Belangrijk voor Tentamens Flashcards
(28 cards)
bronnen die mosvezels naar het cerebellum sturen. (2p)
Pons en ruggenmerg
Bronnen die klimvezels sturen?
Oliva inferior
Amantadine
Glutamaat antagonist (NMDA antagonist)
Parkin gen
Jong enz, levodopa werkt goed, geen tremor maar wel rigiditeit en hypokinesie
Alpha-synucleïne: hoofdcomponent van Lewy bodies
🧩 1. Klimvezels (climbing fibers)
Herkomst: Inferieure olijfkern (nucleus olivaris inferior)
Projectie: Naar Purkinje-cellen in de cerebellaire cortex
Kenmerk: Elke Purkinje-cel ontvangt input van één klimvezel, maar die vormt honderden synapsen
Functie: Sterke excitatie van Purkinje-cel; belangrijk bij motorisch leren
Verlopen niet volledig binnen de schors → ze komen van buitenaf
🌾 2. Mosvezels (mossy fibers)
Herkomst: Pons, ruggenmerg, vestibulaire kernen, etc.
Projectie: Naar granulaire cellen in de cerebellaire cortex
Indirecte route: via granulaire cellen → parallelvezels → Purkinje-cellen
Verlopen ook niet volledig binnen de schors → ze komen van buitenaf
➿ 3. Parallelvezels (parallel fibers)
Herkomst: Axonen van granulaire cellen
Projectie: Horizontaal door de moleculaire laag van de schors
Synapsen: Met de dendrieten van Purkinje-cellen
✅ Verlopen volledig binnen de cerebellaire cortex
Functie: Verspreiden informatie breed over vele Purkinje-cellen
🧠 4. Purkinje-celvezels
Herkomst: Purkinje-cellichamen in de Purkinje-cellaag
Projectie: Naar diepe cerebellaire kernen (buiten de schors)
Output van de cerebellaire cortex → via GABA (inhiberend)
❌ Verlaten de schors dus → verlopen niet geheel binnen de cortex
clarke’s nucleus
De nucleus van Clarke is een groep zenuwcellen in het ruggenmerg, specifiek in het thoracale ruggenmerg (T1–L2 niveau).
Ontvangt proprioceptieve informatie (lichaamspositie en spierstand) uit de benen en romp via spierspoeltjes en peeslichaampjes. Stuurt die informatie door naar het cerebellum
D2 is van misselijkheid
Geef Domperidon (of carbidopa)
Spinocerebellaire ataxie type 6
CACNA1A CAG expansie
de proef van Romberg
Sensorische ataxie
❓ Waarom is neglect meestal links?
Want rechterhersenhelft is beide kanten waarnemen en linkerhersenhelft alleen rechts. Dus stel rechts valt uit, heb je dus links neglect. Snappie
Criteria DSM dementie
- Geheugenstoornis (inprenting of ophalen)
- ≥1 cognitieve stoornis (afasie, apraxie, agnosie, executieve functie)
- Verstoring van sociaal functioneren
- Geen delier en verworven
Criteria DSM Delirium
- Stoornis in aandacht en bewustzijn
- Acuut en kan fluctueren
- Stoornis in cognitie
- Gevolg van een ziekte
- niet verklaard door andere cognitieve stoornis
Criteria DSM depressie?
- Somber gevoel of verlies van plezier, met 4 of meer van:
- Slaapproblemen
- Hypochondrie
- Schuldgevoel
- Angst
- Minder eetlust
- Libidoverlies
- Vermoeidheid
- Suicidaliteit - ≥14 dagen
Criteria DSM Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
- 6 maanden of meer
- moeilijk te beheersen
- buitensporende angst over meerdere domeinen; familie, werk, gezondheid, etc
CASE
Actuele gebeurtenissen: denk u weleens na over het beeindigen van uw leven?
Recente voorgeschiedenis: Hoe vaak denkt u hieraan?
Ruimere voorgeschiedenis: Heeft u het ooit geprobeerd?
Toekomst: Wat gaat u doen als u thuis bent?
Alternatieven voor ziekte van parkinson?
- Parkinson dementie
- Dementie met Lewy Bodies
- Multisysteematrofie (MSA) (valneiging, erectiestoornis, slikstoornis, gestoorde koorddansgang, houdingsreflex, gestoorde en L-dopa effect niet optimaal)
- PSP (verticale blikparese)
Criteria DSM Psychose
> 24u met:
- Hallucinaties
- en/of wanen
- en/of desorganiseerd gedrag
- en/of desorganiseerd denken
Criteria DSM ASS
A. Tekorten in sociale communicatie en interactie (alle 3 vereist):
- Tekort in sociaal-emotionele wederkerigheid
- Tekort in non-verbale communicatie
- Tekort in ontwikkelen/onderhouden van relaties
B. Beperkte en repetitieve patronen van gedrag, interesses of activiteiten (minstens 2 van 4):
- Stereotiep gedrag of spraak
- Inflexibiliteit/routines
- Intense beperkte interesses
- Zintuiglijke over- of onderreactiviteit
C. Aanwezig in vroege ontwikkelingsfase
D. Klinisch significante beperkingen in functioneren
E. Niet beter verklaard door verstandelijke beperking alleen
Criteria DSM taalstoornis
- Taalniveau beduidend lager dan non-verbaal IQ
- Interferentie met school/sociaal functioneren
- Ernstiger dan verwacht bij andere problematiek
Criteria DSM spraakstoornis
- Spraakproductie niet passend bij leeftijd/dialect
- Interferentie met functioneren
- Ernstiger dan verwacht bij andere problematiek