Inf&Imm: ZSO 5 (deel 2) Flashcards
(6 cards)
1
Q
2 varianten van immunofluorescentie
A
- Direct
- Indirect
2
Q
Directe immunofluorescentie
A
Testantilichamen zijn aan de fluorscerende stof gekoppeld
3
Q
indirecte immunofluorescentie
A
Ligand dat testantilichamen herkent is gebonden aan de fluorescerende stof
=> ligand is dan vaak een anti-humaan Ig
4
Q
doel van flow cytometrie
A
cellen tellen die een specifiek antigeen tot expressie brengen/bepaalde granula bevatten/…
5
Q
Methode flow cytometrie
A
- Cellen worden gekleurd met antilichamen die aan een fluorescerende stof gekoppeld zijn
- Cellen worden 1 voor 1 door smal kanaal van flow cytometer geleidt
- Sorteren van cellen op basis van geëxciteerd licht.
6
Q
soorten lasers flow cytometrie
A
- Forward: celgrootte
- 90-degree-scatter: granulatie