HC 14.IC: ‘Emerging Infections in the Global Village’ Flashcards

(20 cards)

1
Q

wat zijn emerging infecties?

A
  • infecties die de mogelijkheid hebben om zich snel te verspreiden, mensen ziek te maken en in het ergste geval tot sterfte leiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vroeger waren dit soort infectieziekten importziekten. maar tegenwoordig komen sommige van deze infectieziekten endemisch in Nl voor.

A

–> daarom belangrijk om bij de anamnese goed uit te vragen waar iemand op reis is geweest, want waar vroeger infectieziekten vooral uit verre landen kwamen. kan je nu ook in Europa dit soort infectieziekten oplopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het belang van wetenschap en publieke communicatie bij infectieziekten:

A
  • educatie van het publiek is heel belangrijk bij een uitbraak/epidemie
  • als het publiek onwetend is, dan krijg je paniekreacties en dat kan veel effect hebben op een samenleving
  • als er een uitgebreide epidemie is die zich over verschillende werelddelen verspreid, dan spreken we van een pandemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

virusinfecties waar we steeds meer mee te maken krijgen in Europa en eigenlijk over de hele wereld:

A
  • West nile
  • Ebola
  • Dengue
  • Zika
  • Mers-CoV
  • COVID
  • gele koorts
  • Monkeypox, apenpokken
  • Tick borne encefalitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Emerging infectious diseases ‘many of them are neglected diseases’. wat wordt daarmee bedoeld?

A
  • die ziektes die veel voorkomen, maar niet de aandacht hebben die ze verdienen
  • het komt of veel voor, maar het heeft nog niet de impact waardoor het op de radar komt
  • of het komt nog niet zo veel voor
    –> maar als het een probleem gaat worden, dan wordt het een groot probleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zoönose:

A

infecties die van dier op mens overgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel procent van de infecties waar we mee te maken krijgen is zoönotisch?

A

3/4
–> dus de manier waarop wij met huisdieren, vee en wilde dieren is heel erg belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer werkt een zoönose goed?

A
  • als het dier het reservoir is, die heeft het virus maar wordt er niet ziek van
  • als het dier reservoir is, en er is overdracht mogelijk, dan kan dat direct zijn van dier op mens
  • maar vaak zit er een vector tussen
  • maar het kan dus ook door direct contact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

10 belangrijkste dreigingen voor de gezondheidszorg:

A
  • luchtvervuiling en klimaatverandering
  • niet-overdraagbare ziekten (zoals kanker en hart-en vaatziekten)
  • globale influenza pandemie
  • fragile and vulnerable settings
  • anti-microbiële resistentie
  • Ebola en andere hoog-dreigende pathogenen
  • weak primary health care
  • weerstand tegen vaccinatie
  • Dengue
  • HIV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

elke infectieziekte heeft een piramide:

A
  • in de basis van de piramide: alle mensen die met het virus in contact komen, maar niet zo ziek worden
  • daarboven zie je een groep mensen die ziek zijn en thuis blijven
  • daarboven zie je mensen die ziek worden en in het ziekenhuis terecht komen
  • en daarboven de mensen die ziek worden en er aan overlijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom zien we die infectieziekten steeds meer en vormen ze zon groot probleem?

A
  • de wereldbevolking is gegroeid
  • we wonen dichter op elkaar
  • daarnaast zijn niet overal de leefvoorzieningen/omstandigheden heel goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

belangrijkste transmissie routes:

A
  • voedsel overdraagbare infecties
  • water overdraagbare infecties
  • infecties die over gedragen worden door muggen
  • infecties die worden overgedragen door Knaagdieren
  • bloed overdraagbare infecties
  • via lucht overdraagbare infecties
  • SOA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een ARBO virus?

A
  • een virus dat ovegedragen wordt door geleedpotigen, zoals muggen en teken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorbeelden van ARBO virus infecties?

A
  • Dengue
  • Chikungunya
  • Zika
  • West nile
  • gele koorts
  • etc..
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij virussen die door muggen worden overgebracht, dus de ARBO virussen, dan zijn er 2 belangrijke klinische beelden:

A
  • Encephalitis
  • VHF = Viral Hemorrhagic Fever (zoals Dengue, knokkelkoorts, gele koorts)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

West nile kan encephalitis geven, dus dat moet ook altijd in de DD staan bij een encephalitis.

17
Q

voor al die nieuwe infecties hebben we nog geen behandelingen. we ontwikkelen wel vaccins en we doen aan preventie.
hoe lang duurt het gemiddeld om een vaccin te ontwikkelen en op de markt te brengen bij een nieuw virus?

18
Q

developing disease is the result of a complex interaction between:

A
  • immune enhancement
  • plasma leakage/hemorrhagic tendency/disease severity
  • host factoren
  • virus/virulentie
  • vector
  • klimaat en omgevingsfactoren
  • infection pressure/immunity of the population
19
Q

take home messages:

A
  • nieuwe infecties kunnen overal opduiken
  • One health benadering
  • belang van goede publieksvoorlichting
  • voorlichting/preventie/vaccinatie
  • kennis over epidemiologie