LOI-H10a Mots Flashcards Preview

Frans LOI per hoofdstuk > LOI-H10a Mots > Flashcards

Flashcards in LOI-H10a Mots Deck (98)
Loading flashcards...
1
Q

portail m

A

kerkportaal

2
Q

argile f

A

klei

3
Q

bloc m

A

blok

4
Q

bronze m

A

het brons

5
Q

couler une statue en bronze

A

bronzen beeld gieten

6
Q

buste m

A

bronzen beeld, voorwerp, borstbeeld

7
Q

ciseau m

A

beitel

8
Q

maillet m

A

(houten) hamer)

9
Q

ébauchoir m

A

steekbeitel

10
Q

ciseler

A

beitelen

11
Q

épreuve f

A

proefmodel, proefdruk

12
Q

ériger (ériger un monument, une statue)

A

oprichten

13
Q

façonner

A

bewerken, boetseren

14
Q

façonner de la terre glaise

A

klei boetseren

15
Q

figure f

A

figuur, beeld(je)

16
Q

figurine f

A

beeldje, poppetje

17
Q

(terre) glaise f

A

klei, pottenbakkersaarde

18
Q

marbre m

A

marmer

19
Q

marbrer

A

marmeren

20
Q

marbrier m

A

marmerwerker/-schilder

21
Q

marbre funéraire m

A

marmeren grafsteen))

22
Q

modeler (le modelage)

A

boetseren

23
Q

pâte à modeler f

A

boetseerklei

24
Q

mouler

A

(in een vorm) gieten, afgieten

25
Q

moulage en plâtre m

A

het gipsafgietsel

26
Q

moule

A

vorm, mal, model))

27
Q

pétrir (modeler)

A

kneden, vormgieten

28
Q

praticien m

A

vakman, helper (van kunstenaar)

29
Q

sculpter (sculpter une statue)

A

(beeld)houwen, bewerken

30
Q

sculpture f

A

beeldhouwkunst; beeldhouwwerk

31
Q

statue f

A

(stand) beeld

32
Q

statue équestre f

A

ruiterstandbeeld

33
Q

statuaire f (= la sculpture)

A

beeldhouwkunst

34
Q

tailler

A

houwen, slijpen, bewerken

35
Q

terre cuite f

A

terracotta

36
Q

taille brute f

A

hardsteen

37
Q

taille douce f

A

kopergravure

38
Q

autre part

A

ergens anders

39
Q

d’autre part

A

aan de andere kant

40
Q

un(e) autre

A

iemand anders

41
Q

quelqu’un d’autre

A

iemand anders

42
Q

personne d’autre

A

niemand anders

43
Q

autre chose

A

iets anders

44
Q

rien d’autre

A

niets anders

45
Q

aggloméré m

A

kunststeen

46
Q

alliance f

A

verbond; combinatie, samenhang

47
Q

altérité f

A

het anderszijn

48
Q

armature f

A

geraamte

49
Q

chair f

A

huid, vlees

50
Q

kerkportaal

A

portail m

51
Q

klei

A

argile f

52
Q

blok

A

bloc m

53
Q

het brons

A

bronze m

54
Q

bronzen beeld gieten

A

couler une statue en bronze

55
Q

bronzen beeld, voorwerp, borstbeeld

A

buste m

56
Q

beitel

A

ciseau m

57
Q

(houten) hamer

A

maillet m

58
Q

steekbeitel

A

ébauchoir m

59
Q

beitelen

A

ciseler

60
Q

proefmodel, proefdruk

A

épreuve f

61
Q

oprichten

A

ériger (ériger un monument, une statue)

62
Q

bewerken, boetseren

A

façonner

63
Q

klei boetseren

A

façonner de la terre glaise

64
Q

figuur, beeld(je)

A

figure f

65
Q

beeldje, poppetje

A

figurine f

66
Q

klei, pottenbakkersaarde

A

(terre) glaise f

67
Q

marmer

A

marbre m

68
Q

marmeren

A

marbrer

69
Q

marmerwerker/-schilder

A

marbrier m

70
Q

marmeren grafsteen

A

marbre funéraire m

71
Q

boetseren

A

modeler (le modelage;

72
Q

boetseerklei

A

pâte à modeler f

73
Q

(in een vorm) gieten, afgieten

A

mouler

74
Q

het gipsafgietsel

A

moulage en plâtre m

75
Q

vorm, mal, model

A

moule

76
Q

kneden, vormgieten

A

pétrir (modeler)

77
Q

vakman, helper (van kunstenaar)

A

praticien m

78
Q

(beeld)houwen, bewerken

A

sculpter (sculpter une statue)

79
Q

beeldhouwkunst; beeldhouwwerk

A

sculpture f

80
Q

(stand) beeld

A

statue f

81
Q

ruiterstandbeeld

A

statue équestre f

82
Q

beeldhouwkunst

A

statuaire f (= la sculpture)

83
Q

houwen, slijpen, bewerken

A

tailler

84
Q

terracotta

A

terre cuite f

85
Q

hardsteen

A

taille brute f

86
Q

kopergravure

A

taille douce f

87
Q

ergens anders

A

autre part

88
Q

aan de andere kant

A

d’autre part

89
Q

iemand anders

A

un(e) autre

90
Q

iemand anders

A

quelqu’un d’autre

91
Q

niemand anders

A

personne d’autre

92
Q

iets anders

A

autre chose

93
Q

niets anders

A

rien d’autre

94
Q

kunststeen

A

aggloméré m

95
Q

verbond; combinatie, samenhang

A

alliance f

96
Q

het anderszijn

A

altérité f

97
Q

geraamte

A

armature f

98
Q

huid, vlees

A

chair f