Inf&Imm_H23 (D2) Flashcards
(16 cards)
1
Q
werkingsmechanismen van complementinhibitoren
A
inhibitie van C5
2
Q
Indicatie van complementinhibitoren
A
- aHUS
- paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie
3
Q
neveneffecten van complementinhibitoren
A
- Verhoogd risico op infecties
- Infusiereacties tot 48 na infuus
4
Q
welke middelen werken in op de T-celactivatie en -proliferatie
A
- Calcineurine inhibitoren: cyclosporine, tacrolimus
- IL2 blokkade: basiliximab
- anti-metabolieten: mycofenolaat mofetil, azathioprine, methotrexaat
- lymfocyt-depleterende antistoffen
5
Q
calcineurine inhibitoren
A
- cyclosporine
- tacrolimus
6
Q
merk cyclosporine
A
neoral
7
Q
werkingsmechanisme van cyclosporine
A
- preventie van T-cel activatie
- Bindt cyclophilin
- inhibitie van calcineurine en NFAT
8
Q
indicatie calcineurine inhibitoren
A
- (cyclosporine, tacrolimus)
- Orgaantransplantatie
- Behandeling GVHD na SCT
- Sommige AIZ
9
Q
Neveneffecten calcineurine inhibitoren
A
- (cyclosporine, tacrolimus)
- drug interacties: individuele dosering en monitoring van spiegel
- nefrotoxiciteit, hypertensie, gestegen kalium
- ontwikkeling van diabetes
10
Q
extra neveneffect cyclosporine
A
stimulatie van haargroei
11
Q
extra neveneffect tacrolimus
A
neurologische neveneffecten: plotse blindheid, tremor
12
Q
merken tacrolimus
A
- prograft
- advagraf
13
Q
Middel dat zorgt voor IL2 blokkade
A
Basiliximab
14
Q
werkingsmechanisme IL2 blokker
A
- Basiliximab
- inhibitie van IL2 signaal => monoklonaal AL tegen CD35
15
Q
indicatie IL2-blokker
A
- Basiliximab
- orgaantransplantatie
16
Q
neveneffecten IL2-blokker
A
- Basiliximab
- geen neveneffecten want kortduren gebruik