CenB: ZSO23A Organisatie van het autonome zenuwstelsel (blad 2) Flashcards
(35 cards)
Neurotransmitter van alle preganglionaire neuronen (para en ortho) in het AZS?
Acetylcholine
Receptoren op postganglionaire neuronen (para en ortho) in het AZS
nicotinerge AChR (N2)
Wat is ganglionaire transmissie
Synaptische transmissie tussen preganglionaire en postganglionaire neuronen
Verschil N1 en N2
- N1: stimulatie door decamethonium en blokkade door curare
- N2: stimulatie door tetrametylammonium, resistent tegen curare
Gevolg nicotinerge transmissie in ganglionaire synapsen
Snelle depolarisatie van postganglionaire neuronen.
Neurotransmitter postganglionaire parasympathische neuronen in het AZS + welke receptor stimuleren ze?
Acetylcholine => Muscarinereceptor
Werking muscarinereceptoren
- Fosfolipase C pathway: hydrolyse van fosfatidylinositol-4,5-bifosfaat => verhoging intracellulair Ca2+ concentratie + activatie PKC
- Gi-eiwit dat AC remt => daling cAMP niveaus
- Moduleren K+ kanalen via beta-gamma complex
Agonisten muscarine receptor
- Acetylcholine
- muscarine
antagonist van muscarine receptor
atropine
M1, M3 en M5
Fosfolipase C pathway mbv. Gq-eiwit
M2 en M4
Inhibitie van AC + daling cAMP mbv. Gi-eiwit
Fosfolipase C pathway mbv. Gq-eiwit, welke muscarine receptoren
M1, M3, M5
Inhibitie van AC + daling cAMP mbv. Gi-eiwit
M2, M4
Neurotransmitter postganglionaire orthosympathisch neuronen + receptoren
- Noradrenaline
- adrenerge receptoren
Hoe werkt de innervatie van zweetklieren
- Sympathisch
- Postganglionaire neuronen scheiden ACh uit als neurotransmitter dat inwerkt op muscarinereceptoren
Adrenerge receptoren => soort?
Metabotroop, dus G-eiwit-gekoppeld
welke adrenerge receptoren in bloedvaten
a1
welke adrenerge receptoren in presynaptische uiteinden
a2
welke adrenerge receptoren in hart
b1
welke adrenerge receptoren in bronchiale spieren van de longen
b2
welke adrenerge receptoren in vetcellen
b3
a1
bloedvaten
a2
presynaptische uiteinden
b1
hart