Inf&Imm_ZSO 2. H2 (deel 4) Flashcards
(12 cards)
1
Q
2 vormen fungi
A
- schimmel
- gist
2
Q
kenmerken schimmels
A
- hyfen
- hyfen vormen mycelium
3
Q
voortplanting van schimmels
A
via sporen (aseksueel of seksueel)
4
Q
cytoplasmamembraan fungi
A
ergosterol aanwezig
5
Q
ectoparasieten
A
komen voor op de buitenkant van de gastheer (geleedpotigen: luizen, mijten, …)
6
Q
endoparasieten
A
komen voor in de gastheer (protozoa en helminthen)
7
Q
gastheerrestrictie
A
parasiet is zo sterk aangepast dat die gebonden is aan een bepaalde gastheersoort of een beperkt aantal soorten
8
Q
directe levenscyclus parasiet
A
1 gastheer nodig
9
Q
indirect levenscyclus parasiet
A
tussengastheer of meer aanwezig
10
Q
eindgastheer
A
gastheer waarin seksuele vermenigvuldiging van parasiet plaatsvindt
11
Q
facultatieve parasieten
A
parasieten die vrij leven maar ook kunnen parasiterern
12
Q
indeling helminthen
A
- rondwormen
- platwormen: lintwormen en zuigwormen
