LOI-H17b Mots Flashcards Preview

Frans LOI per hoofdstuk > LOI-H17b Mots > Flashcards

Flashcards in LOI-H17b Mots Deck (134)
Loading flashcards...
1
Q

semer

A

zaaien

2
Q

les semailles f et la moisson

A

het zaaien en het oogsten

3
Q

semoir m

A

zaaimachine

4
Q

taurillon m

A

stierkalf

5
Q

terre f

A

aarde, land

6
Q

des terres en jachère

A

braakliggend land

7
Q

culture de pleine terre f

A

gewassen van de koude grond

8
Q

tondeur de moutons m

A

schapenscheerder

9
Q

veau m

A

kalf

10
Q

vendange f

A

wijnoogst

11
Q

faire les vendanges

A

druiven plukken

12
Q

viticulteur m

A

wijnbouwer

13
Q

région viticole f

A

wijnstreek

14
Q

agriculture biologique f

A

biologische landbouw

15
Q

biodégradable

A

biologisch afbreekbaar

16
Q

dépolluer

A

opschonen, vervuiling, wegwerken, saneren

17
Q

développement durable m

A

duurzame ontwikkeling

18
Q

durabilité f

A

duurzaamheid

19
Q

dioxyde f

A

dioxide

20
Q

dioxyde d’azote m

A

stikstofdioxide N02

21
Q

dioxyde de carbone m

A

koolstofdioxide CO2

22
Q

gaz carbonique

A

koolzuurgas

23
Q

écologie f

A

milieukunde, ecologie

24
Q

voiture écologique f

A

milieuvriendelijke auto

25
Q

effet de serre m

A

broeikaseffect

26
Q

gaz à effet de serre m

A

broei­kasgas

27
Q

épuration de l’eau f

A

waterzuivering

28
Q

station d’épuration f

A

waterzuive­ringsstation

29
Q

mur végétal m

A

begroeide muur

30
Q

polluant m

A

vervuilende stof

31
Q

polluer

A

vervuilen, verontreinigen

32
Q

non polluant

A

niet-vervuilend, milieuvriendelijk

33
Q

pollution f

A

vervuiling

34
Q

pollution de l’air, atmosphérique f

A

luchtverontreiniging, luchtvervuiling

35
Q

pollution de l’environnement f

A

milieuvervuiling) )

36
Q

qualité de l’air f

A

luchtkwaliteit

37
Q

substance nocive f

A

schadelijke stof

38
Q

les résidus, les déchets toxiques m

A

giftige stoffen, giftig afval

39
Q

urbanisme durable m

A

duurzame stadsontwikkeling

40
Q

toiture verte f

A

het groene dak

41
Q

valoriser

A

valoriseren = “opwaarderen

42
Q

verdure f

A

het groen

43
Q

cadre, décor de verdure m

A

een groene omgeving

44
Q

désireux

A

verlangend

45
Q

renouveler

A

vernieuwen

46
Q

lier à

A

verbinden met

47
Q

reprendre

A

overnemen

48
Q

moyens de production

A

productiemiddelen

49
Q

évoluer

A

ontwikkelen

50
Q

contribuer à

A

bijdragen aan

51
Q

confiance f

A

vertrouwen

52
Q

assurer

A

waarborgen

53
Q

maillon m

A

een schakel

54
Q

crédibilité f

A

geloofwaardigheid

55
Q

utilisation f

A

gebruik

56
Q

des prix compétitifs

A

concurrerende prijzen

57
Q

aléatoire

A

onzeker

58
Q

cancer du poumon m

A

longkanker

59
Q

filtre à air m

A

luchtfilter

60
Q

infection respiratoire f

A

ontsteking aan de luchtwegen

61
Q

insoupçonné

A

onvermoed, onverwacht

62
Q

lierre m

A

klimop

63
Q

les maladies cardio-vasculaires f

A

hart- en vaatziekten

64
Q

modèle numérique m

A

computermodel

65
Q

les particules fines f

A

fijnstof

66
Q

plante grimpante f

A

klimplant

67
Q

poussière f

A

stof

68
Q

zaaien

A

semer

69
Q

het zaaien en het oogsten

A

les semailles f et la moisson

70
Q

zaaimachine

A

semoir m

71
Q

stierkalf

A

taurillon m

72
Q

aarde, land

A

terre f

73
Q

braakliggend land

A

des terres en jachère

74
Q

gewassen van de koude grond

A

culture de pleine terre f

75
Q

schapenscheerder

A

tondeur de moutons m

76
Q

kalf

A

veau m

77
Q

wijnoogst

A

vendange f

78
Q

druiven plukken

A

faire les vendanges

79
Q

wijnbouwer

A

viticulteur m

80
Q

wijnstreek

A

région viticole f

81
Q

biologische landbouw

A

agriculture biologique f

82
Q

biologisch afbreekbaar

A

biodégradable

83
Q

opschonen, vervuiling, wegwerken, saneren

A

dépolluer

84
Q

duurzame ontwikkeling

A

développement durable m

85
Q

duurzaamheid

A

durabilité f

86
Q

dioxide

A

dioxyde f

87
Q

stikstofdioxide N02

A

dioxyde d’azote m

88
Q

koolstofdioxide CO2

A

dioxyde de carbone m

89
Q

koolzuurgas

A

gaz carbonique

90
Q

milieukunde, ecologie

A

écologie f

91
Q

milieuvriendelijke auto

A

voiture écologique f

92
Q

broeikaseffect

A

effet de serre m

93
Q

broei­kasgas

A

gaz à effet de serre m

94
Q

waterzuivering

A

épuration de l’eau f

95
Q

waterzuive­ringsstation

A

station d’épuration f

96
Q

begroeide muur

A

mur végétal m

97
Q

vervuilende stof

A

polluant m

98
Q

vervuilen, verontreinigen

A

polluer

99
Q

niet-vervuilend, milieuvriendelijk

A

non polluant

100
Q

vervuiling

A

pollution f

101
Q

luchtverontreiniging, luchtvervuiling

A

pollution de l’air, atmosphérique f

102
Q

milieuvervuiling) )

A

pollution de l’environnement f

103
Q

luchtkwaliteit

A

qualité de l’air f

104
Q

schadelijke stof

A

substance nocive f

105
Q

giftige stoffen, giftig afval

A

les résidus, les déchets toxiques m

106
Q

duurzame stadsontwikkeling

A

urbanisme durable m

107
Q

het groene dak

A

toiture verte f

108
Q

valoriseren = “opwaarderen

A

valoriser

109
Q

het groen

A

verdure f

110
Q

een groene omgeving

A

cadre, décor de verdure m

111
Q

verlangend

A

désireux

112
Q

vernieuwen

A

renouveler

113
Q

verbinden met

A

lier à

114
Q

overnemen

A

reprendre

115
Q

productiemiddelen

A

moyens de production

116
Q

ontwikkelen

A

évoluer

117
Q

bijdragen aan

A

contribuer à

118
Q

vertrouwen

A

confiance f

119
Q

waarborgen

A

assurer

120
Q

een schakel

A

maillon m

121
Q

geloofwaardigheid

A

crédibilité f

122
Q

gebruik

A

utilisation f

123
Q

concurrerende prijzen

A

des prix compétitifs

124
Q

onzeker

A

aléatoire

125
Q

longkanker

A

cancer du poumon m

126
Q

luchtfilter

A

filtre à air m

127
Q

ontsteking aan de luchtwegen

A

infection respiratoire f

128
Q

onvermoed, onverwacht

A

insoupçonné

129
Q

klimop

A

lierre m

130
Q

hart- en vaatziekten

A

les maladies cardio-vasculaires f

131
Q

computermodel

A

modèle numérique m

132
Q

fijnstof

A

les particules fines f

133
Q

klimplant

A

plante grimpante f

134
Q

stof

A

poussière f