ZO 12.2 Voor- en nadelen van drugsgebruik Flashcards

(26 cards)

1
Q

Tot welke aandoeningen zou cannabis gebruik leiden, en hoe ‘hard’ zijn deze relaties?

A

Cannabisgebruik verhoogt de kans op het krijgen van schizofrenie of depressie, zo blijkt uit epidemiologische studies. Niet geheel uitgesloten kan worden dat juist iemand die een psychose ontwikkelt gaat blowen, of dat het eigenlijk om andere drugs gaat die gelijktijdig zijn gebruikt. Studies waarbij dit onder gecontroleerde omstandigheden wordt uitgezocht (bijv. 2 groepen wel of niet langdurig met cannabis behandelen) zijn uiteraard ethisch niet haalbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cannabis, hasj, wiet, marihuana, hennep: verschillende namen voor één en hetzelfde? Wat is het actieve bestanddeel waar het uiteindelijk om gaat?

A

Hennep is de Nederlandse benaming van de plant Cannabis sativa. ‘Marihuana’ staat voor de gedroogde vrouwelijke bloemtoppen van deze plant en wordt ook wel wiet genoemd. Hasj is de tot blokken of plakjes geperste hars van de plant. Het actieve bestanddeel is D9-tetrahydrocannabinol (THC). Het THC % van Nederlandse (‘neder’)wiet is in de afgelopen decennia toegenomen van <5 tot 15%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dit bestanddeel bindt in het menselijk lichaam aan specifieke receptoren, die worden aangeduid als ‘cannabinoid’ (CB) receptoren. Om wat voor receptoren gaat het, en aan welke second messenger systemen koppelen ze? Wat is de endogene agonist?

A

CB1 en CB2 receptoren zijn G eiwit-gekoppelde receptoren, die leiden tot adenylyl cyclase remming, kaliumkanaal activatie en calciumkanaal blokkade, zodat de neurotransmitter release daalt. De endogene agonist is niet met 100% zekerheid bekend, maar een mogelijke kandidaat is anandamide, een arachidonzuurmetaboliet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de relatie tussen CB receptor activatie en schizofrenie?

A

THC verhoogt de afgifte van dopamine in de mesolimbische gebieden, daarmee de ‘positieve’ symptomen inducerend die behoren bij schizofrenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cannabis kan in Nederland worden voorgeschreven bij multiple sclerose, misselijkheid en braken (vooral tijdens chemo-, radio- en HIV combinatie therapie), chronische pijn, het syndroom van Gilles de la Tourette en palliatieve behandeling van kanker en AIDS. Wat zijn de voordelen van het beschikbaar stellen van medicinale cannabis? Hoe wordt het toegediend?

A

Patiënten hoeven het niet langer van de illegale markt te betrekken, en de kwaliteit (met name het THC gehalte) is gegarandeerd. Toediening als thee of door inhalatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt cannabis bij deze aandoeningen? Rechtvaardigen de klinische studies met dit middel de toepassing op grote schaal?

A

CB1 receptoren komen vooral in het CZS voor en spelen mogelijk een rol bij pijnmodulatie, het geheugen en motoriek. Men neemt aan dat activatie van deze receptoren ten grondslag ligt aan de spierrelaxerende, pijnmodulerende en anti-emetische effecten van cannabis. CB2 receptoren komen met name in het immuun- en gastro-intestinale systeem voor. De bewijsvoering voor de werkzaamheid van cannabis bij de genoemde aandoeningen is vooralsnog zwak (geen grote aantallen gerandomiseerde onderzoeken met harde, verifieerbare eindpunten) en berust vooral op de werkzaamheid die door de patiënten zelf wordt ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In de studies naar de werkzaamheid van THC bij pijn (bijv. bij kankerpatiënten) wordt veelal een vergelijking gemaakt met de pijnstiller codeïne. Doel is het uitstellen van het gebruik van (hogere doses van) het krachtige analgeticum morfine. Waarom start je in zo’n geval liever niet meteen met morfine?

A

Morfine is een ‘zware’ pijnstiller met potentieel ernstige bijwerkingen en het risico van verslaving, die je liever niet meteen als eerste middel toepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Morfine en codeïne zijn natuurlijk voorkomende stoffen, die kunnen worden geïsoleerd uit de papaverbol. Ze behoren tot de narcotische analgetica. Het gedroogde sap uit de papaverbol (opium) bevat naast morfine en codeïne ook de opiaten thebaïne, noscapine en papaverine. Hebben deze stoffen klinische toepassingen?

A

Noscapine onderdrukt (evenals codeïne) de hoestprikkel. Papaverine is een spierverslapper.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen opiaten en opioïden?

A

Opiaten zijn stoffen met een morfine-achtige structuur (i.e., non-peptiden), en opioïden zijn stoffen (endogeen of synthetisch) die de effecten van morfine kunnen nabootsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit het feit dat morfine werkzaam is bij de mens blijkt dat het aangrijpingspunten heeft in het menselijk lichaam. Deze aangrijpingspunten staan nu bekend als de opioïd receptoren. Er moeten dus ook lichaamseigen opioïden zijn die deze receptoren stimuleren. Noem de verschillende opioïd receptoren en hun lichaamseigen agonisten. Waar komen ze voor en aan welke second messengers koppelen ze?

A

m, k en d receptoren, met als endogene agonisten b-endorfine, enkephaline en/of dynorfine. Het zijn G-eiwit-gekoppelde receptoren die onder meer voorkomen in de locus coeruleus, de raphekernen en op perifere zenuwuiteinden (acupunctuur!). Stimulatie leidt tot remming van adenylyl cyclase, opening van kaliumkanalen (meer hyperpolarisatie, verlaagde exciteerbaarheid zenuwen) en het sluiten van calciumkanalen (minder transmitter release).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zet de belangrijkste effecten (naast pijnstilling) van morfine op een rij. Is een overdosis dodelijk? Wat kun je er aan doen?

A

Analgesie, euforie, respiratoire depressie, verminderde hoestreflex, miosis (‘pinpoint’), misselijkheid, obstipatie, hypotensie en bradycardie. Een overdosis is dodelijk vanwege de ademdepressie. Behandeling met een opioïd receptor antagonist zoals naloxon (snel effect, werkt kort, alleen i.v. toepasbaar).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Heroïne is di-acetylmorfine. Het komt niet van nature in de papaverbol voor, maar kan gemakkelijk in illegale laboratoria uit morfine worden gemaakt. Drugverslaafden prefereren deze stof boven morfine. Waarom is dit het geval?

A

Heroïne is beter wateroplosbaar dan morfine (gevolg: kleiner volume is nodig voor toediening van dezelfde dosis) en passeert de bloedhersen-barrière sneller.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De heroïne dosis die gebruikt wordt door verslaafden kan uiteenlopen van 3 - 120 mg. Op zich is 120 mg voldoende om 20 studenten om zeep te helpen. Waarom kan een ervaren druggebruiker 120 mg toch zonder problemen aan? Bespreek in dit verband het gevaar dat optreedt indien een afgekickte verslaafde weer heroïne gaat gebruiken.

A

Dit is een kwestie van tolerantie, die te wijten kan zijn aan versneld metabolisme, afgenomen receptoraffiniteit, downregulatie van opioïd receptoren en/of upregulatie van adenylyl cyclase in de locus coeruleus (zodat de cAMP concentraties worden hersteld). Tolerantie verdwijnt bij afkicken, zodat dan ook een hoge dosis voor de afgekickte drugverslaafde dodelijk kan zijn!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De symptomen die optreden tijdens het heroïne abstinentiesyndroom zijn deels terug te voeren op de verhoogde adenylyl cyclase activiteit in de locus coeruleus. Wat zijn de directe gevolgen van een dergelijke verhoogde activiteit?

A

Activatie van de sympathicus, leidend tot onder meer hypertensie, tachycardie, tremor, angst en agitatie. De symptomen van het abstinentiesyndroom zijn grotendeels tegengesteld aan de effecten van morfine en heroïne: ademhaling ­, mydriasis, diarree en kippenvel (‘cold turkey’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beredeneer waarom het heroïneabstinentiesyndroom behandeld kan worden met clonidine of methadon. Is een opioïd receptor antagonist een goed idee?

A

De a2 receptor agonist clonidine onderdrukt de sympathicus (centraal). Methadon is een goedkope, oraal toepasbare vervanger van heroïne. Hoewel methadon ook verslavend is, is het abstinentiesyndroom minder ernstig omdat het een veel langere halfwaardetijd (> 24 uur) heeft dan heroïne (t1/2 » 3-4 uur). Gevolg: de concentratie daalt veel langzamer, zodat je makkelijker went aan de (uiteindelijke) afwezigheid van opioïd receptorstimulatie. Opioïd receptor antagonisten worden ook wel gebruikt bij heroïneverslaafden (bij voorkeur een langwerkend, oraal toepasbaar middel zoals naltrexon), maar induceren eerder een versterking van het abstinentiesyndroom, en hebben als ‘nadeel’ dat herinname van heroïne nu niet helpt als de nood het hoogst is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is nog meer een effect van cannabis bij kankerpatiënten?

A

Medicinale cannabis bij kankerpatiënten heeft niet alleen tot doel de pijn te verzachten, maar dient ook het gewichtsverlies tegen te gaan en de misselijkheid te onderdrukken. De combinatie van eetlustopwekking en misselijkheidonderdrukking is uniek.

17
Q

Wat zijn de effecten van psychostimulantia zoals cocaïne en amfetamines op de eetlust?

A

Deze onderdrukken juist de eetlust.

18
Q

Methyleen-dioxy-metamfetamine (MDMA) is in 1914 door Merck gesynthetiseerd als middel tegen vetzucht. Het wordt goed opgenomen uit het maagdarmkanaal en passeert de bloedhersen-barrière. Het anorectische effect houdt echter maar kort aan. Onder welke naam wordt dit middel ook nu nog veel gebruikt? Hoe werkt het?

A

Ecstasy/XTC. Amfetamines zijn indirecte sympathicomimethica, die zich in de zenuwuiteinden ophopen en vervolgens noradrenaline (maar ook dopamine) vrijzetten.

19
Q

Is MDMA een veilig middel?

A

XTC/MDMA is niet helemaal onschuldig. Langdurig gebruik gaat gepaard met geheugenstoornissen, en gebruik tijdens de zwangerschap brengt een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen (bijv. klompvoeten) met zich mee. Het verstoort acuut de temperatuurregulatie (denk aan de omstandigheden waaronder XTC wordt gebruikt!) en kan leiden tot ritmestoornissen.

20
Q

Ervaren druggebruikers kunnen de effecten van cocaïne moeilijk onderscheiden van die van amfetamines. Waaruit bestaat het verschil tussen deze psychostimulantia?

A

Cocaïne is een re-uptakeblokker en verhoogt uiteindelijk ook de mono-amineconcentraties (met name dopamine) in de synapsspleet.

21
Q

Wat zijn de effecten van cocaïne?

A

Cocaïne vermindert de slaap- en eetbehoefte, leidt tot hyperactiviteit, vasoconstrictie en tachycardie, en verhoogt het zelfvertrouwen.

22
Q

Wat zijn de gevolgen van een cocaïne overdosis? Hoe kan cocaïne worden toegediend? Verklaar in dit verband de naam ‘crack’.

A

Een overdosis kan leiden tot een paranoïde psychose, stereotiep gedrag, convulsies en (dodelijke) coronairspasmen of ritmestoornissen. Cocaïne kan oraal worden ingenomen (piekconcentratie na zo’n 60 minuten), maar het kan ook worden gesnoven (piekconcentratie na 30 minuten), intraveneus worden ingespoten (piekconcentratie binnen 1-2 minuten) of worden gerookt. In het laatste geval dient de vrije base te worden gebruikt (het HCl zout – de vorm waarin het uit de bladeren van de cocaplant wordt geïsoleerd – is daarvoor te instabiel). De vrije base komt voor als brokken (die kraken als je er een stukje van af breekt), en het roken hiervan gaat gepaard met een knetterend geluid.

23
Q

Het chronisch snuiven van cocaïne leidt tot nasale problemen (septum perforatie, chronische rhinitis, atrofie en necrose van de mucosa), vanwege de ernstige vasoconstrictie in de neus. Waarom is een dergelijke (lokale) constrictie een voordeel bij de toepassing van cocaïne als anestheticum in de oogheelkunde?

A

Dit zorgt dat cocaïne alleen lokaal actief is (geen lekkage naar elders).

24
Q

Wat zijn de kenmerken van het abstinentiesyndroom van cocaïne?

A

Het cocaïne abstinentiesyndroom is minder ernstig dan het heroïne abstinentiesyndroom. De symptomen zijn agitatie, dysforie, honger en lethargie.

25
Hoe verdwijnt cocaïne uit het lichaam? Welke andere neurotransmitter wordt ook door het hier bedoelde enzym afgebroken?
Het wordt afgebroken door cholinesterase in bloed en lever. Cholinesterase breekt ook acetylcholine af.
26
Verklaar waarom er een trend is om cocaïne tegelijk met heroïne toe te passen. Ben je het eens met Freud dat cocaïne geschikt is om een heroïne verslaving te behandelen? Onderbouw je antwoord.
Cocaïne heft de sloomheid op die heroïne veroorzaakt, maar is als verslavend middel uiteraard niet geschikt om een heroïneverslaving te behandelen.