Inf&Imm: ZSO 7_vragen (deel 2) Flashcards

(20 cards)

1
Q

Passieve immuniteit

A
  • Je krijgt antilichamen toegediend.
  • Het lichaam ontwikkeld geen reactie
  • Geen geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Actieve immuniteit

A

Eerdere blootstelling aan een ziekteverwekker induceert een beschermende reactie (lichaam heeft zelf al antilichamen aangemaakt) of door vaccinatie (toediening antigenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke processen liggen aan de basis van het ontstaan van antilichaalmdiversiteit voor contact met antigen

A
  • Kiemlijndiversiteit
  • Somatische recombinatie => combinatiediversiteit
  • Junctionele diversiteit
  • Willekeurige combinatie van lichte en zware keten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kiemlijndiversiteit

A

Het feit dat er verschillende versies van genfragmenten zijn voor zowel de lichte als de zware keten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Somatische recombinatie

A

Het samenvoegen van willekeurige combinaties van genfragmenten.
- HC: V, D en J segment aan elkaar
- LC: V en J aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Junctionele diversiteit

A
  • Bij het aan elkaar plakken van de genfragmenten tijdens de somatische recombinatie kunnen nucleotiden willekeurig verwijderd of toegevoegd worden
  • Er ontstaan extra variaties op de verbindingsplaats tussen de gensegmenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

enzym betrokken bij junctionele diversiteit

A

TdT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke enzymen zijn betrokken bij somatische recombinatie

A

RAG1 en RAG2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werking RAG1 en RAG2

A
  • Herkennen RSS bij V, D en J segmenten
  • Knippen het DNA om V, D en J fragmenten te verwijderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Willekeurige combinatie van lichte en zware keten

A
  • een B-cel maakt 1type lichte keten en 1 type zware keten, deze worden gecombineerd tot een compleet antilichaam
  • de lichte en zware keten hebben elk hun eigen diversiteit => extra variatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke processen liggen aan de basis van het ontstaan van antilichaamdiversiteit na contact met antigen

A
  • Somatische hypermutatie
  • Class switching
  • Transitie van B-cel naar plasmacel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Somatische hypermutatie

A

Er worden willekeurig puntmutaties geïntroduceerd in de V-regio van het antilichaamgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gebeurt somatische hypermutatie

A

in kiemcentra van de lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevolg van somatische hypermutatie

A

Affiniteitsmaturatie: B-cellen hebben een hogere affiniteit voor het antilichaam, deze worden geselecteerd en overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Class switching

A

Constante regio van de zware keten wordt vervangen waardoor het antilichaam van isotype verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nut class switching

A

Het antilichaam kan afgestemd worden op specifieke omstandigheden => bepaalde types infecties

17
Q

Membraangebonden Ig

A

Verankerende AZ keten voor in het celmembraan.

18
Q

Basisstructuur van een TCR

A
  • Heterodimeer membraaneiwit
  • alfa en bèta keten
  • V- en C-regio
  • Fab regio
  • Fc effector regio
  • korte cytoplasmatische staart
  • 1 antigeenbindingsplaats
19
Q

Met welk ander molecule wordt de TCR vergezeld

20
Q

TCR-diversiteit

A
  • Kiemlijndiversiteit
  • Combinatiediversiteit
  • Junctionele diversiteit
  • Willekeurige combinatie van lichte en zware keten