LOI-H44 Mots Flashcards Preview

Frans LOI per hoofdstuk > LOI-H44 Mots > Flashcards

Flashcards in LOI-H44 Mots Deck (56)
Loading flashcards...
1
Q

composer

A

vervaardigen, schrijven

2
Q

écrire

A

schrijven

3
Q

écriteau m

A

(bord(je), aanplakbord, -biljet

4
Q

effacer

A

uitwissen, uitgommen

5
Q

former

A

vormen, maken

6
Q

graphie f

A

schrijfwijze

7
Q

graphologie f

A

schriftkunde

8
Q

griffonner

A

krabbelen, schetsen, kladden

9
Q

s’inscrire

A

(zich laten) inschrijven, noteren

10
Q

manuscrit m

A

manuscript; handschrift

11
Q

lettre manuscrite f

A

handgeschreven brief

12
Q

marquer

A

aantekenen, noteren; merken

13
Q

feutre m

A

viltstift

14
Q

noter

A

opschrijven

15
Q

prendre des notes

A

aantekeningen maken

16
Q

œuvre m

A

werk

17
Q

pondre

A

(eieren) leggen, produceren, in elkaar zetten

18
Q

rédiger

A

redigeren, schrijven

19
Q

style m

A

stijl

20
Q

texte m

A

tekst

21
Q

amendement constitutionnel m

A

grondwetswijziging

22
Q

colloque m

A

symposium, gesprek, overleg

23
Q

ébranler

A

aan het wankelen brengen, aantasten

24
Q

enrayer

A

blokkeren, tot staan brengen

25
Q

partisan [m]

A

partijdig [verzetsstrijder, aanhanger]

26
Q

proscrire

A

verbieden, afschaffen

27
Q

quasiment

A

bijna, nagenoeg, zo goed als

28
Q

stigmatiser

A

brandmerken; aan de kaak stellen

29
Q

vervaardigen, schrijven

A

composer

30
Q

schrijven

A

écrire

31
Q

(bord(je), aanplakbord, -biljet

A

écriteau m

32
Q

uitwissen, uitgommen

A

effacer

33
Q

vormen, maken

A

former

34
Q

schrijfwijze

A

graphie f

35
Q

schriftkunde

A

graphologie f

36
Q

krabbelen, schetsen, kladden

A

griffonner

37
Q

(zich laten) inschrijven, noteren

A

s’inscrire

38
Q

manuscript; handschrift

A

manuscrit m

39
Q

handgeschreven brief

A

lettre manuscrite f

40
Q

aantekenen, noteren; merken

A

marquer

41
Q

viltstift

A

feutre m

42
Q

opschrijven

A

noter

43
Q

aantekeningen maken

A

prendre des notes

44
Q

werk

A

œuvre m

45
Q

(eieren) leggen, produceren, in elkaar zetten

A

pondre

46
Q

redigeren, schrijven

A

rédiger

47
Q

stijl

A

style m

48
Q

tekst

A

texte m

49
Q

grondwetswijziging

A

amendement constitutionnel m

50
Q

symposium, gesprek, overleg

A

colloque m

51
Q

aan het wankelen brengen, aantasten

A

ébranler

52
Q

blokkeren, tot staan brengen

A

enrayer

53
Q

partijdig [verzetsstrijder, aanhanger]

A

partisan [m]

54
Q

verbieden, afschaffen

A

proscrire

55
Q

bijna, nagenoeg, zo goed als

A

quasiment

56
Q

brandmerken; aan de kaak stellen

A

stigmatiser