Inf&Imm: ZSO 4 (deel 2) Flashcards

(20 cards)

1
Q

Uniek kenmerk virusvermenigvuldiging

A

Kort na interactie wordt het virion ontmanteld waardoor het zijn infectiviteit verliest, dit is de eclipsfase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er met de gastheercel tijdens de eclipsfase

A
  • Omvorming naar de behoeften van het virus.
  • Volledig gericht op synthese van nieuwe viruspartikels
  • celdood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

productieve virusinfecties

A

resulteren in de productie van een infectieus virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

abortieve virusinfecties

A

er worden geen infectieuze nakomelingen geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

latente virusinfectie

A

het viraal genoom blijft aanwezig in de cel maar er worden bijna geen virale genen tot expressie gebracht dus de geïnfecteerde cel overleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fases van de virusreplicatie

A
  1. Hechting, penetratie en ontmanteling
  2. Expressie van virale genomen en synthese van virale componenten
  3. Morfogenese en vrijlating
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stappen virale replicatie

A
  1. Hechting
  2. Penetratie
  3. Ontmanteling
  4. Replicatie
  5. Assemblage
  6. Vrijzetting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hechting

A

Interactie van een virion met een receptor op het oppervlak van de doelcel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cel-tropisme

A
  • welke cellen geïnfecteerd kunnen worden door een bepaald virus
  • aan-/afwezigheid van specifieke receptoren speelt een rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Manieren van penetratie

A
  • Receptor-gemedieerde endocytose
  • Gewoon migratie door plasmamembraan
  • Fusie van de envelop met het plasmamembraan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

samenvatting fase 1 enveloped virus

A
  • Fusie van envelop met celmembraan
  • kernmateriaal wordt in cytosol vrijgelaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

samenvatting fase 1 naakte virussen

A
  • eiwitten van capside interageren met het celmembraan zodat er een porie opent
  • vrijlating van kernmateriaal in cytosol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

1 ste stap replicatie

A

transcriptie => vormen van mRNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Transcriptie negatief-strengs RNA virussen

A
  • Virus draagt RNA polymerase mee om mRNA te synthetiseren want eukaryote cellen hebben geen enzymen om mRNA te synthetiseren op basis van een RNA template
  • er wordt + mRNA geproduceerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

2de stap replicatie

A

translatie => eiwitten maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

regeling eiwitproductie RNA en DNA

A

DNA: eerst aanmaak van vroege eiwitten voor de replicatie en daarna aanmaak van late eiwitten die nodig zijn voor de assemblage
RNA: alles door elkaar en tegelijk

17
Q

transcriptie positief-strengs RNA

A

RNA fungeert meteen als mRNA

18
Q

transcriptie van dsRNA-virus

A

vorming van mRNA door transcriptie mbv. virale polymerasen

19
Q

transcriptie DNA virus

A

Vorming van mRNA mbv. cellulair RNA polymerase rechtstreeks vanuit het viraal DNA

20
Q

waar gebeurt de eiwitsynthese

A

op de ribosomen in het cytoplasma