Inf&Imm_H21 (D4) Flashcards
(7 cards)
1
Q
weefseltypering
A
- Nagaan welke HLA-allelen iemand heeft
- Controleren of de donor geen antistoffen heeft tegen de HLA-antigenen van de ontvanger
2
Q
na weefseltypering van de patiënt
A
- eerst in familie zoeken
- indien geen geschikt familielid komt de patiënt op de wachtlijst voor een cadaver-orgaan
3
Q
types HLA-klasse I
A
A, B en C
4
Q
types HLA-klasse II
A
DQ, DP, DR
5
Q
Wat als er een donororgaan beschikbaar is
A
- typering donororgaan
- Beste HLA-match wordt gezocht
- kruisproef
6
Q
kruisproef
A
- Donor B-cellen + Serum van de patiënt
- Geen transplantatie: voorafgevormde antilichamen binden aan de donorcellen
- Wel transplantatie: ontvanger heeft geen antilichamen tegen de donorcellen
7
Q
wat is het precieze doel van de kruisproef
A
uitsluiten dat de ontvanger antilichamen bezet tegen donor-HLA om hyperacute afstoting te voorkomen
