Inf&Imm: ZSO 6 (deel 3) Flashcards

(21 cards)

1
Q

Fagocytische celtypen

A
  • neutrofielen
  • monocyten/macrofagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Morfologische kenmerk neutrofielen

A

gelobd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rol neutrofielen

A

vroege verdediging bij bacteriële infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pus bestaat grotendeels uit

A

dode neutrofielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Monocyten

A

onrijpe cellen in het bloed die nog naar hun plaats van activiteit moeten migreren, in de weefsels gaan ze rijpen tot macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

morfologie macrofaag

A

uiteeengesplatched ding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

morfologie monocyt

A

cel met grote celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Productie neutrofielen - macrofagen

A
  • N: variabel, verhoogde productie bij infectie, variatie in bloedniveau
  • M: stabiel, stabiel bloedniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

migratie neutrofielen - macrofagen

A
  • N: migratie naar ontsteking
  • M: migratie naar weefsel wanneer er geen ontsteking is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

levensduur neutrofielen - macrofagen

A
  • N: sterven enkele uren na migratie in weefsel
  • M: kunnen jaren overleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe doden neutrofielen en macrofagen pathogenen

A
  • Fagocytose
  • Effectief dood maken met toxische moleculen en enzymen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil bij het doden neutrofielen - macrofagen

A
  • N: productie van NETs
  • M: geen NETs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe communiceren neutrofielen met andere delen van het immuunsysteem

A
  • Chemokines om meer neutrofielen te lokken
  • Reageren op IL-17
  • Geven niet veel signalen aan adaptief IS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe communiceren macrofagen met andere delen van het immuunsysteem

A
  • IL-8, TNF en IL-1 om neutrofielen te rekruteren.
  • reageren op IFN-gamma van adaptief IS
  • APC
  • costimulatie bieden
  • IL-12 en TNF produceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Soorten macrofagen

A
  • Weefselmacrofagen
  • Giant cellen en epithelioïde cellen
  • Fixed macrofagen
  • Alveolaire macrofagen
  • Gliacellen
  • Osteoclasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken van giant cellen en epithelioïde cellen

A
  • Meerkernig
  • Granuloomvorming
17
Q

Hoe ontstaan giant cellen en epithelioïde cellen

A

Verdere rijping van macrofagen op plaatsen van chronische ontsteking of onder invloed van T-celcytokinen

18
Q

Waar zitten de fixed macrofagen

A

Rond de sinusoïden in de milt en lever

19
Q

voorbeeld fixed macrofagen

A

Kupffercellen in de lever

20
Q

Gliacellen

A

Langlevende macrofagen die zich in het ZS bevinden.

21
Q

Osteoclasten

A

Zeer gespecialiseerde macrofagen die bot resorberen en Ca afgeven in het bloed