(petite) fille f
meisje
à fortiori
hier: sterker nog
à la fleur de l’âge
in de bloei van het leven
à la force de l’âge
in de kracht van zijn/haar leven
adolescent (e), ado
puber, tiener
adulte [f]
volwassen [volwassene]
âge m
leeftijd
agglomération f
een verstedelijkt gebied, agglomeratie
agglutiné
samengedromd, opeengepakt
appartenance f
het horen bij
association f
vereniging
autorité parentale f
ouderlijk gezag
bambin m
jongetje
bébé m
baby
cela ne vous concerne pas
dat gaat u niet aan
concerner
betreffen, aangaan
crèche f
crèche, kinderdagverblijf
déclic m
klik
défiance f
argwaan, wantrouwen
déficit générationnel m
tekort aan leeftijdgenoten
dépolitisation f
het verbannen van de politiek uit
déraciné
ontworteld
elle attend un bébé
zij verwacht een baby
enfance f
jeugd, kinderjaren
enfance: c’est l’enfance de l’art.
Het is doodeenvoudig (enfance)
enfance: des souvenirs d’enfance
jeugdherinneringen
enfance: retomber en enfance
kinds worden
engagement m
de verbintenis, de politieke verbondenheid, het engagement
engendrer
voortbrengen
établissement scolaire m
de onderwijsinstelling
fillette f
het meisje
gamin/e m/f
kind
gosse m/f
kind
II se conduit comme un bébé
hij gedraagt zich als en baby
Il a l’esprit gamin
hij heeft het verstand van een kind
impuissance f
onmacht
jeunesse f
jeugd
abribus m
bushokje
autorité parentale f
ouderlijk gezag
nourrisson m
zuigeling
nouveau-né [m/f]
pas geboren [pas geborene]
quatrième âge m
hoge ouderdom
études supérieures f
hogere beroepsopleiding, universiteit (bachelor-en masterniveau)
établissement scolaire m
onderwijsinstelling
lycéen m
middelbare scholier
marmot m
jochie
maturité f
rijpheid; volwassenheid
môme m/f
koter
moratoire m
uitstel, opschorting
mouvement m
een beweging (ook politiek)
moyen de locomotion m
vervoermiddel
origine f
herkomst, oorsprong
parcours personnel m
levensloop
périscolaire
buitenschools
personnes âgées
bejaarden, ouden van dagen
petit garçon m
het jongetje; het kleine kind
petit : elle le traite en petit garçon
ze behandelt hem als een kleine jongen
petit/e m/f
het kind, de kleine, de kleuter
porche de l’église m
kerkportaal
poupon m
baby, kindje
puberté f, l’âge ingrat m
puberteit (2)
rupture f
de breuk
sale gosse, beau gosse
een lelijk kind, een mooi kind
se cantonner à
zich beperken tot
se vieillir
zich ouder voordoen dan men is [ouder worden]
s’implanter
vaste voet krijgen, ingeburgerd raken
syndicat m
de vakbond
une gamine de onze ans
een kind van elf jaar
une petite môme de cinq ans
een kleine koter van vijf jaar
une belle môme
een mooie meid
les vieillards
de oude mensen
vieille barbe f
oud mens, oude sok
vieillesse f
ouderdom
vieillissement m
het oud(er) worden
vieux / vieille [m/f]
oud [oude kerel / vrouw]
meisje
(petite) fille f
hier: sterker nog
à fortiori
in de bloei van het leven
à la fleur de l’âge
in de kracht van zijn/haar leven
à la force de l’âge
puber, tiener
adolescent (e), ado
volwassen [volwassene]
adulte [f]
leeftijd
âge m
een verstedelijkt gebied, agglomeratie
agglomération f
samengedromd, opeengepakt
agglutiné
het horen bij
appartenance f
vereniging
association f
ouderlijk gezag
autorité parentale f
jongetje
bambin m
baby
bébé m
dat gaat u niet aan
cela ne vous concerne pas
betreffen, aangaan
concerner
crèche, kinderdagverblijf
crèche f
klik
déclic m
argwaan, wantrouwen
défiance f
tekort aan leeftijdgenoten
déficit générationnel m
het verbannen van de politiek uit
dépolitisation f
ontworteld
déraciné
zij verwacht een baby
elle attend un bébé
jeugd, kinderjaren
enfance f
Het is doodeenvoudig (enfance)
enfance: c’est l’enfance de l’art.
jeugdherinneringen
enfance: des souvenirs d’enfance
kinds worden
enfance: retomber en enfance
de verbintenis, de politieke verbondenheid, het engagement
engagement m
voortbrengen
engendrer
de onderwijsinstelling
établissement scolaire m
het meisje
fillette f
kind
gamin/e m/f
kind
gosse m/f
hij gedraagt zich als en baby
II se conduit comme un bébé
hij heeft het verstand van een kind
Il a l’esprit gamin
onmacht
impuissance f
jeugd
jeunesse f
bushokje
abribus m
ouderlijk gezag
autorité parentale f
zuigeling
nourrisson m
pas geboren [pas geborene]
nouveau-né [m/f]
hoge ouderdom
quatrième âge m
hogere beroepsopleiding, universiteit (bachelor-en masterniveau)
études supérieures f
onderwijsinstelling
établissement scolaire m
middelbare scholier
lycéen m
jochie
marmot m
rijpheid; volwassenheid
maturité f
koter
môme m/f
uitstel, opschorting
moratoire m
een beweging (ook politiek)
mouvement m
vervoermiddel
moyen de locomotion m
herkomst, oorsprong
origine f
levensloop
parcours personnel m
buitenschools
périscolaire
bejaarden, ouden van dagen
personnes âgées
het jongetje; het kleine kind
petit garçon m
ze behandelt hem als een kleine jongen
petit : elle le traite en petit garçon
het kind, de kleine, de kleuter
petit/e m/f
kerkportaal
porche de l’église m
baby, kindje
poupon m
puberteit (2)
puberté f, l’âge ingrat m
de breuk
rupture f
een lelijk kind, een mooi kind
sale gosse, beau gosse
zich beperken tot
se cantonner à
zich ouder voordoen dan men is [ouder worden]
se vieillir
vaste voet krijgen, ingeburgerd raken
s’implanter
de vakbond
syndicat m
een kind van elf jaar
une gamine de onze ans
een kleine koter van vijf jaar
une petite môme de cinq ans
een mooie meid
une belle môme
de oude mensen
les vieillards
oud mens, oude sok
vieille barbe f
ouderdom
vieillesse f
het oud(er) worden
vieillissement m
oud [oude kerel / vrouw]
vieux / vieille [m/f]