Inf&Imm_ZSO 2. H2 (deel 2) Flashcards

(20 cards)

1
Q

bacteriën eu of pro

A

pro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hebben bacteriën ribosomen?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nut extrachromosomale plasmiden in bacteriën

A

Coderen voor overleving in ongunstige omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

regulatie van de genexpressie van bacteriën - transcriptieregulatie

A
  • operon
  • repressor bindt aan operator => geen transcriptie
  • inducer bindt aan repressor => wel transcriptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Quorum sensing

A

cel-celcommunicatie waarmee bacteriën informatie kunnen delen en de genexpressie overeenkomstig kunnen aanpassen “Er is een gevaar voor antibiotica, dus iedereen bescherm tegen antibiotica”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bolletjes (bacterie)

A

kokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

staven (bacterie)

A

bacillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gekromde kommavormige staaf bacterie

A

vibrio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

spiraalvormige bacteriën

A

spirillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

streptoligging

A

ligging van bacteriën in ketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gramkleuring

A

kleuring van het peptidoglycaan van de celwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat wordt er gebruikt bij gramkleuring

A

kristalviolet-lugolkristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

celwand gram + bacteriën

A
  • Dikke laag peptidoglycaan
  • eenvoudig
  • stug
  • hydrofiel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vorm gram + bacteriën

A

kokken of bacillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kleur die gram+ krijgen door gramkleuring + hoezo

A

paars want de dikke laag peptidoglycaan houdt de kristalviolet-lugolkristallen vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

celwand gram- bacteriën

A
  • dunne laag peptidoglycaan
  • buitenmembraan bestaande uit fosfolipiden, lipopolysacharide (LPS) en poriën
17
Q

vorm gram - bacteriën

A

kokken/bacillen/spirillen/komma’s

18
Q

kleur van gram- bacteriën door gramkleuring

A

rozerood want de dunne peptidoglycaanlaag houdt geen kristalviolet-lugolkristallen vast

19
Q

Stappen gramkleuring

A
  1. Kristalviolet
  2. Lugol bindt aan kristalviolet tot blauwe kleur
  3. Alcohol: lipofiele structuur oplossen, de kleur van gram - verdwijnt
  4. Fuchsine
20
Q

kleur van gram- en gram + na toevoegen van alcohol

A
  • gram +: paars
  • gram-: kleurloos