HC 12.3: Geschiedenis van infectie- en immuunziekten deel 2 Flashcards

(22 cards)

1
Q

configuratie-model:

A
  • unieke combinatie van lokale omstandigheden die gezonde balans - arrangement of climate, environment and communal life - verstoort
  • en de verstoring van die balans kan zorgen voor ziekte
  • holistisch, inclusief, interactief, contextueel, multifactorieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

contaminatie-model:

A
  • besmetting mens op mens = transmissie van ‘morbid material’
  • meer algemeen: 1 specifieke ‘event’ of ‘agent’ als oorzaak
  • en die oorzaak moet dus opgespoord worden en vervolgens worden bestreden
  • dus: monocausaal, reductionistisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(pre)dispositie, is binnen zowel het configuratie-model als het contaminatie-model nodig voor:

A

verklaring van verschillen in ‘vatbaarheid’ (individueel, sociaal, geografisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

je ziet een historische verschuiving:

A
  • van configuratie denken, nadruk op de omgeving (oudheid tot medio 19e eeuw)
  • naar de kiemtheorie, waar de nadruk ligt op contaminatie (vanaf 2e helft 19e eeuw)
  • aan het begin van de eerste helft van de 20e eeuw kwam de nadruk te liggen op predispositie en sociale hygiëne
  • en daarna de epidemiologische transitie, van infectieziekte naar chronische ziekte. meer nadruk op risicofactoren/synthese in de 2e helft van de 20e eeuw
  • en we leven nu in de periode van ‘global health’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dus historische verschuiving:

A
  1. omgeving - configuratie
  2. kiemtheorie - contaminatie
  3. sociale hygiëne - predispositie
  4. epidemiologische transitie - risicofactoren/synthese
  5. ‘global health’ - ??
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Omgeving/configuratie
A
  • klassieke ‘airs, waters, places’ traditie
  • het idee: je moet het lichaam altijd plaatsen in de omgeving, dus het lichaam is altijd gesitueerd en altijd aan het interacteren met de omgevingsfactoren
  • en die omgevingsfactoren houden het organisme in stand, maar kunnen het ook bedreigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in de 19e eeuw ging men over op het: ‘public health’ denken. daarbij hoorde grote sanitaire hervormingen. dat past nog heel erg bij het configuratie denken. maar er werd wel een wetenschappelijke benadering toegepast. die we nu ook nog steeds toepassen:

A

‘epidemiology of place’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

‘epidemiology of place’

A
  • we moeten kijken naar de configuratie van al die ziekmakende lokale omstandigheden
  • dat moet we in kaart brengen met een geografische-statistische methode
  • cijfers proberen te koppelen aan analyse van lokale omgevingsfactoren, zoals bodem, ligging, lucht, drinkwater, etc.
  • het idee was: hoe meer organisch vuil zich kan ophopen, hoe meer rottende organische materie je krijgt en dan krijg je die miasma, die kwalijke luchten/dampen
    –> en dit vroeg dan ook om het aanpakken van die omgevingsfactoren, dus hygiënistenbeweging/sanitaire hervormingen (in de politiek)
  • de nadruk lag vooral op preventie van (verspreiding) toekomstige epidemieën, o.a. door ‘gezonder maken woningen in achterbuurten’
    –> en dit werkte, je zag dat in de steden die deze sanitaire hervormingen toepasten, dat de frequentie in zieke individuen afnam
    –> dit was toen dan ook een soort bevestiging dat hun theorie klopte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Kiemtheorie/contaminatie
    (ca. 1860: bacteriologische revolutie)
A
  • lang proces vanaf 1830 (of zelfs eerder). Factoren:
  • technologisch: introductie verbeterde microscoop
  • institutioneel: evolutie experimentele laboratoriumwetenschap
  • wetenschappelijk: nieuwe observaties + theorieën: cellen, schimmels, ‘wormen’
    –> de kiemtheorie kwam dus niet ‘out of the blue’
  • tegelijke: formulering kiemtheorie pas jaren 1860, uitwerking ervan duurde daarna nog meerdere decennia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Robert Koch heeft naast de cholera bacterie, nog vele andere ontdekkingen gedaan op het gebied van bacteriën

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

die bacteriologische revolutie zorgde voor veel nieuwe vooruitgangen/ontdekkingen:

A
  • op het gebied van chirurgie
  • op het gebied van immunologie
  • maar ook serologie, virologie
  • en ook de chemotherapie (is gebasseerd op het contaminatie-model: specifieke oorzaak vinden en met specifieke ‘bullet’ uitroeien)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

contaminatie denken leidt veel meer tot een curatieve aanpak, je neemt de oorzaak weg. en dat in tegenstelling tot het configuratie model, wat meer gericht is op preventie.

A

dus met opkomst van het contaminatie-model zie je verschuiving van preventie naar curatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de opkomst van het contaminatie denken en het ‘magic bullet’ denken, heeft grote gevolgen gehad voor de ‘airs, waters, places’ traditie:

A
  • ‘epidemiology of place moved grom center stage’ dus die hele geografische methode, die in kaart brengt wat voor omgevingsfactoren allemaal een rol spelen, werd naar de achtergrond gedrukt
  • successen biomedische laboratoriumwetenschappen:
  • gecontroleerde omgeving/condities
  • een steeds meer ‘naar binnen gekeerd’, biochemisch en biofysisch begrip van het lichaam/van ziekte
  • (groeiende kloof lab- kliniek)
  • ‘Body increasingly abstracted from its particulair surroundings’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

echter, al begin 20e eeuw: spaanse griep en tuberculose toonden…

A
  • there is no single cause of mass disease
  • that causation involves more than the agent directly giving rise tot the process
  • that cause lies also in the characteristics of the population attacked
  • and in the features of the environment in which both host population and agent find themselves
    –> (h)erkenning beperkingen bacteriologie
    –> interbellum: pogingen tot ‘fusie’ van bacteriologie, immunologie en 19e-eeuwse ideeën over epidemiologie en ecologie
    –> en ‘sociale hygiëne’ –> relatief meer nadruk op ‘predispositie’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. ‘Sociale hygiëne’ /predispositie
A
  • ziekten niet langer geografisch of somatisch lokaliseren, maar in de sociale omgeving
  • gevolg voor public health: verbreding van fysisch-geografische aanpak en biologische aanpak met sociaal-culturele hervormingen
  • initiatieven gericht op:
    • zorgen voor een gezond nageslacht
    • verzorging van kinderen
    • bestrijding van alcoholisme, geslachtsziekten, asociaal gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. epidemiologische transitie
    infectieziekten –> chronische ziekten
A

debat over oorzaak daling infectieziekten
- virulentie ziektekiemen daalt - biologische evolutie
- sanitaire hervormingen - configuratie
- kiemtheorie, serums, vaccins, antibiotica - contaminatie
- levensstandaard/welvaart/voeding (sociale hygiëne + predispositie)
- denkstijlen

17
Q

take home message van Rosenberg:

A
  • over aard en relevantie van denkstijlen (configuratie, contaminatie)
  • het gaat hier om ‘emphases not answers in a complex discours about humankind, fate and social organization’
  • verschillende aandachtspunten: ‘agent’ (contaminatie), ‘host’ (predispositie), ‘environment’ (configuratie)
  • deze modellen of stijlen ‘mirror and imply policy choices’
18
Q

3 fundamentele veranderingen
public health/epidemiologie na WO 2

A
  1. Introductie concept risicofactoren
    - verbreding epidemiologie: álle mogelijke gezondheidsproblemen
    - ‘paradigmawisseling’ (statistisch, multifactorieel, correlatie)
    - in theorie: integratie/synthese van configuratie, contaminatie en predispositie mogelijk
  2. Zwaartepunt preventie verschoof van collectieve voorzieningen naar individuele leefstijl en/of biologische kenmerken
  3. Verdwijnen van vanzelfsprekendheid normen en waarden verbonden aan publieke gezondheid
    - vertrouwen in gezag/autoriteit viel weg + secularisatie –> kritiek op paternalisme en moraal beleid
    - nadruk op verhouding professionele hulpverlener - mondige patiënt
19
Q

Aids (begin jaren 80)

A
  • pradigma risicofactoren óók toegepast op infectieziekten
    • o.a. veel aandacht voor/beleid gericht op ‘risicogroepen’ en ‘risicogedrag’
    • voor breed publiek eerste kennismaking met ‘risicofactor’ als epidemiologisch begrip
  • Rosenberg:
    • managing randomness - veel onzekerheid/angst
    • thin line between risk and blame, cultural assumptions
    • HIV: ‘contaminatie’ - maar toch ook ‘configuratie’ en ‘predispositie’
20
Q

de ‘kern’ van global health:

A
  • veel meer ‘integratief’ dan ‘international health’
    1. erkent het supranationale karakter van de aanpak van ziekten
    2. is gericht op diepere kennis van ziektelast, om de belangrijkste vormen van gezondheidsongelijkheid te identificeren en om strategieën te ontwikkelen voor de bestrijding daarvan
    3. erkent dat mensen die door ziekten worden getroffen een cruciale rol hebben bij de ontdekking en bevordering van nieuwe methoden van behandeling en preventie en de toegang daartoe
    4. is gebasseerd op ethische en morele waarden die erkennen dat gelijkheid en mensenrechten een centrale rol spelen binnen het streven naar wereldwijde preventie en behandeling van ziekten
21
Q
  1. ‘Global health’ vooral contaminatie?