BBB - H23. Posterior buikwand: bloedvaten en zenuwen (p1-2) Flashcards

(34 cards)

1
Q

welke 2 types zenuwen zijn er te vinden in de posterior buikwand

A
  • somatische zenuwen (plexus lumbalis)
  • viscerale/splanchnische zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

somatisch ZS

A

controle over skeletspieren en huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

autonoom ZS

A

Controle over organen en klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar treedt een lumbale spinale zenuw uit

A

uit het foramen intervertebrale, onder de wervel met hetzelfde nummer dus L1 treedt uit onder L1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verloop ventrale rami van lumbale spinale zenuwen

A
  • lopen in de m. psoas major
  • zijn verbonden met de grensstreng via rami communicantes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uit welke spinale zenuwen bestaat de plexus lumbalis

A

uit de ventrale rami van
- L1
- L2
- L3
- Bovenste gedeelte van L4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uit welke spinale zenuwen bestaat de truncus lumbosacralis

A
  • onderste gedeelte van ventrale ramus van L4
  • ventrale ramus van L5
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke nervus is de ventrale ramus van T12

A

N. subcostalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar komt de n. subcostalis de buikholte binnen?

A

Achter het lig. arcuatum laterale (ligt over quadratus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijdrage van de n. subcostalis aan de plexus lumbalis

A

Geeft in 50% van de gevallen een tak af aan L1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verloop van de n. subcostalis tov. de spieren

A
  • over voorvlak van quadratus
  • doorboort m. transversus abdominis
  • loopt verder tussen TA en OIA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk gebied voorziet de n. subcostalis

A

gedeelte van de anterior buikwand tussen navel en symphysis pubica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar wordt de plexus lumbalis gevormd

A

In de psoas major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er via de witte rami communicantes

A

preganglionaire vezels gaan van het ruggenmerg naar de grensstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke spinale zenuwen hebben witte rami communicantes

A

enkel L1 en L2 (van het lumbale gebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom hebben enkel L1 en L2 van de plexus lumbalis ook witte rami

A

Omdat de witte rami communicantes enkel gebruikt worden door sympathische preganglionaire sympathische zenuwvezels. Deze ligging enkel in de zijhoorn van T1-L2.

17
Q

Wat voor soort vezels lopen door de grijze rami communicantes

A
  • postganglionair
  • afferent en efferent
18
Q

welke takken zijn de belangrijkste takken van de plexus lumbalis

A
  • N. obturatorius
  • N. femoralis
19
Q

waar komt de n. obturatorius tevoorschijn

A

aan de mediale rand van de m. psoas major

20
Q

verloop van n. obturatorius in het klein bekken

A

lateraal van:
- iliaca interna-vaten
- ureter

21
Q

wat wordt voorzien door de n. obturatorius

A

abductoren van de dij

22
Q

waar komt de n. femoralis tevoorschijn

A

inferior van de crista iliaca

23
Q

waar verlaat de n. femoralis het bekken

A

via de lacuna musculorum

24
Q

wat voorziet de n. femoralis

A
  • M. psoas major
  • M. iliacus
  • Extensoren van de knie
25
Van welke spinale zenuw zijn n. iliohypogastricus en n. ilio-inguinalis afkomstig
L1
26
hoe lopen de n. iliohypogastricus en n. ilio-inguinalis afkomstig
- naar beneden-lateraal - over het voorvlak van de quadratus
27
voorzieningsgebied van de n. ilio-inguinalis
loopt door de uitwendige liesring en voorziet dus de huid van de liesstreek en het scrotum
28
Van welke spinale zenuwen is de n. genitofemoralis afkomstig
L1 en L2
29
waar komt de n. genitofemoralis tevoorschijn
vooraan van de psoas
30
de n. genitofemoralis verdeelt zich
- ramus femoralis - ramus genitalis
31
voorzieningsgebied n. genitofemoralis
- ramus femoralis: femoralisdriehoek - ramus genitalis: cremaster en scrotum (man), lig. teres uteri en labia majora (vrouw)
32
waaruit ontstaat de n. cutaneus femoris lateralis
dorsale divisie van L2 en L3
33
waar komt de n. cutaneus tevoorschijn
boven crista iliaca
34
voorzieningsgebied van de n. cutaneus femoralis
huid over anterolateraal aspect van de dij