Inf&Imm: ZSO 5 (deel 4) Flashcards

(22 cards)

1
Q

doel van labo-onderzoek

A
  • Identiteit van de ziekteverwekker vaststellen
  • Gevoeligheid van het MO voor microbiële middelen vaststellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bijkomende doelen van labo-onderzoek

A
  • Diagnose met zekerheid stellen
  • Behandeling met rationele basis opstarten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 benaderingen van microbiologische diagnostiek

A
  • Directe detectie in patiëntmateriaal
  • Isolatie en bepalen van biologische effecten
  • Analyse microbieel nucleïnezuur
  • Specifieke fysische spectra
  • Immuunreactie van de gastheer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Manieren van directie detectie in patiëntenmateriaal

A
  • Microscopie (licht en fluorescentie)
  • Immunofluorescentie
  • Immunologische technieken => antigeendetectie
  • snelle directe testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toepassing microscopie

A
  • Endoparisitaire infecties
  • Pathogene fungi
  • Bacteriën
  • Bepaalde met virus geïnfecteerde cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kleuringen

A
  • Gram
  • Giemsa
  • Ziehl-Neelsen
  • Optische witmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kleuring voor parasieten

A

Giemsa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kleuring fungi

A

Optische witmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Immunologische technieken (basis)

A

antilichaam-gelabelde partikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Isolatie en identificatie van bacteriën en fungi

A
  • Ziekteverwekker kweken op een niet-levende voedingsbodem
    => voedingsbodem is selectief voor de groei van pathogene MO zodat er geen overgroei is van commensale contaminanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Massaspectrometrie

A

Geïoniseerde fragmenten van bacteriën en fungi genereren een massaspectrum dat meteen geanalyseerd kan worden door koppeling aan een databank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Methoden om bacteriële gevoeligheid voor antibiotica te bepalen

A
  • Disc diffusion methode
  • Verdunningsmethode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Disc diffusion methode

A
  • Standaard concentratie van ziekmakende bacterie in suspensie op agarplaat
  • Diskjes worden op de plaat gelegd (in die diskjes zit een vast concentratie antibiotica)
  • het antibioticum diffundeert in de agarplaat
  • Gevoelige bacteriën groeien niet rond de disk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verdunningsmethode, doel

A

De laagste concentratie van een antibioticum die de zichtbare groei van bacteriën remt vaststellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe microbieel nucleïnezuur detecteren

A

PCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Doel PCR

A
  • Specifieke delen van het genoom aanduiden die bepalen om welk MO het gaat
  • Virulentiefactoren/resistentiegenen aantonen
17
Q

voordelen PCR

A
  • Specifiek
  • Snel
  • Efficiënt
  • Minder hoge eisen ivm patiëntmateriaal: enkel de nucleïnezuursequentie moet intact blijven
18
Q

nadelen van PCR

A
  • Niet de volledige gevoeligheid voor antimicrobiële middelen van het MO en andere relevante eigenschappen worden in 1 test gevangen.
  • Onverwachte pathogenen worden niet opgespoord omdat van tevoren bepaald moet worden op welke pathogene MO het onderzoek gericht wordt
19
Q

next generation sequencing

A

Sequenties van nucleïnezuren opsporen zonder dat je weet over welk MO het gaat

20
Q

Hoe kan de immuunreactie van de gastheer gebruikt worden voor diagnostiek

A

serologie: antilichamen van de IgG, IgM en IgA klasse aantonen mbv. gezuiverd microbieel antigeen in het serum van de patiënt

21
Q

voordelen serologie

A
  • eenvoudig
  • goedkoop
  • maakt het mogelijk om een diagnose te stellen als het pathogeen al uit de gastheer verdwenen is
22
Q

beperkingen serologie

A
  • er is tijd nodig voor er een immuunreactie meetbaar wordt
  • relatie tussen aangetoonde antilichamen en actuele klinische ziekte is niet evident
  • bij immuungecomprommitteerde mensen is dit niet mogelijk om dat de gastheer dan geen sterke immuunrespons kon genereren
  • kruisreacties