PD 13.8: Yes, ik heb Lyme! Flashcards

(20 cards)

1
Q

weetjes/feitjes over Lyme:

A
  • het is een ‘vervelende’ ziekte, zowel voor patiënten als voor de dokter
  • een lastige diagnose om te stellen
  • het is vaak asymptomatisch
  • het kan zich laat presenteren, late presentaties
  • NB andere micro-organismen overgedragen door teken
  • NB Tick-borne encephalitis (TBE)
  • veel ‘overdreven’ ophef over
  • veel ‘onzin’ op het internet
  • CAVE gebrek aan kennis medische professionals
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

die lastige diagnose, de late presentaties en dat het vaak asymptomatisch is, heeft te maken met dat Syphilis/Lues zich ook op deze manier kan presenteren.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geschiedenis van Lyme:

A
  • in 1975 in Lyme, Conncticut USA was er een ‘epidemie’ van artitis in jonge kinderen
  • de diagnose die werd gesteld: juveniele reumatoïde artritis
  • Dr Steere deed uitgebreid epidemiologisch onderzoek: hij vermoedde een associatie met tekenbeten
  • in 1981 deed Dr Willy Burgdorfer onderzoek naar hertenziekte
  • hij vond in de maaginhoud van lokale teken, dat deze vol zaten met spirillen
  • hij legde de associatie met eerdere publicatie
    –> in 1982 werd het definitieve bewijs gepubliceerd in SCIENCE
    –> de ziekte van Lyme werd daardoor ook Borrelia Burgdorferi genoemd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lyme borreliose word door verschillende borrelia bacteriën veroorzaakt:

A
  • in de USA: Borrelia burgdorferi
  • in de EU: Borrelia garinii, Borrelia afzelii, Borrelia burgdorferi, (Borrelia myamotoi)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lyme borreliose: Stadium 1

A
  • lokale infectie
  • 3-30 dagen na de tekenbeet
  • centrifugale uitbreiding
  • erythema migrans
  • 75% centrale opheldering (in de EU)
  • 30-60% jeuk, brandend gevoel
  • algehele malaise
  • vermoeidheid, koorts
  • soms asymptomatisch
  • lymfocytoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

morfologische karakteristieken van Lyme borreliose stadium 1:

A
  • homogene laesie (in USA, 59% van de gevallen)
  • centraal erythema (in de USA, 32% van de gevallen)
  • centrale opheldering (in de USA, 9% van de gevallen) (in de EU 75% van de gevallen)
  • bijtpunt zichtbaar (in de USA, 29% van de gevallen)
  • vesikels, papels, schilfering (in de USA, 2% van de gevallen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

erythema migrans:

A

het is een uitbreidende rode huidafwijking op de plek van de tekenbeet, in afmeting variërend van 5 tot 75 cm (gemiddeld 15 cm) en met vaak een centrale verbleking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lyme borreliose stadium 1, gelokaliseerde infectie: symptomen

A
  • spier en/of gewrichtspijnen (41% van de gevallen)
  • koorts (36% van de gevallen)
  • hoofdpijn (33% van de gevallen)
  • vermoeidheid (12% van de gevallen)
  • stijve nek (2% van de gevallen)
  • geen klachten (51% van de gevallen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lyme borreliose, stadium 2: gedissemineerde infectie

A
  • < 1 jaar na infectie/Erythema Migrans (EM)
  • gedissemineerde infectie
  • multipele secundaire huid laesies
  • koorts
  • algehele malaise
  • vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

manifestaties van lymfe borreliose stadium 2, gedissemineerde infectie:

A
  • meningitis
  • radiculitis
  • hersenzenuw uitval
  • artritis
  • carditis (a-v geleidingsblok)
  • overige zeldzame manifestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lyme borreliose stadium 3: persisterende infectie

A
  • > 1 jaar na infectie of EM
  • chronisch (> 6 maanden)
  • polyneuropathie
  • encephalopathie (cognitieve stoornissen, slaapstoornissen, persoonlijkheids stoornissen)
  • chronische artritis
  • acrodermatitis chronica atroficans (ACA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

epidemiologie Lyme borreliose:

A
  • verwekker: Borrelia afzelii/garinii/burgdorferi
  • vector: teken
  • reservoir: herten, knaagdieren (veldmuis, eekhoorn)
  • voorkomen NL: juni-december (95%)
  • geen overdracht mens-mens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risico op lyme borreliose afhankelijk van:

A
  • dichtheid teken
  • prevalentie geïnfecteerde teken (3% tot soms meer dan 50%)
  • mate, frequentie en duur van expositie
  • kans op klinische Lyme na beet van geïnfecteerde teek 1-3%
  • positiviteit teek geen voorspellende waarde voor infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

er is een tekenradar, een website waarop je de tekenbeetmeldingen in Nederland kan zien. en daarbij ook informatie of bij die tekenbeet tekenen van Lyme waren.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar gaan teken meestal zitten op het lichaam?

A
  • op het hoofd
  • achter de oren
  • onder de oksels
  • in de liezen
  • tussen de billen
  • ellebogen
  • knieholten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

diagnostiek van Lyme:

A
  • primair klinische diagnose
  • eventueel serologie
  • of kweek
  • of PCR
17
Q

preventie van Lyme:

A
  • tekenbestrijding (pesticiden)
  • vermijden teken habitat
  • persoonlijke bescherming, zoals lange mouwen/broeken, DEET, tekenverwijdering
  • profylaxe in gebieden met infectierisico na beet > 4%
  • vaccinatie in risico groepen?
18
Q

beleid bij dermatologische presentatie van (verdenking op) Lyme-Borreliose:

A
  • klinische presentatie: tekenbeet, géén indicatie voor het bepalen van antistoffen, géén indicatie voor antibiotica
  • klinische presentatie: erythema migrans, géén indicatie voor bepalen antistoffen, wel indicatie voor antibiotica
  • bij verdenking borrelia lymfocytoom, dan wel IgG serum bepalen
19
Q

therapie volwassenen:

A
  • tekenbeet: geen antibiotica
  • stadium 1 (EM): coxycycline of amoxicilline (oraal)
  • stadium 2:
    • vroege neuroborreliose: ceftriaxon (iv)
    • artritis: doxycycline (oraal)
  • stadium 3 (chronische neuroborreliose): ceftriaxon (iv)