Inf&Imm_H20 (D1) Flashcards

(26 cards)

1
Q

Kenmerken botsyndroom

A
  • Continue pijn
  • Pijn is niet goed uitlokbaar want diet gerelateerd aan beweging
  • Pijn is ‘s nachts erger
  • Denk aan bottumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken myositis

A
  • Atrofie
  • moeite met traplopen
  • spierzwakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderscheid myositis en osteo-artrose

A

traplopen
- myositis: verzwakking
- OA: pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe myositis klinisch vaststellen

A
  • traplopen bevragen: na hoeveel treden moet u even stoppen
  • omtrek van spieren meten
  • laten opstaan uit stoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

steroïd myopathie

A
  • komt voor bij PMR door langdurig gebruik van corticosteroïden
  • atrofie van de spier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke medicatie kunnen spierproblemen veroorzaken

A

statines (cholesterolverlagers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bij ouderen met spierproblemen denken aan

A

neurologische aandoeningen
- myasthenia gravis
- parkinson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

valkuilen bij anamnese en lichamelijk onderzoek

A
  • Blik vernauwen
  • te associatief denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is systeemsclerose

A

een systemische aandoening met:
- microangiopathie
- fibrose tgv inflammatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

diagnostiek van systeemsclerose obv

A
  • Klinisch beeld
  • Raynaud fenomeen
  • Antistoffen aantonen
  • Capillaroscopie => sclerodermapatroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Raynaud fenomeen

A
  • Witverkleuring van de vingers door spasmen van de bloedvaten van de acra
  • tri- of bifasisch: moet minstens bifasisch zijn om relevant te zijn
  • wit = ischemische fase
  • rood = hyperemische fase: ontspanning van het spasme
  • tussenin kan het blauw zijn omdat de haarvaten uitzetten en gevuld worden met O2 arm bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Raynaud fenomeen, primair

A
  • Geen onderliggende aandoening
  • benigne
  • wel invaliderend => capillaroscopie en antistofbepaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Raynaud fenomeen, secundair

A
  • Mogelijks een onderliggende reumatologische aandoening, alle reumatologische aandoeningen kunnen raynaud geven
  • hallmark voor systeemsclerose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling van primair raynaud fenomeen

A
  • ervoor zorgen dat het niet gebeurt
  • calciumantagonist
  • handschoenen
  • koude vermijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandeling secundair raynaud fenomeen

A

onderliggende aandoening aanpakken + aanpak zoals primair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Klinisch beeld

A
  • Verstrakking en verdikking van de huid
  • calcificaties
  • longlijden met fibrosevorming
17
Q

vormen van systeemsclerose

A
  • Limited cutane systeemsclerose
  • Limited systeemsclerose
  • Diffuus cutane systeemsclerose
18
Q

limited systeemsclerose

A
  • Raynaud
  • geen huidaantasting
19
Q

limited cutane systeemsclerose, huidaantasting

A
  • gelaat
  • vingers tot elleboog
  • tenen tot knie
20
Q

limited cutane systeemsclerose, antistoffen

A

centromeer antilichamen

21
Q

limited cutane systeemsclerose, hogere prevalentie voor

A

pulmonale arteriële hypertensie

22
Q

diffuus cutane systeemsclerose, huidaantasting

A
  • gelaat
  • vingers tot voorbij elleboog
  • tenen tot voorbij knie
23
Q

diffuus cutane systeemsclerose, wie vnl getroffen

24
Q

diffuus cutane systeemsclerose, antistoffen

A
  • Anti-Scl70
  • Anti-RNA polymerase III
25
diffuus cutane systeemsclerose, hogere prevalentie voor
- renale crise - interstitieel longlijden
26
belangrijke puntjes, systeemsclerose
- steroïden mijden - bij diffuse vorm nooit zelf steroïden starten - bloeddruk goed opvolgen - urineonderzoek regelmatig controleren - altijd overleggen met 2de of 3de lijn - wondes laten behandelen door 2de of 3de lijn