2-3 weken na verwonding en duurt minimaal 1 jaar of langer
- herschikken van collageenvezels
- atresie van bloedvaatjes
9
Q
chronische wond:
A
- definitie: niet genezende wonden, geen anatomische en functionele integriteit < 3 maanden
- 1% van de Europenanen en 2% van budget gezondheidszorg
- persisterende inflammatoire fase: balans tussen pro-inflammatoire en anti-inflammatoire factoren verstoord
10
Q
DD van wonden:
A
- vasculaire aandoeningen (venen, arteriën, lymfevaten, vasculitis, microangiopathie)
- neuropatisch (perifeer, CNS)
- metabool
- hematologisch (erythrocyten, leukocyten, trombocyten, dysproteinemie, stolling)
- exogeen
- maligniteit (primaire huid maligniteit/benigne, metastase)
- infectie (bacteriën, virussen, schimmels, protozoen)
- medicatie
- genetisch defect
- huidaandoeningen
11
Q
stagnatie wondgenezing: in de wond
A
- bacteriële infectie
- inadequate behandeling
- slecht wond klimaat (inadequate lokale behandeling, contact allergie)
- vreemd lichaamsmateriaal
- maligniteit
12
Q
stagnatie wondgenezing: rond de wond
A
- slechte doorbloeding (veneus of arterieel)
- oedeem
- neuropathie of druk
- statis na radiotherapie
- terugkerend trauma
13
Q
stagnatie wondgenezeing: systemisch factoren
A
- comorbiditeit
- hoge leeftijd
- slechte voedingstoestand (eiwit, vitamine A/C, zink, Mg)
- medicatie (corticosteroïden, NSAID’s)
- obesitas
- roken en alcohol
14
Q
stagnatie wondgenezing: externe factoren
A
onvoldoende (wond)zorg of compressietherapie
15
Q
samenvatting:
A
- wond in dermis of dieper: herstel en geen regeneratie
- 3 fasen wondgenezing (inflammatoire fase, proliferatieve fase, remodelleer fase)
- stagnerende genezing: factoren in of rond de wond, systemische en externe factoren
16
Q
A